36 resultaten
1581-01-17 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 876
Jaartallenindex
accoord stilo communi, sullen in allen gevalle alle de goeden gaen ende succederen nae usantie van desen lande dan alleenlijcke indien Neeltien Joosten sterff sonder een off meer kinderen bij Berckenrode geprocreert achter te laten etc
ondert. bij Joost Borritsz, Jan Adriaensz, notarius
1567-12-14 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht etc fol 130, 28
Jaartallenindex
testament van Jacob van Nienrode, volgens octrooi op 1558-10-21 van de koning, en nog 1563-05-04 van heer Gerrit van der Nykercke, abt van St Pauwels te Utrecht, verkregen. Tot zijn universele erfgename benoemt hij zijn moeder jvr Cornelia van Waveren, ten aanzien van zijn eigen goederen, na haar dood te komen op zijn rechte leenvolger. Zijn heerlijkheden, erfpachtgoederen zullen na zijn moeders dood succederen op zijn broeder Cornelis van Nienorde. Zijn moeder en haar navolgers zullen moeten geven en betalen aan de twee achtergelaten natuerlycke twijlinghen ende kinderen van wijlen zijn broeder Heynrick van Nienrode, elk jaar 100 Kar gld (20 Brab t stuk), losbaar den penn. 20. Hij doet dit omdat zijn broeder al zijn lenen en erfpachten op hem had laten succederen, zonder zijn twee kinderkens iets daeruijt voorseijt te hebben, dat hij wel had mogen doen. Hij bepaalt verder dat den groten bongaert met 6 morgen lands daerachter aen gelegen tot Breukelen aen de noordzijde van den huyze Guntersteijn, sal blijven succederen en erven ten eeuwigen dage aen den huyse voors, gelycxs off t zelve leengoet ware alst niet is, willende en ordinerende voorts dat mijn moeder voirs, ende oick dieghene daer die voirs heerlicke goederen, boomgaert ende 6 morgen lants op zullen comen ende succederen aen Joostgen, mijn natuerlycke zuster, ende nae haer overlyden haer dochter zal gheven ende laten volgen uijt de voirs. boomgaert en 6 morgen lants een jaarlijkse rente van 40 Kar gld, losbaar den penn 20 (vgl 1568-04-21, 1568-04-27)
1625-08-15~ | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 190
Jaartallenindex
Aelbert Aelbertsz Lacher met zijn vrouw Anna Cornelisdochter, te Egmont Binnen, hebben bij haren testament, verleden voor Jacob Cornelisz Walenburch, notaris te Egmond, op hare dochterskinderen nae haren doodt te succederen aen haren bloede, een stucke Weytlant gelegen in de ban van Koedyk, groot 5 gars, zuid: de grafelijkheid, noord: de Ringsloot ofte noorder Veer, west: de Lemp [?], oost: De Heme bosch
1505-11-03 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 48v
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat hem van wege onse lieve en getrouwe ridder en camerling de heer van Montfoort vertoont is ende te kennen gegeven hoe dat hem toebehoort een quaet leen gelegen binnen de heerlicheijt van Montfoort gehouden van de grafelijkheid van Holland, hem bestrecken in drie buyrschappen geheten Heijkendorp, lange Linschote ende de Wert, ende voert palende aen Oudewater, Woerden en Montfoort, welk leen van sulker nature is, dat het op dochteren niet succederen mag. Daar de heer van Montfoort geen zoons heeft, heeft hij, daar het leen van geringe waarde is (4 of 5 gld sjaars), het leen voortaan op zoons of dochters te doen succederen. Uit sonderlinge gratie, en om dienst wille die de heer van Montfoort hem gedaan heeft en nog doen zal, voldoet hij aan dit verzoek. Gegeven in onser stad van Brussel. Met nog een verklaring in het Frans, getekend: G. de Croij (vgl 1522-08-22)
geteykent: Ghy die heere van Chiernes, hoofd en gouverneur, heer Jeronimus Lauweryn, ridder, thesaurier generaal van de Financien
1527-12-09 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 47, 48v
Jaartallenindex
jvr Adriana van Berendrecht met haar vader Jan van Berendrecht, baljuw van Rijnland, geeft over aan haar zuster jvr Petronella van Berendrecht, dat indien jvr Adriana kinderloos overlijdt, dat jvr Petronella succederen zal in alsulke 12 morgen land in Haechambacht gelegen, die jvr Adriana bij overgfite van haar oom Jan Claes Jan Claesz, op huiden in leen verkreeg. Zij verzoekt confirmatie van deze brief. Op 1527-12-10 confirmeert Karel deze akte
Nicolaes van Essche, Jacob de Jonge heer tot Baertwyck, meesters v.d. reeckeninge, Vincent Dammas, auditeur van de reeckeninge, Gerrit van Loo, clerck ordinaris
1527-12-12 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 49v
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Janna van Zwieten, haar broederszone [!], met ½ van de heerlijkheid van de Lier en Souteveen, met pachten, renten, thynsen. Binnen aftersusterkint niet te versterven. Wij behouden alle actie de onse procureur generaal van Holland sustineert q.q, dat uyt mackte van de eerste investiture gegeven in t jaar 1282, dit leen niet en soude mogen succederen op de voors. jvr Janna. Hulde doet voor haar heer Willem van Alckemade, ridder, haar schoonbroer
