1576-08-02 |

R.A.H. Coll Aanw 140 fol 151/Reg Oraigne fol 70

Jaartallenindex

koning Philips beleent Jan Aalbregts van Cuil na dode van zijn vader Aalbregt van Cuil met: 1) de visscherij gelegen in de parochie van Weede, als de visscherij van der Ylode noordwaarts strekkende tot in der Ylen toe, binnendijks, en voorts het sylken, gelegen in Nieuw Strijen bij Gobbengate, en de visserij van de Syle voorn. totter halver Mase toe, van ons te houden als heren en vrouwen van Putten tot een regt erfleen; 2) het Cortambacht gelegen in Swindrecht metten winde aldaar. Tot een regt erfleen. Daar hij onmondig is, doet mynheer Cornelis Coning de eed voor hem (vgl 1556-01-08). Gegeven te Delft

Joost van Berendregt, Pieter van der Goes, Jacob Hendricsz, leenmannen

1556-01-08 (1555) |

R.A.H. Coll Aanw 140 fol 147v, 149/Reg Oraigne fol 68v, 69v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Herber van Cuil Florisz heeft opgedragen tbv zijn broeder Aalbregt van Cuil: 1) de visscherij in de parochie van de Weden, als die visscherije Yloode noordwaarts omme strekkende tot in der Ylen toe, binnensdijk, ende voorts het Sylken gelegen in Nieuw Strijen bij Gobben G [?]ate. Ende de visscherij van de Sylen voorn. totter Masen toe. Tot een regt erfleen; 2) dat cortambacht in Swindregt, metten winde aldaar, met 5½ morgen land gelegen in den Hogen Nes met het schoutambacht ende de visscherij. Tot een regt erfleen. Met het verzoek hem daarmede te belenen. Op 1556-02-20 (1555) wordt Aalbregt van Cuil met deze lenen beleend (vgl 1576-08-02)

Jan Jansz Coninck binnen Dordrecht, Heerman van der Bies Henricxz en Gysbregt Pietersz, leenmannen van Holland; 1556-02-20 (1555): Cornelis Barthouts, Symon Pijl, Job Jansen, leenmannen

1480-08-08 |

Genealogie van der Does Voorburg fol 68/Familiearchief Bredius

Jaartallenindex

Max. en Marie belenen Gerit mr Jan Boomszone met alsulke parchielen van lienen, als him aengecomen ende bestorven sijn bij der doot van zynre moeder jvr Ide Bartholomeusdochter van der Does, geechte wijf van mr Jan Boom: 1) een hofstede met 12 morgen lands gelegen tot Alblas, oost: jonge Jan Hallincxz, west: Huge Berij [Boeij], 2) ½ van de gehele corentiende in Nie Stryen in ser Hugenlant daer St Anthoniskerck in staet, te houden van ons ende onsen erven heren ofte vrouwen van Putten en Strijen tot een onversterfelijk erfleen. De corentiend te verheergewaden met 1 gouden Holl scilt, 3) die visscheryen gelegen in de parochie van den Wede, te weten die visserij van den Ylede noortwaerts omme streckende tot in de Yle toe binnens Yle tot binnensdycs. Ende voorts t sylken gelegen in Nie Stryen bij Gobbengate ende die visserij van de Zijle voornt tot de halve Maze toe, te houden tot een recht erfleen (vgl 1477-07-21)