3 resultaten
1500-08-07 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 32v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
ic Pieter Jansz Vries, poerter ende inwoner van Westerblocker, liede ende kenne etc dat ic vercoft hebbe den broederen van Galileen gheleghen buyten Monckendam, die helft van een stucke lants ghehyeten die ses deympt, gheleghen in den ban van Westerblocker bij die Blocdyck, belend oost: Claes Wiggersz, west: Gherbrant Dircsz. Omdat ic Pieters Jansz Vries voern. op dese selver gheen zeghel hebbe noch ghebruycke soe heb ic versocht ende ghebeden Garbrant Dircxz van Hoern om dese brief voer mij ende over mij te willen bezeghelen, daer tegenwoerdich bi waren als tughen Jacop Jansz ende Jacop Walravensz, poerteren ende inwoneren van Hoern (vgl 1500-06-02)
1603-12-25
R.A.H. O.R.A. 2098 fol 23v
Transportregister Egmond
de broers Amel Jansz en Jan Jansz, haer sterck maeckende en vervangende Jacob Thamasz, Trijn Claesdochter, weduwe van Jan Thamasz en Pieter Ariaensz, met zijn twee kinderen geteelt bij Katryn Thamasdochter, alle erfgenamen van Cornelis Jansz van Rinnegum, transporteren aan Pieter Thonisz, nu tegenwoerdich inwonende buerman tot Rinnegum, een huijs en erve en croeftgen lants daeraan, staende en leggende tot Rinnegom, oost: een gemene wech, zuidwest: Jan Gerritsz, [noord]: de Rinnegummerlaen. Koopsom 46£
voor Loeff van Harlaer, schout, Aelbert Albertsz en Aelbert Cornelisz, als schepenen
1526-11-21 |
Oude Hof Alkmaar Charters no 14
Jaartallenindex
burgemeesters van Alcmaer certificeren dat op huiden voor hen Aeff Dirck Woutersz weduwe, bij haar hebbende haar zoon Gerrit Dircsz als voogd, by eede getuygt heeft, dat sij gheen andere erfgenamen en kende van haar zuster Aecht Jacobsdochter, mater van het oude convent te Alkmaar, dan huer persoon self alleenlyck. Ende seyde oeck datter gheen vorwaerde noch contract gemaeckt en zyn tussen haar broeder Ghave Jacobsz, Katryn Jacobsdochter, haar zuster en haer persoon aenghaende dat sij overghegheven souden hebben en malcanderen gheconsenteerd souden hebben dat zoe wanneer een van haerluyden storve, dat alsdan de kinderen van degene die overleden waer, intasten soude in die erfenis van Aechte Jacobsdochter voerscr, of die vader of moeder op die stoel zate. Noch verklaart Ave voors. dat zij om dese voors. saecken te consenteren ofte tracteren noydt ghemoeyt en is, noch in den tyd des anvaerts daer sij tegenwoerdich zelf present was met haar zuster ende noch in de tyt des maenstonts noch in den jaergetyde van Ghuert Jacobsdochter, huisvrouw van wijlen Jacob Claesz, want sy daer toe ter tyt niet present noch tegenwoordich enwas, noch haer man Dirck Woutersz, noch Nan Symonsz haar zusters man niet geweest en hebben in den utvaert noch in de maenstondt noch in die jaergetyde van Geertruid Jacob Claesz huisvrouw was (vgl 1526-10-20, 1527-09-06)