Bedoelde u soms?
taalman | taanman | taelman | talcun | talmans | tasman | thiman | tielman | tileman | tilman

12 resultaten

Velde, van de | 1565-08-26

O.R.A. Alkmaar 309 fol 100
Achternamenindex

Nicolaes van de Velde verkoopt aan zijn broer Michiel Heindricsz talman, een rente op zijn 2 huizen te Alkmaar

1497-12-13 |

Arch Abdij Egmond Inv no 373
Jaartallenindex

schout en scepenen van Heyloe oorkonden dat zij verschenen zijn op die uytganck van Jacop Hugenz zaet om te scouwen opten achtscouwen, daer gecomen is Jan van Tedroede met sijn talman als gemachtich van Jacop Hugenz ende heef gedinct soe als bij die wytganck of wateringe nyemant vercort of verachtert is, ende die scout met sinen scepenen allen wytgangen ende wateringhen legghen ende verlegghen mach na den profyten van den lande. Soe heeft Jan Tedroede voerscr mit sinen talman begeert dat men die uytganck voirs. of wateringhe wytkoeren souden nae den recht van den lande. Ende die scout ende scepenen hebben denselfden wytganck of wateringhe wytgecoert soe als daer nyemant bij verachtert is

Jan Heynricsz (zegel: rechtop staande spade), schout, Walich Geritz, Willem Wybrantz, Claes Dircsz, Dirc Jansz, Gerit Pietersz, schepenen

1442-04-24 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/53/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan uten Hage voor hemzelf en als voogd van zijn vrouw Geertrude Willem Symonszoonsdochter en voor Alijt Willem Symonsz weduwe, moeder van Geertruid voorn, geliede dat hij overgegeven heeft aan de H. Geestmeesters en Gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis tezamen "alle eygendom, recht ende toeseggen dat hij heeft, off Geertruut ende Alijt voirscr. hebben mogen an dat huis ende erf gelegen ant Sant, tusschen Margarete Henric Albouts weduwe en hoere kinderen an die een zyde, Jan Gerytsz talman an dander zijde, afterwaerts treckende an Margarete ende hoir kidneren voirs."

Gherijt Hoen (zegel: 3 barenstelen boven elkaar, van resp. 5, 4 en 3 hangers) en Boudyn Jan Boudynsz.z, schepenen

Hogendorp, van | 1574-10-20

Reg Rentebrieven Amsterdam no 7 fol 77
Achternamenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Lysbeth Jelisdochter weduwe van Cornelis van Hogendorp met haar voogd Jan Beth Jacobsz, secretaris der stad, Frans Stoffelsz, zijdenlakencooper, mr Pieter Adriaensz, talman en Jan Beth Jacobsz, haar vier vierendelen, erkende schuldig te zijn aan Marie Adriaen Goossenzoonsdochter 18 Kar gld jaarlijkse losrenten, op de helft van huis en erf aan het Oude Zijdts kerchoff, aen malcanderen, belend: Reyer Symonsz van Neck en de erfgenamen van Katrijn Wouter Dobbenzoonsdochter, verder op al haar roerende en onroerende goedreen

borgen: Jan Beth Jacobsz en Frans Stoffelsz; schepenen in Amsterdam: Jacob Geryts Teeus en Wessel Jacobs

1562

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1451/10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

mr Govart, talman tot Haerlem, gebruikt daeran 8 hont eigen land, geset op 21 gld

folio nummer: fol 13v

vervolg nummer: Overveen

1562

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1451/10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

mr Govart, talman tot Haerlem, gebruikt daeran 2 morgen 3 ½ hont eigen ende geset op 8 gld

folio nummer: fol 14v

vervolg nummer: Overveen

1562

A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1451/10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal

