4 resultaten

1583-03-28 | Haarlem

Bibl Seminarie Warmond bergnr 0078
Jaartallenindex

schepenen van Haerlem oorkonden dat Geertruyt van Berckenroede, weduwe van Cornelis Gerrytsz Kelon, met haar neef en voogd Cornelis van Berckenroede, tresorier van Haerlem, verkocht heeft, aan haar neef Nicolaes van der Hooch, ¼ deel van de pachten, die Gerryt van Berckenroede, schout van Haerlem, in 1504 in leen had ontvangen van koning Philips van Castilië, en welke pachten geheven worden van het St Lijsbethengasthuis te Haerlem en van verschillende plaatsen in Kennemerland. Op het aangehechte strookje staat: desen brieff comdt Mey Catharyna van Berckenroede halff toe ende hebbense tsamen angeleyt int jaer duysent vijffhondert drie ende tachtich

Arkel, van | 1287-10-10

Afschrift 1e helft 14e eeuw: Reg Thollen CasK A.R.A. Leenkamer Inv 45 fol 13/Dr H Bruch: Middeleeuwse Rechtsbronnen van Gorinchem, 1940 no 7
Achternamenindex

"dit is dat de here van Arkel ende de jonchere van Arkel gheset hebben opten ghemenen coepman tot Arkeldame in allen manieren als hierna bescreven staet: van der tolle tot Arkel sal men nemen als hierna bescreven staet, gheordineert bi den here van Arkel en jonchere van Arkel ende bi horen vriendenop St Victoersdach inden jaer van seven ende tachtich"

1590-01-17

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 157 no 137
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Guerte Nanninxdochter, Griete Nanninx en Guerte Koenendochter, gesusteren [Borst], geassisteerd met haer neef en voogd mr Marten Bitter, bekennen achtervolgende zeeckere testamente van wijlen hare moeder Kenouw Simonsdochter, in date den achsten dach Martii anno XV/c acht ende tachtich, ende sententie van schepenen van Haerlem daerop gevolgd in dato den 21e Jan. 1589, schuldig te wezen [aan] Garbrant Nanningsz haren broeder, over en volgende t bespreck van de voirn. Kenou Simonsdochter de somma van 60 Kar gld jaerlykse lyfrenten, ingaende den 1e Octobris, waervan den 1e Octobris 1589 t eerste jaer verschenen en betaelt es, ende zoe voorts van jaer tot jaer gedurende zijn leven lanck, en na zijn overlyden zynen kinderen elcx 6 gld jaerlixe lyfrenten elcx haer leven lanck. Zij verbinden hiervoor een stuk land in de ban van Overveen ofte Tetrode gecomen van de voirs. Kenou Simonsdochter haere moeder, belend oost en noord: die erfgenamen van wijlen Marten Claesz, zuid: die erfgenamen van mr Tomas Lourensz, west: die erfgenamen van Ysbrant van Schoeten. Aldus gedaen binnen Overveen ofte Tetroe den 17e Jan. 2590

Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Gerrit Jorisz en Pieter Willemsz, schepenen

1566-12-04 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 25-29
Jaartallenindex

alzoe die kinderen ende ghemeene erfgenamen van wijlen jvr Adriana van Alckemade wijlen huisvrouw van mr Gerrit v.d. Laen, den Hove van Hollandt bij requeste verthoent hebben dat Adriana in den jare 1560 overleden is, latende haar kinderen tot erfgenamen. Hoewel de kinderen terstond scheiding en deling met hun vader hadden moeten vragen, was dit niet gebeurd. Zij hoopten dat hun vader hiertoe uit zichzelf zou overgaan, doch hij weigerde dit steeds en was nu "nader die negentich dan tachtich jaren oudt" en zijn memorie ging steeds achteruit en hij wist zijn eigen goederen niet meer goed te beheren. Zij verlangen nu inventaris en garantie van bewaring van de hun toekomende goederen en dat er iemand uit het Hof mee belast zal worden. Op 21 november j.l. begaven commissarissen uit het Hof zich naar het huis van mr Gerrit te Leiden, maar deze was naar Haarlem gereisd. Toen Gerrit op 27 november savonds thuiskwam, ging de commissie op 28 november smorgens naar hem toe, maar diens dienaar Anthonis Woutersz gaf te kennen dat zijn meester pas om 10 uur uit bed kwam, spraken zij daarna met zekere Jacob Sproncxz. Toen mr Gerrit om 2 uur een gesprek weigerde, hoorde de commissie Cornelis van der Laen en Jacob Pietersz, wesende broeder en suster kinderen van de voors. van der Laen. De 29e begaf de commissie zich opnieuw naar mr Gerrit, die geheel buiten verstand was. Daarna werd in den Haghe gehoord Nicolaes van der Laen, burgemeester van Haarlem, broederszoon van mr Gherrit. Johan de Heuyter als testamentair voogd over de kinderen van wijlen Nicolaes van der Laen, in zijn leven rentmeester van het land van Mechelen, eiste dat het Hof iemand zou committeren om met hem Johan en met Nicolaes en Cornelis v.d. Laen uit naam van mr Gerrit zou procederen tot schifting en scheiding van de nalatenschap van jvr Adriana van der Laen, zuster van mr Gerrit (klopt dit ?). Het Hof, lettende op de cranchheyt van memorie van mr Gerrit committeeert mr Anthonis Hoffstad, advocaat voor het Hof, tot toeziender en administrateur van de boedel van de voors. mr Gerrit van der Laen (vgl 1567-09-22)