19 resultaten
Are, v.d. | 1281-1284
De Fremery no 228
Achternamenindex
lenen ten tijde van graaf Floris V: no 2) Willems leen van Oestghest: 28 morgen op de Merse in het ambacht van Oegstgeest en 25£ te Leyden aan hofsteden en het goed dat heer Gerard van der Are had, dat kwam op Willem, storve sinen erfname
1319-09-13~ |
A.R.A. Copie Leenkamer no 23 fol 23v, 24/Reg E.L. 2 fol 9
Jaartallenindex
mijn here die grave heeft gegeven Willame uten Broecke 3 morgen te Naeldwic, die Jan Arnoud Kocszs waren. Per dominum et dom. Symonem de Benthem (fol 23v); (fol 24) item hevet myn here gegeven Colekynssoone uter Hage scotvri te zitten zolange hi levet. Per dominum ad instantiam Martini Trompenaer; item heven mijn here bij sire lettere gegeven Clemeynsen Martyns Trompenaers wijf in die Haghe, waer dat Martyn storve sonder kint, dat zij vooruit nemen zoude al dat goet dat si an hem brachte, ende t'ander delen half ende half. Deze akten volgen zonder datum na een akte van 13 september 1319
1491-10-27 |
Kroniek Hist Gen jg 1854 p 410/Arch Harderwijk
Jaartallenindex
ick Rijcolt Brinck, en zijn echte huisvrouw Hille, erkenne schuldig te zijn, wegens geleend geld, aan het convent der nonnen regularissen binnen Harderwijck, 50 enkele overl. golden R gld, onder verband van al hun goederen gelegen binnen de vrijheid der stad. Mer weer t dat onse dochter Lubbrich storve voir hoerre professien, en dat halve hout dat wij ligghen hadden in Spuelderhout, weder an ons erfgenamen quame, soe sullen wij ofte onse erfgenamen die 50 gld vors. betalen binnen 2 maanden nae Lubbrighen dode, ofte dat convent voirs sal dat halve vierdel houts soe lange halden, ghebruken en besitten tot die 50 gld betaelt zijn
Oudshoorn, van | 1319-04~
R.A.H. no 33 Vriesland fol 49 ?/Reg EL 10 fol 9
Achternamenindex
Gheraerd Bartoud eist van heer Dirc van Oudshoorn de boete terug, die hij in de dingstal van Medemblik verbeurd heeft; deze eis wordt hem ontzegd: "dat Lovetuijt alsulke smerte van Andriese niet ontfenc, al waer dat hi storve dat men op Andriese niet winnen en mogte, en seggen daerof Andriese onghemoyt te bliven van den doetslaghe"
1494-06
folio 89 LXVII 1492-1495
Transportregister Haarlem
Claes Jansz pottebacker is sculdig Aernt Jansz de pelser, zijns wijfs stiefvader, 80 R gld. Onderpand: zyn huys op tie Burchwal welverstaende of Claes wijfs moeder storve eer t hoeftgelt voldaen waer dat men dan van deze penn zyn wijfs moeder erve corten sal
Barendrecht, van | 1346-07-20
Nibbelink no 48
Achternamenindex
keizerin Margaretha beleent Jan van Rosendaal Jansz met het ambacht van 125 morgen land, gelegen in Zwijndrecht in de Lindt, tot een recht erfleen,"in alsulker manieren waer dat sake dat Jan storve sonder uittachtighe boerten, so soude hi dat vors ambacht erven op meester Tielman Janszoen, deken van Sente Pieters te Utrecht, sinen oem. Ende na meester Tielmans doet vors so sal dat ambocht an Jans van Rosendaels erfname erven"
Brederode, van | 1333-10-18
Van Mieris II p 552/Ons Voorgeslacht 02-1989 p 81 leen no 60
Achternamenindex
graaf Willem oorkondt dat hij Dirick van Brederode, "hem sulke gratie ende ghenade doen, wairt dat sake dat hair Henric Here van Brederode, zijn oom, storve, sonder wittachtighe boirt, dat dat huys en de hofstede te Brederode en al dat goed, komen zal op Dieric voorschr. behalve de lijftocht aan Isabella vrouwe van Brederode, uitgenomen dat gherichte van Aelbrechtsberghe, Tetrode strekkende in de Hout, dat wij voor ons zelf houden"
