Kyfhoek, van | 1434-06-08

R.A.H. Coll Aanw 97 fol 72

Achternamenindex

Floris van Kyffhoeck draagt Crayensteijn in Bergambacht over aan Jan van Goch Bartholomeusz, belend boven: Cleijn Thienhoven, beneden: Groot Thienhoven, tevoren leen van Herman Beijnken en diens ouders

Goor, van | 1560

De Raadt III p 120

Achternamenindex

Otto Pieck, heer van Thienhoven zegelt een akte van Thierry van Malburg, zoon van Otto

1561-06-02 |

Partic Leenkamer Asperen 2 fol 5

Jaartallenindex

Daniel Loevensz: in t lant van Culemborch 3 morgen landts gelegen in Thienhoven, belend boven: Arnt Jansz de Keiser, beneden: Claes Gerytsz erfgenamen; 1564-05-30: Aleyt Louff Danielsdochter 3 morgen lant in Thienhoven aen den lant van Culemborg( vgl 1525-06-03)

Arkel, van | 1376-04-19

R.A.H. Coll Aanw 57 fol 428

Achternamenindex

Otte heer van Arckel oorkondt dat Wouter van Langerak hem heeft opgedragen dat huis en hofstad te Langensteijn met 24 morgen land, gelegen te Langerak dat hij in leen hield; vervolgens wordt Jan van Langerak beleend; belend oost: het land van Thienhoven, west: Jan van Langerak

mannen: Jan van Kedichem, Jan Spronc, Jordaen van Puflic

1544-11-04 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 262, 264

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Heindrick van Ryn Jansz opdroeg tbv Pieter Anthonisz, wonende tot Thienhoven, in den voors. lande van Ameide, 6 morgen land gelegen in den lande van der Ameyden op ten Waart, oost: Willem Engelbrechtsz, west: Dirck van Amersoyen, leen van Arkel. Met het verzoek Pieter te willen belenen. Op 1545-10-02 beleent Karel Hendrick van Ryn Jansz met deze 6 morgen als onversterfelijk erfleen

leenmannen: Albert van Loo, auditeur v.d. camer v.d. rekeninge, Cornelis Barthouts, Anthonne Lebucq ; 1545 present: mr Jan Pluymeon, secretaris van den Haghe, Adriaan de Lanelle, procureur postulant in den Rade van Hollant, Jan van der Woert

Kedichem, van | 1376-04-19

R.A.H. Coll Aanw 57 fol 428

Achternamenindex

Otte heer van Arckel oorkondt dat Wouter van Langerak hem heeft opgedragen dat huis en hofstad tot Langensteijn met 24 morgen land, gelegen te Langerak dat hij in leen hield. Otto beleent vervolgens hiermee Jan van Langerak tot een recht erfleen, belend oost: het land van Thienhoven, west: Jan van Langerak

mannen: Jan van Kedichem, Jan Spronc, Jordaen van Puflic

1525-06-03 |

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 27

Jaartallenindex

Rutger v.d. Boetzelaer oorkondt dat hij Loeff Danielsz beleend heeft met 3 morgen lands in Thienhoven, in de heerlijkheid van Heynrick Pieck mynen neve, belend boven: Peter Roelofsz, beneden: Loeff Petersz. Op ten 1546-09-25 heeft Louff Danielsz zijn eed vernieuwd voor leenmannen Geryt Dobbe en Sebastiaen van Beest. Boven staat: dit syn die lenen die ons aenghecomen sij by enen deding van mynre Jouffrou van Heemskerck (vgl 1561-06-02)

mannen: Lambert Fredricksz, Thomas Petersz, leenman des keizers

1507 |

Ms Opstraeten III fol 1572

Jaartallenindex

op St Anthonisdach: Gheryt van Culenborch, bastaard, gemachtigd door heer Johan van Lutzemborch, here van Vilis tho Culemborch, ten Weerde, tho Borsselen tho Hoichstraten etc en jvr Cornelia dochter tho Culemborch, te staen over de lenen, behorende te hore hofstede te Zuylen, oorkondt dat Gerijt van Oestrum Dircsz opdroeg de leenwere van ½ hoeve lants, veen en velts gelegen in Maarssenveen in Thienhoven, belend boven: Henrick Gheryt Walichsz nacomelingen, beneden: het convent van Vrouwenklooster, en dat hij vervolgens zijn broer [van Gheryt] Willem van Oestrum Dircxz hiermede beleend heeft

getuigen: Pieter Willemsz, man van de hofstede tot Sulen, Johan van Gaesbeeck en Johan van Doegenborch, mannen van het Sticht

1628-02-28~ |

Ms Opstraeten III fol 80, zie ook fol 92-94

Jaartallenindex

van wege die here Adriaen Ploos, ridder, here van Thienhoven, als man en voogd van vrouw Agnes van Bijler, enige geinstitueerde erfgenaam van wijlen Catharina van Rhijn in haar leven huysvrou van wijlen Elbert van Bijler, in zijn leven oud burgemeester der stad Utrecht, met open buyden in gereden gelde te presenteren Johan van de Pol, ontfanger van de 4oe penning als man en voogd van zijn huysvrouw Anthonia Both, de somma van 800 Kar gld in specie. Ter voldoening van het legaat aan Anthonia door Catharina besproken. Ongedateerd, volgt de kwitantie en nog een akte hierover dd 1628-02-28

1493-05-10 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Heusden Altena fol 4

Jaartallenindex

Max. en Philips belenen Rutger van den Bootselaer na dode van zijn vader Wessel van den Boetzelaer met: 1) dat huys ende hofstadt tot Langenstein met 24 morgen land, gelegen in Langeraeck, oost: t land van Thienhoven, west: here Jan van Langeraeck, leen van Arkel; 2) die coorntiende en smaltiende van Ammers Gravelant, van den Achterlande ende Poelwyck. Te houden van de grafelijkheid van Holland tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een winthonde mit een halsbande, 3) ½ van der Nieupoorte, met den gerechte, hoge en lage, ende daeraf die wederhelft houdende is heer Gerrit van Harchies [er staat: Hartges], tot een recht leen