Herlaer, van | 1305-01-10 (1304)

A.R.A. Copie Leenkamer 1 fol 105/EL 6 fol 50v, 59v; EL 24 fol 41v, 48v/Reg Hann p 12

Achternamenindex

Diederick van Haerlaer wordt door graaf Willem beleend met 18 £ Holl per jaar uit de tol te Dordrecht en met de "tiende van Haerlaer", gelegen aan de Houtghiesene, omdat "hij nu te desen tieden soo cranck is van siecheden dat hij ons niet soecken mochte"

1522-08-22 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 50v

Jaartallenindex

Karel beleent jhr Joost heere van Montfoirde, na dode van zijn vader heer Johan heere tot Montfoorde: 1) die heerlicheyt, hooge en lage, van den buyrscippen van Linschoten, van Hekendorp ende van den Waerden, gelegen in onsen lande van Woerden; 2) die coren- en smaltiende bij onse stede van Oudewater gelegen in Snuedelrewaert in Hekendorp ende an die zuidzijde en an die noordzijde van der Linschoten; 3) ½ hoeve lands in de banne van Montfoirde op die Grafte, belend boven: Jan van den Poele Evertsz, beneden: die burchgrave van Leyden; 4) dat huys ende hofstede tot Huelesteyn, met 5 morgen lands en toebehoren; 5) dat huys en hofstede van Linschoten met 20 morgen land; 6) 2 hoeven lands op Blocklandt in den lande van Montfoort; 7) alsulck goet als Roever Ydez van Moerdrecht voortyts van onsen voorvaderen hield, gelegen in den gerechte van Acht Hoeven in den lande van Montfoort, ende Mastwijk in den kerspel van Linschoten; 8) ½ hoeve lands gelegen bij den Polle in het kerspel van Linschoten; 9) die overtochte, die sluijse en visserij te Bodegraven, recht erfleen; 10) ½ van de tienden in onsen lande van Woerden, die ene geheten Bulwycker thiende, die andere Cromwycker tiende, zoals Aernt van der Bossche die hield, behalve dat de grafelijkheid ½ van deze tieden altijd zal mogen lossen met 180 Engelse nobelen; 11) de wederhelft van 10), gecomen van Claes Herman Mathysz dochter, te houden zoals syn vader sy die te houden plagen, behoudens ons ons recht van lossinge, ook aan deze helft; 12) 6 morgen land gelegen in het gesticht van Utrecht in den kerspel van Linschoten, geheten die Blauwe Camp, belend aan beide zijden: heer Jan van Zuylen van den Natewisch; 13) dat dagelijks gerecht van drie hoeven lands gelegen in die Demerbroeck bij onser stede van Oudewater, elke hoeve groot 16 morgen, met de tiende en tijns; 14) een corentiende ende smaltiende in Baerswaerde, tussen de grafelijkheid en de erfgenamen van Thomas uyten Broeck met eenre thiende te leen gehouden van ons. Alles (op een na) onversterfelijke erflenen. Daar jhr Joost onmondig is, doet Anthuenis de bastaard van Brederode de eed voor hem

leenmannen: jhr Wolfaert van Brederode, Pieter Hanneman, commissaris v.d. camer v.d. reeckeninge in den Hage