1487-10-06 |
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 6
Jaartallenindex
Wessel van den Boetzelaer heer tot Asperen oorkondt dat Joost van Haeften, oem, Ghysbert ende Claes van Haeften van Reynoy, gebroederen, ende Jan van Heerler, oudomen van der moeder, ende Otto van Malsen, oem van svaders wegen, van joffrou Heynryck van Malsen ende meer magen ende vrienden van hoer, ende hebben ons te kennen gegeven hoe dat selige Heynrick van Malsen, hoer vader, in syn uiterste begheerden ende bat dat men joffr. Heynric, syn dochter, in een cloester brengen solde, ende sijn tyende so verde zijn zoen storve, Otten syn broeder gheven solden. Ende dat zij dien aengesien nu bededeingt [?] ende maghesceit gemaict hebben, int welc ende meer punten begrepen is dat Otte van Malsen voirs. joffr. Heynric zijn nicht in een cloester brengen sal ende die tyende behalden. En zij verzoeken nu Otto met dez tienden te beleenen. Item daerna anno 1488 den 22e Maert heeft Joffr. Heynrick van Malsen met haar voogd Dieric Spierinck deze tienden te Asperen in die Vyfhoeven gelegen, streckende van de Vliet tot Scolpenhoeve to, opgedragen tbv Otto van Malsen, die vervolgens beleend wordt (vgl 1484-11-25, 1520-02-21)
mannen: Adam van Malsen, Wembert Aertsz
1501-01
folio 95 LXXVIII 1498-1501
Transportregister Haarlem
Claes Dircsz de houtsager lijt dat hij overgegeven heeft, oft gebeurde dat er een van zijn twee kinderen die hij by Yde Pietersdochter, wylen zijn vrouw gewonnen heeft, namelic Pieter en Lysbet storve, dat dan de erfenisse en goede die zij van hoeren neve Jan van der Meer te erve genomen hebben, van tween op t ander erven zal, sonder dat de voors. Claes hem enichsins van die erfnisse onderwinden sal
1508-02-15 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 34v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat onse welgeminde Lodewyck van Treslongh Raessenz te kennen geeft dat wijlen jvr Johanne heren Jan des bastaertsdochter van Bloys, des voors. Lodewycx oude moeije, in leven in leen gehouden heeft van de grafelijkheid, ½ van 1/12 deel van alle heerlijcheden en tienden van den alingen lande van Vosmaer. Ende ½ van alsulcken tienden als gelegen syn in onsen lande van Schakerlo, ende geheten zijn eerst den Dalemschen polre, dat nieuwland daeraen gelegen en Heynrick Kempkenszoon houck gelegen achter Claes Lanchtolen, om na haar dood te komen op haar broeder heer Lodewyk van Treslong, en na zijn dood op Joris van Treslong, synen jongher zoon, indien hij zijn vader overleefde, en op deszelfs kinderen. Ende storve Joris kinderloos, op Joris' oudste broeder. Na dode van jvr Janne is het voorn. leen gekomen op heer Lodewyk van Treslong, en na synder doot den voors. Joris van Treslong, synen jongher zoon, die uijtlandich was, soo dat Raesse van Treslong, des voors. Joris' broeder, outste naest hem, hulde voor Joris deed. Karel beleent nu Lodewyck van Treslongh Raessenz met de lenen, te houden tot een onversterfelijk erfleen. De ½ heerlijkheid te verheergewaden met een paar witte handschoen. De ½ van de tienden van Schakerlo met een rode sperwer
present: mr Bertout van Assendelft, Crispyn Jansz, mr Floris Dirksz, cleen Jan Bruyn