35 resultaten

Hoogwoude, van | 1497-10-27

Grote Raad Mechelen Geextendeerde Sententiën 1966 p 316
Achternamenindex

de broers Willem, Geryt en Cornelis van Hoichtwoude gedaagd door hun stiefmoeder Katheryne van Duynen, eiseres; beroep tegen het vonnis van het Hof dat beslist had dat verweerders hun stiefmoeder wegens wangedrag geen weduwen rente behoeven uit te keren; beroep gegrond verklaard, verweerders veroordeeld te betalen

1459-10-31 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 596
Haarlem Algemeen

schepenen in Hairlem oorkonden dat Allairt Pieter Bruynenz verklaard heeft dat zijn stiefmoeder Lijsbeth, Pieter Bruijnenszoons weduwe, hem wel voldaan en betaald heeft betreffende de erfenis van zijn vader Pieter Bruijnen

Garbrant Claes Pellegrimsz (zegel: fragment) en Allijn Claesz (zegel: 3 dwarsbalken beladen met 4, 3 en 2 St Andrieskruisjes, een bastaardbalk (\) eroverheen), schepenen

Lockhorst, van | 1659-05-24

O.R.A. 1215 fol 30 Beverwijk
Achternamenindex

mr Jan Meurlinck, chirurgijn te Graft geeft volmacht aan zijn stiefmoeder Maria Cornelis Van Lockhorst, weduwe van mr Andries Meurlinck, mede wonende te Graft

Mathenesse, van | 1461-12-10

Berigten Hist Gen III p 113
Achternamenindex

Willem van der Does wordt na de dood van zijn vader beleend met verschillende goederen, waaraan de lijftocht vermaakt is (1448) aan zijn stiefmoeder Elisabeth van Matenesse

Does, van der | 1461-12-10

Berigten Hist Gen III p 113
Achternamenindex

Willem van der Does wordt na de dood van zijn vader beleend met verschillende goederen, waaraan de lijftocht vermaakt is (1448) aan zijn stiefmoeder Elisabeth van Matenesse

1e zijtak

1565-11-06 | Nieuwe Niedorp

O.R.A. no 5692 Transportregister Nieuwe Niedorp
Jaartallenindex

Pilgherim Heeringsz, wonende te Oude Niedorp, erkende schuldig te zijn aan Eelke, als nagelaten weduwe van Pieter Jan Foppesz, zijns huisvrouwen stiefmoeder, die somma van 17 ½ Kar gld. Op 1566-02-04: Cornelis Hendriksz, nu ter tyt wonende tot Alcmaer als zoon en bestorven voogd van Eelke Pieter Jan Foppesz weduwe, hierboven gementioneerd, approbeert het accoord hierboven tussen zijn moeder Eelken en Pilgerum Heeringsz gemaakt

1570-03-07 - 1570-06-10~ |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 45v
Haarlem Algemeen

Cornelis Jacobsz in de Helm, Anthonis Aelbrechtsz ende Claes Aelbrechtsz Voocht, verkopen gesamentlycken ende elcx [e]en voor all als principale schuldenaer aan Cornelis Bouwensdochter weduwe Pieter Diricxz, hun stiefmoeder ende stief grote moeder, een jaarlijkse losrente van 9 Kar gld losbaar met 150 Kar gld [ongedateerd]

Haerlem, van | 1281-09-05

Reg Bisschoppen Utrecht I no 175/Racer: Overijsselse Gedenkw VII p 81
Achternamenindex

Willem van Harlem erkent, als voogd over zijn halve broeders, de betaling van 50 £ Lov door de heer van Bronchurst en Otto van Dalen aan wijlen zijn stiefmoeder Catharina

1541-02-01 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 124v
Jaartallenindex

Isbrant Jansz wordt na dode van zijn vader Jan Isbrantsz beleend met: 1) 10 lynen 20 roeden lants gelegen in Portugaal in t Santlant in t Rugesant, 2) aldaar in de Stiefmoeder 9 ½ lynen land, 3) aen den nieuwen wech 3 gemeten lants. Leen van Putten, onversterfelijk erfleen. Daar Ysbrant Jansz onmondig is, doet Huybrecht Ghibez de eed voor hem. In margine: op 1545-12-02 doet Isbrant Jansz zelf de eed

leenmannen: heer Zegelyn van Alveringe, heer tot Hofwegen, ridder, Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Buschhuysen; (fol 126) present: mr Jan Plumeon, secretaris van den Haghe, Albert van Loo, auditeur van de camer van de reeckeninge

1476-05-18 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 151/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 76
Jaartallenindex

leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Jan Reijntsz voor zichzelf en voor zijn stiefmoeder Zuwe Gerijtsdochter ende dairtoe voir alle sijn ghebruederen als een ghecoren voecht van hen allen, dair hij voer loefde te wairen, gelieden dat hij verkocht heeft aan het Zijlklooster te Haarlem ¼ deel van 2 ackeren lands, dairoff d'ander drie deelen den voirscr. Goidshuijs toebehoeren, ghelegen in den ban van Uutgeest, ende belent hebben west: Jacob Wilken, oost: Pieter Gherijts, noord: Willem Bal, zuid: Wil Diert

Lambrecht Claesz en Jan Jacobsz, leenmannen