Jeroeijn Claesz, duijnmaer, gebruikt daeran een woning, hoert toe mr Govart talman te Haerlem, om 9 gld

folio nummer: fol 14v

vervolg nummer: Overveen

1486 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 162 fol 11v, 12/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen

vercoft: heer Aeriaen van Woude ende zijn suster Gheertruid Dircsdochter [hebben op de kerk] 14 R gld sjaars op hun beider lyf. Item Jacob Copertsz die talman heeft gecoft op die parochiekerk van Haerlem 12 R gld sjaars lijfrenten, ende die te betalen 2x sjaars op H. Misse anno 1486 de eerste en Mei 1487 de tweede termyn. Item vercoft aan mr Cornelis Dricsz cyrurgien ende Reymburch Harkendochter, zijn wijf, tot hun beider lyf, 22 R gld sjaars. Item verkocht Brechte Pouwelsdochter van Hoorn tot haar lyf alleen 12 R gld sjaars. Item die kerkmeesters vercoft in t jaer 1486: Baert Claesdochter alle jaar hoer leven lang 17½ R gld sjaers. Dit is aldus gesciet in tjaer 1486

1484-06-01 | Wijk aan Zee

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 187/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex

Gherryt van den Nyendamme, scout in den ban van der Wyck ende Wyck opt Zee, oorkondt dat Symon Utenhaech heefft recht ghesproken ende ghedaghet op die zusteren in Zijl binnen Haerlem, ter cause van een stucke lants leggende in den ban van der Wijck opt Zee, dat welcke Willem Engel Pietersz ende zijn ouders van den susteren in Zijl in huerwaer ghehadt ende ghebruijct hebben meer dan ⅓ deel van 100 jaeren, segghende dat hij daer een notwech sculdich waer te hebben over dat zelfde lant te weghen ende te varen van die rietcamp, toebehorende denselfden Symon Utenhaech. Jan van der Meer bestrijdt dit recht op een notwech. De zevenen doen onderzoek in deze zaak, en beslissen dat het Zijlklooster in zijn recht staat. Jan van der Meer met zijn talman heefft ghedinghet dat hij sculdich waer een brieff te hebben op synen cost van alsulc recht als gheschiet was van den seventuych, ende die scepene hebben ghewesen, dat ic hem sculdich was een brieff te gheven op sijnen coste mit mijnen zegel bezegelt alzoe dat behoert. Bezegeld in teghenwoerdicheyt van den scepenen, met het zegel van Gerrit van den Nyendamme

Jan Claesz Smijt, Symon Dircxsoen, Gherrijt Hobbenz, Odewijn Claesz, Gherryt Claesz, Symon Gherrytsz en Claes Jansz, schepenen van Wyck opt Zee

1553-10-07 |

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 355v-361v/Egmond D
Jaartallenindex

notarieel testament van Jan van Ruijven Willemsz, wonende nu ter tijt buijten Beverwyck, en zijn huisvrouw juffr. Magdalena Jan van Foreestendochter, octrooi van 1555-08-22. De langstlevende zal blijven bezitten de inboedel, huisraad, zilverwerk, cleynoden, juwelen, en ½ van de goederen. Jan van Ruyven maakt verder tot zijn erfgenamen zijn kind of kinderen, indien hij enige krijgt, en bij gebreke van dien, zijn moeder Judith van Solmes, en bij haar evt vooroverlijden zijn zuster Anna van Ruijven Willemsdochter, onder voorwaarde dat zij aan haar zusters Johanna van Ruyven Willemsdochter, geprofest conventuale te St Mariendale buiten Utrecht, en Cornelia van Ruyven Willemsdochter, geprofeste conventuale ten Vrouwenklooster buiten Utrecht, elk 12 Kar gld sjaars tot hun dood zal uitkeren, en verder aan Anna, Willem van Ruyvens natuerlijke dochter, zuster van de testateur, 50 gld sjaars. Magdalena van Foreest institueert eveneens haar evt kinderen tot erfgenamen, en bij gebreke van dien haar ouders Jan van Foreest en juffr. Maria van Heukesloot, en bij hun vooroverlijden haar zuster Cornelia Jansdochter van Foreest. Gedaan binnen der stede van Amsterdam ten woonhuyze van Jacob Cornelisz, schout van Amsterveen ende talman der voors. stede. Ego Petrus Ulortsz opidi Amstelredam secretarius nec non publicus sacri imperiali auctoriate notarius (vgl 1557-06-25, 1557-04-03)

getuigen: Claes Jansz Pelser, Henrick Jansz, poorters van Amsterdam