1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol Hv

Jaartallenindex

redditus ecclesie St Lamberti in Ophemert. In den yersten 3 ½ schairweijen op ten uterweert elck schaijer 2 ½ gr; huys ende hoff 7 gulden; 1 hofstede tussen de joffr. van Zennewijnen en Gerijt Goeden, 5 gld; 1 bogaert tusschen Dirck Otten en Geryt die Wilde, 3 gld; butendijcs ende onslagen tussen joffr. voirs. en Engel Nyclaesz, 3 gld; die joffr. van Zennewynen geffet ut hoir goede, 3 gld; 4 hont lants in den Pollacker tussen Dirck Otten en Peter de Wit; ½ morgen in den Pijlschen tussen Dirck van Weerdenborch en Maes Gerijtsz; 2 mergen lants in Pylocken boven: Dirck van Weerdenborch, beneden: Zennewynen, 5 gr; 4 hont op Gullant, 5 gr; 7 hont op ten Papert, 7 out [?] gr; 8 hont op ten auwelingen [?] 1½ gld; 7 hont op ten Oerbeempt, 1½ gld; 1 morgen op Bolchovel, 1½ gld; 2 hont weduwe [?] Jan Lips, 10st; 1 hont op Gruijtsberch, ½ gld; 5 hont op ten Stenen, 1 gld; 2 morgen ibidem ende op die Hep [?] 1 hont, 2 gld; 3 morgen op die Ham, 3 gld; 5 hont op de Lange[n] en 2 hont op de ..., 1½ gld; 5 hont op die nederste Wordel ende op de overste wordel 1 hont, 7 ...; al die thiensen tsamen omtrent 12 gld, fuerunt 300 annuatim non computata

1538-11-06 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Vriesland fol 9-12

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor de stadhouder van de lenen joncheere Kaarle grave van Egmondt, dewelcke omme eensdeels te furneren seeckere tractaet ende transactie in den jare 1530 gemaeckt tussen wijlen vrouwe Magdalena van Waardenburch, duagiere van Egmond, onse nichte, de eerwaardige vader in Gode heer George zoone van Egmont, bisschop tot Uytrecht, onse neve, ter eenre- en vrouwe Franchyna van Luxemburch, gravinne van Egmond en van Gavere, vrouwe van Fiennes, zijn vrouwe moeder, mede onser nichte, als zyn voocht ter andere zijde, opdroeg tbv zijn broeder jhr Lamorael jonger zoon van Egmond, de heerlycheden, hoge ende lage, van Hoogtwoude en Eertswoude, mit alle renten, thiende, prouffyten, opcomen, vervallen en rechten, mit de tienden van Wognom. Mitsgaders de ambachtsheerlijkheid van Spanbroeck, mit tienden en anders haar toebehoren etc, onverminderd de lijftocht die onse neve de bisschop van Utrecht aan deze goederen heeft, en ook zijn faculteit om deze goederen te mogen belasten met 300 Kar gld sjaars eens. Onder voorwaarde ook dat zodra de bisschop overleden is, dat Lamoraal aldan aan zijn zuster jvr Margeriete van Egmondt jaarlijks zal moeten uitreiken 600 gouden Kar gld. En dat hij vervolgens jhr Lamoraal van Egmondt met deze lenen heeft beleend onder de genoemde voorwaarden: 1) die heerlijkheden, hoge en lage van Hoochtwouder ban en Eertswouder ban, also verre als dat schoutambacht en schependom streckt, te water en te lande, in onsen lande van West Vriesland, met alle renten, tienden etc. Ende ook de tienden van Woggenom, 2) dat huys van Hoochtwoude, met 3 morgen land daartoe behorende, onversterfelijk erfleen, 3) ½ van de ambachtsheerljikheid van Spanbroek met alle boeten, renten, thiensen, visserijen, vogelrijen, 4) de andere helft van de voors. ambachtsheerlijkheid van Spanbroek als voren [hier staat: thienden en tynsen], onversterfelijk erfleen

heer Zegelyn van Alveringe, heer tot Hofwegen, ridder, Joost van Wyngaerden, ambachtsheer van Ysselmonde, mr Floris van Ouwewert alias Zeeman, Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq, leenmannen

1578-07-14 |

R.A.H. Coll Aanw 141 fol 181-184/Reg Nassau fol 120

Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat Antonis van Amstel van Mynden heer van Cronenburg, schildknaap, hem heeft opgedragen tbv zijn dochter Clementia van Amstel van Mynden: 1) alle de heerlijkheden en goeden van Mynden, Loosdregt, Nieuwerveld ende Loendervene bij der Vegte gelegen, met tienden, renten etc, erfleen, 2) dat slot ende huijs tot Mynden met 6 morgen land leggende in der Loosdregt, opstrekkende van de Veght tusschen die Dregt ende Bloklane, erfleen, 3) het huis ende slot van Cronenburg, metten landen, cingelen, boomgaerden en wallen omme denselven huize ende slote gelegen, tesamen 5 morgen land, 4) 8 saten lants, tesamen 106 morgen, 5) de thienden, thiensen ende staande renten op landen en huisen, die wage ende windmolen, de swanerye in de riviere van de Vegt aldaar, visscherye in de grafte van den huize van Cronenburg. Mitsgaders de gifte van de pastrye ende costerye, de hoge heerlijkheid op den voors. huise en slote van Cronenburg en op de 5 mergen daarop gelegen, 6) t verheffen van twee agter erflenen, de ene gelegen tot Hoogwoude in Westvriesland, d'ander in Capelleland omtrent de Beverwijck, 7) het schoutambacht van Cronenburg, onversterfelijk erfleen, 8) een gesate lands, 24 morgen, daaronder de voors 5 morgen mede begrepen zijn, blijft 19 morgen die bevonden worden meest onland te wesen, gelegen in Loenrekerspel. Streckende met den westeinde van der Anxter, belend noord: Claes Kersgens, Dirk Berns, Hein Loef en Lijsbeth Bottermans, zuid: Roemer, Aernt Loef, Dirk Bern en Claes Willem van Cleinsoon, 9) 14 morgen land geheten die Nesse, 10) 8 morgen in het ambacht van Mynden in een houve onderdeelt van 16 morgen land, belend boven: Willem Wonnen, beneden: de voors. heer van Cronenburg met 6 morgen land gelegen in der Loesdregt, opstrekkende van de Vechte tussen die Dregte ende Bloklane. Onversterfelijke erfleen. Hulde doet voor haar Steven van Linden als haar gecoren voogd (vgl 1578-03-15)