Claes Willemsz | 1582-05-21

O.R.A. Alkmaar 311 fol 41v

Voornamenindex

Claes Willemsz en Maerten Jacobsz jonge Suijcker (Suijder ?), H Geestmeesters te Egmond op Zee, kopen een rente op land onder Alkmaar

1595-05-27 (VI) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 83

Jaartallenindex

Jan Pietersz Cramer, poorter tot Alcmaer, 400 Kar gld hoofdsom, waarvoor hij een jaarlijkse losrente zal betalen van 96 gld onder verband van "de Noorder Haeske weijde", groot 9 geersen, noord: Jan Wittebroots wielt, oost: het Harpedel, zuid: die Suijder Haeskeweyt of de gemene Vaert, west: Gerrit Yfsz. Op 1636-02-02 vertoont Aeng Thysz de gecasseerde rentebrief, secretaris Cornelis Schoorl

bezegeld by schout Jan Jacob, Jan Symonsz en Pieter Gleijnsz, schepenen

1589-12-30~ | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 55

Jaartallenindex

(zonder datum maar wel van 1589) Evert Vrerycxz schelt quyt tbv Gerrit Coenisz, schepen, een ackertgen saetland, gelegen op de Barckmeer in de ban van Bergen, groot 47 Berger roeden, belend west: jonge Pieter Gerritsz, oost: Arys Pietersz, noord: de Hevendijck. Pieter Willemsz van Outdorp scheldt quyt Engel Vrerycx een stuk weytland, groot 348 roeden in de Suijder Reekerpolder van Beges die nu vaert nae Barckmeer ten noorden en westen, oost: de Bagynenbosch

Jan Gerritsz, schout, dien Baes of Jan Cornelisz [= Jan Cornelisz den Baes] en Gerrit Coenisz, schepenen

1594-06-21 (IX) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 75, 76

Jaartallenindex

Willem Cornelisz van der Oost, coeckebacker, wonende te Alkmaar, als gemachtigde van de eersame Cornelis de Witte, zoon van wijlen Sebastiaen de Witte (procuratie 1593-09-18 vooor notaris Cornelis van Swanenburch te Leiden). Voor deze notaris vertoonde Cornelis als erfgenaam van zijn vader zekere eigendomsbrief van 6 morgen 117 roeden land, genaamd "de Suijder weyde" in den ambacht van Coedyck, dewelcke bij Andries van Medenblick als gemachtigde van mr Gerrit Melisz, in leven pensionaris der stad Leiden, tbv hem soude sijn gecoft, beginnende naer dien bevonden is de Domeynen van Holland en wesende van dato 29 juli 1584. Comparant erkent nu dat de kooppenn. ad 4200 gld niet uit zijn beurs betaald is, noch uit die van zyn vader, maar komen van mr Gerrit Melisz uit diens eigen beurs, en dat hij comparant daarom nu volmacht geeft aan Harck Jansz tot Alcmair, Willem Cornelisz van der Oort en Jacob Jansz, coeckebackers aldaar, om het bedoelde land op te dragen tbv Aefgin Aelbertsdochter, weduwe van mr Gerrit Melisz. Uit kracht van deze procuratie transporteert Willem Cornelisz van der Oort nu aan Aefgen Aelbertsdochter, weduwe mr Gerrit Melisz, een stuck land genaamd "de suijder weyde", groot 6 morgen 117 roeden in de banne van Coedyck, daer eertyts bruycker van is geweest Aeriaen Claesz van Niedorp

1558

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1123/Quohier 10e penning

10e en 100e Penning Bloemendaal

Margriet Hasgens huurt een huys zonder land van Dirck Claesz Suijder [Suijer] tot Overveen, om 3 K.gld

folio nummer: fol 16v

vervolg nummer: de huyrwaeren in t schependom van Overveen

1582-01-16 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 10

Jaartallenindex

schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Jan Pietersz Over, Willem Evertsz als mannen en voochden van Aecht Pieters en Neel Pieters dochters vervangende Olbrant Gleijnisz, transporteren aan Jan Gerrit Reyersz een half stukke lands in de ban van Bergen, de andere ½ toecomende Jan Gerryt Reyersz voorn, in die Suijder Reecker, groot het gehele land 284 roeden, Bergermaet. Jan Pietersz stelt tot onderpand een acker saetland, binnen de ban van Coedyck, genaamd "die Leege acker", leggende in Kincbuerder del, zuid: die Con. Maj. vroonlanden, noord: die gemeen vaert. Willem Evertsz stelt tot onderpand zijn huis en erf daer hij nu in woont, binnen onsen banne, zuidoost: die kerck, zuid: die kerckelaen

