1 resultaten
1543-02-03 | Dampegeest, Limmen
Bijdrage Bisdom Haarlem dl 16 no 240/G.A. Haarlem Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
schout en schepenen van Lymmen oorkonden dat Claesgen Nyelendochter, weduwe van Adriaen Woutersz, met haar gecoren voogd Jacob Claesz, en de broers van Adriaen Woutersz, Claes Woutersz en Adriaen Woutersz, als voogden over de weeskinderen van wijlen Aeriaen Woutersz, erkennen schuldig te zijn aan het Zijlklooster te Haarlem een jaarlijkse losrente van 234 gouden Kar gld en 5 stuvers, losbaar met 4216 Kar gld en 10 stuivers. Als onderpand voor de betaling stellen zij: 1) een saete lants met de huijsinge daerop staende in den ban van Lymmen, genaempt Dampegeest, belend zuid: Willem Bertholomeusz c.s, west: t kerckenlandt van Limmen ende Arijs Dirick Visscherskinderen, noord: de gemeene dijck, oost: Dirick Willemsz; 2) een stucke lants annex Dampegeest, genaempt Dirick Willemszoonscamp, belend oost, west en noord: Dampegeest, zuid: een wateringe genoempt Grijelenzandt; 3) een stucke lants gecommen van heer Meynert tot Alcmaer, oost: de prelaet tot Egmont, zuid en west: de gemeene vaert, noord: het convent te Poel; 4) een acker landts, geheten de Zwetacker, oost en west: de gemene wech, zuid: Guerte Pietersdochter, noord: Anna Jans van Schoten; 5) een halff ackertgen, oost: de gemene wech, zuid en west: Claes Dielofsz, noord: coman Dieuwer; 6) een campe lants op tie Cleymeer, zuid en west: Jan van Foreest, noord: Jan Hugen, oost: Cleijmeer; 7) een stucgen lants op die noordwestzijde van de Rughe maedt, west: Jan van Foreest, noord: de Zandtcamp, oost: de gemeene Rughe maedt, zuid: dieselve Rughe maedt mit t convent van Zijl voors; 8) 1½ geerse lants, west en zuid: Jan van Foreest, noord: de Zantcamp, oost: de gemeene vaert; 9) ⅛ deel in heer Dirickencamp, west: die gemeene vaert, noord: die Monnickenhorn, oost: Claesgen Nyelendochter, zuid: de vaert; 10) een koeweyde, oost: de Zandtven, zuid: Jan van Foreest, west: de coster van Lymmen ende noord: Dampegeest. Om bij gebreke van betaling de rente hieraan te verhalen en aan geen der andere goederen van Claesgen en haar kinderen (vgl 1526-03-28, 1530-06-08, 1531-12-15, 1533-03-04, 1539-12-18, 1541-02-20, 1543-04-20, 1543-06-19)
Clais Willemsz en Claes Gerytsz, schepenen van Lymmen, bezegeld met het zegel van Jan Matheusz, schout