10 resultaten
Horn | 1362-11-10
Arch Heren van Montfoort Catal no 76
Achternamenindex
de gemene buren van Purmerend schenken ten overstaan van schout en schepenen van Purmerend, aan Claes Claes Symonsz van Velsen [Persijn van Velsen] de tochten, wateringen, visserijen en sluizen van de "wisen" van Purmerend, naar de zijde van Andries Horne en van Waterland, en de buitendijkse tocht geheten Tetensloet
1543-09-18 (II) |
Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 339, 340
Jaartallenindex
(vervolg) die erffgenamen van wijlen Claes Corff hebben van den voorsaeten van den keyser die visscherije van den sluyse geheeten die Quaeckelbrugge, gelegen binnen der stede van Alcmaer, ende hoewel dieselve sluyse zeer lange tochten heeft als die corte vaert ende die lange vaert, coemende vuyte Bergermeer, daer den ael oeck van daen coemet, die niemandt en mach bevisschen zoe en mach oick niemandt visschen in de voors. Bergermeer, zoe verre den van van Alcmaer daerinne streckende is, twelck meer beloept dan 600 roeden an beyde zijden van de voors. lange wael. Vrou Jacob van Beyeren, hier voortijts gravinne van Hollandt, heeft hier den erffgenamen van Hillebrant den Otter vuytgegeven de visscherije van de sluyse tot Edam, ende alsoe de palinck ofte ael coempt vuyte Purmer, loopende nae der Zuyderzee, zoe en mach niemandt in de haven van Eedam visschen, die nochtans bewesten die sluysen meer dan 50 roeden lanck is, ende buyten de voors. haven in de Purmer en mach niemandt visschen op 100 roeden nae. Die Keys. Maj. heeft noch een visscherije gehieten die sluyse van Ilpensloet, leggende bij Diemen, ende alsoe den ael ende palinck vuyte Diemermeer compt nae de Ye welcke Diemermeer zeer groot ende lanck is, zoe en mach men nochtans in de Diemermeer voors. niet visschen, noch in haar tochten repsonderende totte voors. sluyse ende buyten dycx in de Ye en mach men niet visschen op 60 roeden nae die voors. sluyse. Die Graeve van Egmondt heeft in pacht van de grafelijkheid van Hollant een visscherij geheeten de Weer, leggende tusschen de Beemster ende tusschen de Purmer, ende wandt de ael ofte palinck coempt vuyte Beemstel, die int rondt groet is omtrent 7 mijlen, zoe en mach niemant van de tochte van de voors. sluyse off lanck omtrent 400 roeden in de Beeste visschen tot Necke voert int zuyder lanck 500 roeden ende int noorden van de voors. tochte tot Dreyoert nae Caedijck op 400 roeden nae, ende is dese visscherije van den Weer die aldercostelicxste visscherie van palinck te vangen die in Hollandt leyt, naest die visscherijen ende sluysen van Sparendam. Tis nu zoe dat hertog Albrecht van Beyeren als grave van Holland in den jare 1400 de hooge heerlicheyt van Assendelft met allen zijnen toebehoeren ende onder andere meede dese visscherye van de Crommenye gehieten den Nyeuwendam in medegave met zijn natuerlicke dochter, genoemd vrou Natalie te huwelicke gegeven heeft heeren Barthout van Assendelft, ridder, die daer te vooren alleenlicke als oick ieder zijne voorsaeten beseten hadden die ambochtsheerlicheit van Assendelft, te versterven op zijn nacomelingen, zoodat de heer van Assendelft deze visscherij steeds rustig bezaten, totdat kort geleden Frederick Pietersz, Heynrick Dirck Maertijnsz, Gerijt Baertsz, Pieter Jacobsz, Pouwels Claesz en meer anderen, zonder eenig recht gevischt hebben in de tochten van de voors. visscherije als in de Gouwe sloet ende in de Stierop, immers recht voor de Crommenye, in zulken schijn dat den ael ofte palinck coemmende vuyte Stammeer ende vuyte Lange Meer zulcx belet ende gevangen wordtdatse totte voors. visscherije niet en mach coemen, waardoor suppl. visscherij geheel te niet dreigt te gaan. Het Hof verbiedt vervolgens het visschen in genoemde tochten