Jan Gerritsz, schout, Jan Garbrantsz en Jan Jansz, schepenen

1630-05-13

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 122v

Transportregister Egmond

schout en schepenen van Egmond oorkonden dat Dirck Cornelisz verkoopt aan Andries Crijnsz [lijndraijer] met consent en t.o.v. Willem Symonsz Monevelt en Jan Cornelisz Keesoom als ooms en voogden, een stuck lants genaemt "de halve Suijder Belt", groot 1400 roeden, west: het groot Schijtvelt, noord: Lamberts campgen, oost: de gemene vaert, zuid: Cornelis Jansz Bestert. Betaald met een termijnbrief van 500 Kar gld. Koopsom 1100 £

de substituut-baljuw, en schout en Pieter Pietersz Teunen en Symon Reijnen, schepenen van Egmond

1627-12-28

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 77v

Transportregister Egmond

schout en schepenen in Egmond oorkonden dat de edele Adriaen van Veen, poorter tot Alkmaar, verkoopt aan de edele Jacob van der Nieustadt, baljuw van Egmond, een stuck land gelegen te Egmond Binnen, wesende het suijder gedeelte van de gasthuystuyn, gecomen van de abdije van Egmont, groot 1283 roeden, belend west, zuid: de Heerewech, oost: Pieter Cornelisz Moeij, noord: het noorderstuck van de voors. "gasthuystuyn". Koopsom 1250 gld (vgl 1628-05-28)

Pieter Adriaensz Heijligedach, substituut van de baljuw en schout tot Egmond, Pieter Pietersz Teunen en Mies Dircksz, schepenen aldaar

1599-01-18 (1599-01-10~) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 111, 111v

Jaartallenindex

Jan Cornelisz Druijff, poorter tot Alkmaar, transporteert aan zijn zwager Pieter Jacobsz van Dyck, biersteecker vant muck/rinck [?] van de halve maen tot Alkmaar, een stucke eertyts vroonland genaamd Jan Heijnis weyde, gelegen binnen onsen banne, groot 1 morgen 370 roeden. Hij draagt het over zoals hem dat is overgedragen door Jan Gerritsz Scho..; - (zonder datum) Jel Aeriaensz Boon heeft vercoft de weduwe van Jan Aeriaensz Doncker genaamd Reynu Gerritsdochter, de belastinge van een stuxken vroonland genaempt "Thys Imansz [?] suijder kampken", groot 195 roeden, gelegen op de Vroondergeest in onsen banne van Coedyck. Deze coop is geschiet in 1597; - Jan Dircsz Maran [?] van St Pancras, heeft vercoft Jel Ariansz Boon twee ackertges saetlant op de Vroondergeest binnen onsen banne, tesamen groot 10 sneesen, soe eygen als vroon die int ofte gemeen met het eygen lant leijt, noord: Jan Hout, west: Cornelis Ysbrantsz, zuid: Jel Ariansz voorn.

1584-01-20 - 1584-04-12~ | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 27, 28

Jaartallenindex

Cornelis Cornelisz, des grafelijkheids molenmeester, verzoekt aan de heer schout van de navolgende kwijtscheldingen bezegelde brieven te maken: 1) Gerrit Claesz scheldt quyt Arian Dircsz Boon een huis en erve tot Coedyck, belend zuid: Cornelis Jacobsz de Laet, noord: Pieter Arntsz Heer zijn lege erf. Onderpand: het huys daer Gerryt Claesz van Aerjan Dircsz gecoft heeft, belend zuid: Pieter Claesz Tock, noord: Pieter Gerrytsz Calis huys. Borg: Pieter Gerritsz Calis en stelt tot onderpand zijn huis en erf, zuid: het voorn. huis, noord: Marytgen Jan Claesz weduwe; 2) van gelycke schelt quijt Aerian Cornelisz Boon zijn huys, daer hij an Gerryt Claesz huys vercoft heeft, belend als boven. Stelt tot onderpand een acker saetland, groot 11 sneesen, gelegen in onsen banne, zuid: cooltuijne des graef van Holland Vroonland, west: Cornelis Louwers, noord: die Suijder Veersloot (in margine: met Gyleman ?). Borg: zijn broer Dirck Dircksz, die tot onderpand stelt zijn huis en erve tot Coedyk, belend zuid: die weduwe Jacob Jacobsz, cuijper, noord: Cornelis Jacobsz de Laet voors