Jacob Coppier, mr Gerrit van der Laen, Cornelis Barthouts, leenmannen
1538-12-04 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 83v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat jhr Francois van Wena, here tot Gysenburch, heeft overgegeven over mits desen, wel bedacht en onbedwongen van yemande, dat hij sijn huijs tot Ghyssenburch mitter hofstede, cingulen, boomgaerden en heerlicheden van dien, met die manschappen daertoe behorende, mit een stuk land daertoe behorende, geheten die Nesse etc, ende voorts al zijn toebehoren, zulcx als hij dieselve heerlijkheid c.a. van de keizer in leen houdende is, zulcx als hem bij sijn vader angeerft is, dat hij deselve heerlijkheid om geenderhande saecken wil en sal mogen vercopen noch alieneren, maar deselve laten succederen en erven op zijn oudste zoon Jacob van Wena, geprocreert bij zijn tegenwoordige huisvrouw jvr Elisabeth, ende op des voors. Jacobs van Wena kindt, kinderen en erfgenamen gecomen van synen lyve, geprocreert bij zijn toecomende huysvrou jvr Cristina Gysbrechtsdochter van Merloo, indien bij gebrake voor den overlijden van den voors. joncker Franchois van Wena of te na, ende in gevalle de voors. Jacob van Wena zijn kindt ofte kinderen deser werelt overleed sonder wittachtige blijkende geboorte achter te laten, dat als dan die voors. heerlijkheid wederom vrij comen, erven en succederen sal aen de zyde van daar zij gecomen is. Hij verzoekt de keizer deze beschikkingen te confirmeren (vgl 1539-07-29)
mr Jacob de Jonge, heer tot Baardwyk, Raad en mr v.d. reeckening, Heyman van de Ketel, ontfanger v.d. erspargne, Cornelis Barthouts, leenmannen
1514-05-28 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 30
Jaartallenindex
Maximiliaen etc oorkondt onse lieve nichte vrouwe Elisabeth vrouwe van Culemborch, van Borsselen, van Hoochstraten, te kennen geeft dat wijlen zijn vader bij octrooi dd 1501-07-10 gegeven te Brussel, haar vergund had de heerlijkheid Borsselen, t welck een quaet Zeeusch leen was en op geen vrouwspersoon mocht succederen, op haar kinderen, zonen en dochteren, zou mogen vererven tot den 3e graad toe. Daar zij haar man heer van Montigny (heer Anthonis van Lalaing grave van Hoochstraten) gaarne wil vergelden wat hij voor haar gedaan heeft, verzoekt zij hem Borsselen tot lijftocht te mogen maken. Dit verlof wordt haar gegeven (vgl 1514-07-11)
op de plique: die here van Chiernes, die here van Bergen, Raden en gouverneur thesaurier generaal, heer Roelant le Fevre, ridder, raat van de Finantien, getekend: Haneton
1543-03-20 |
R.A.H. Coll Aanw no 528 fol 51/Leenregister Abdij Egmond fol 123v
Jaartallenindex
Willem van der Goes, abt van Egmond, oorkondt dat Bruijn Franckenssen als voog van Janne Willemsdochter, sijn eerste huijsvrouwe moeder, namens haar begeerd heeft dat haar leengoederen zouden succederen op haar neef Symon Bruijnissen, te weten een camp lands geheten die Venne, gelegen in den ban van Castricum, belend noord: Claas Leuijck, zuid: Pieter Hesselsz. Symon wordt er vervolgens voor zijn leven mede beleend, na zijn dood te komen aan de abdij, volgens de inhoud van de leenbrief door wijlen den abt heer Meynart Man gegeven. Bruijn Franckensz doet wegens "onbejaardheid" van zijn zoon Symon de eed. In dorso: 1562-05-29 verzoekt Symon Bruijnissen beleening met de ledige hand. Actum Haarlem, onderteekend Guiljelms Huijssen, notaris
Philips Naghtegael die jonge, Lauweris Claassen Meijer, leenmannen; 1562-05-29: Willem Adriaensz, leenman
1514-08-02 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 74v
Jaartallenindex
Max. en Karel oorkonden dat Margriete Adriaensdochter van der Poorte met haar man Jan Woutersz als voogd, hem opdroeg tbv Heynric Aerntsz: 1) een huys en hofstad gelegen tot Beesde achter de straten, 2) 6 morgen lants geheten Vrederics acker, aen d'een zyde: Geryt de bastaert van Ackoyen, d'ander zyde: Geryt van Lexweerde, streckende van der gemeender steghe tot des hertogsdyk toe, 3) 2 morgen lants geheten Brueckemskempken, gelegen tussen Geryt de bastaert van Ackoy aen beiden zyden. Vervolgens wordt Heynric Aerntsz hiermede beleend als een leen van Voorne. Wanneer dit leengoed bij dode van Heynric Aerntsz voors. succederen zal op zijn oudste zoon Aerndt, dan zal Aernt aan zijn zuster Hase Henricsdochter moet uitreiken 100 gouden Ceurv Rynse gld
Pieter van Plumion, Jorden van Raemsdonck, Roelof van Halter, Jan van Steenbeecke, Joris Timmer, Loys Bruueel, Jan van Buyeren