1544-06-23 (24~) |
Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 345
Jaartallenindex
de prins van Oranje, stadhouder generaal en Raad van Holland etc, verleent commissie aan den eersten gezworen exploitier van de Kamer van de Raad in Hollandt, om, ten verzoeke van den heer van Assendelft, als beleend zijnde met de visscherij van de sluis van den Nyeuwendam en de tochten van dien, te dagvaarden Vrederick Pietersz, Jan Pietersz, Jan Pieters de Waert, Pieter Jansz, Baert Mathysz of Baert Jansz, Heynrick Dirck Mannen, visschers te Cormmeniedijk, die met Geryt Baertsz, Pieter Jacobsz, Pouwels Claesz en meer andere deze visscherij gestoord hadden, voor het Hof in den Hage, voor de condemnatie van het Hof van de door hen op 4 juni afgelegde verklaring van gehoorzaamheid
Persijn | 1390-04-14
Cat Arch Heren van Montfoort Regest no 156 en 157, p 113/Afschrift in Cartul fol 3v Inv no 361, 374/Van Mieris III p 580
Achternamenindex
hertog Albrecht bevestigt, op de klacht van de jonker van Brederode over inbreuken op het recht dat zijn leenhouder Claes Claeze van de vrouw van Waterlant en van de buren van Purmerend ontvangen heeft op een sluis en op de wateringen, tochten en visserijen van de Wysen en van Tetensloet bij Purmerend, de jonker van Brederode en diens leenhouder in hun rechten
dezelfde akte als van 1391-04-06 ? Vgl 1416-07-09
1501-02
folio 99 LXXXI 1498-1501
Transportregister Haarlem
Jan Keijsersz, de molenaer, aan Jan Valkez ½ van een stuk lants geheten "Quattel Coech", gelegen in de ban van Ursem, daer naeste lenden of zijn de Tochtie ende een huis en erf dat van dit voirs lant voortyts vercoft is ende uytgegeven is, te samen an oostende, de tochten.... [verder niets]. Jan Valkez lijt schuldig te zijn aan Jan Keysersz 67 ½ R gld
Heukelom, van | 1399-12-07
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 628v, no 67 fol 97v/Reg Albrecht V fol 361/Van Mieris III p 710
Achternamenindex
hertog Albrecht oorkondt dat hij zijn getrouwe heer van Huekelom en zijn ouders tolvrijheid had gegeven; om trouwen dienst van de heer van Huekelom tegen de Oostvriezen, geeft hij diens poorters en onderzaten van Huekelem eveneens tolvrijheid op zijn tollen van Holland, Zeeland en Heusden; hertog Albrecht erkent de heer van Huekelem schuldig te zijn, wegens diens schade en verlies bij de tochten tegen de Oostvriezen, 300 Eng nobelen
Velsen, van | 1362-11-10
Inv Arch Heren van Montfoort Regest 76, 77, p 98
Achternamenindex
de gemene buren van Purmerend schenken aan Claes Claes Symonszsz van Velsen [Persijn van Velsen], de tochten, wateringen en visserijen van de "wisen" in Purmerend naar de zijde van de Horn en van Waterland en de buitendijkse tocht, Tetensloet geheten; vgl 1362-12-12: Kathariin vrouwe van Waterlant schenkt aan haar neef Claes Claesz [Persyn van Velsen] den vrijen eigendom van de watertocht, visserije van de "wijsen" van Purmerend en van de Tetensloet, met een sluis in de dijk aldaar
Brederode, van | 1391-04-06
Van Mieris III p 579
Achternamenindex
hertog Albrecht oorkondt dat de jonkheer van Brederode en Claes Claesz [Persyn] als zijn leenhouder grotelijks gestoord worden in het bezit van hun sluizen, wateringen, tochten en visserijen van der Wisen en van Tetensloet bij Purmerend, welke sluizen etc. de gemeente van Waterland in eigendom had gegeven aan de vrouwe van Waterland [de jonker van Brederode was blijkbaar de vrouwe van Waterland in het bezit van deze zaken opgevolgd], die er haar neef Claes Claesz mee beleend had. De hertog verbiedt een ieder inbreuk te maken op de rechten van de jonker en van Claes
Persijn | 1362-11-10
Cat Arch Heren van Montfoort Regest 76, 77
Achternamenindex
de gemene buren van Purmerend schenken, ten overstaan van schout en schepenen van Purmerend, aan Claes Claes Symonszsz van Velsen [Persijn van Velsen], de tochten, wateringen en visserijen van de "wisen" in Purmerend naar de zijde van de Horn en van Waterland en de buitendijkse tocht, Tetensloet geheten; vgl 1362-12-12: Kathariin vrouwe van Waterlant schenkt aan haar neef Claes Claesz [Persyn van Velsen] den vrijen eigendom van de watertocht, visserije van de "wijsen" van Purmerend en van de Tetensloet, met een sluis in de dijk aldaar; vgl 1390-04-14
1543-09-18 (I) |
Arch Marquette 1106/Cartul Assumburg no 339
Jaartallenindex
de prins van Oranje en Cornelis Zuys, Raed van Holland en Zeeland, oorkonden dat hun medebroeder in Raide presiderende, die here van Assendelft, hen heeft te kennen gegeven hoe wijlen hertog Willem in t jaar 1357 heeft doen overdijcken een water ofte als doe riviere, genoempt die Cormmenije, ende heeft daerinne geleyt een open sluyse tot allen getijden in ende vuytvlogende als een visscherije omme te vangen den palinck coemende uyt den Sammeer ende vuyt den Langemeer die vuyten natuere deur die voors. sluyse gewoenlicke is te brecken nae een waeter gehieten die Ye, ende heeft die voors. Hertog Willem doen stellen limiten binnen den welcken niemandt andersen zoude moegen visschen, te weten buyten dijcx in de voors. Ye tot Baert Gaelen sluys toe, gehieten dat Delfrack, bij estimatie meer dan 260 roeden, ende binnen sdycx van de sluys off langes de Crommenye in de voors. twee meeren daer die palinck vandaen coempt, ende in allen anderen visscherijen alsoe wel den keyser als grave van Hollant als anders zijn Majesteits vasallen toebehoerende is altijt geuseert geweest ende wordt noch daegelicx geuseert dat men binnen zeeckeren limiten belettende dat den palinckvanger niet en mach visschen, ende alsulcx soe en mach niemandt omtrent den sluysen van Sparendam visschen in die Spaeren deur die stede van Haerlem tot binnen die 50 roeden teynden die tonne staende binnen die Haerlemmermeer, daer die palinck van daen coempt, twelck ongelijck langer tocht is den van de voors. sluyse van den Nyeuwendamme tot in de voors. meeren toe, ende buytendijcx en mach men die sluyse van Spaerendam niet bevisschen tot die droen toe bij estimatie lanck omtrent 200 roeden, die Keys. Maj. heeft nog die visscherijen van de sluysen gelegen in den Spaerendamschendijck, daerof die palinck coempt ende loep heeft vuyt die Spierinckmeer nae die Ye, in welcke Spierinckmeer niemandt anders visschen en mach op 100 roeden nae aen eenyge tochten van de voors. sluysen. Noch soe heeft den Keys. Maj. die visscherije van een sluyse gehieten in de Zwet, gelegen tusschen die Schermer ende die Beemster, welcke visscherije wijlen hertog Philips van Bourgondië in erfpacht gegeven heeft die voorsaeten van eenen Jacob Pietersz ende nu beseten wordt bij zijnen erfgenamen, ende is die tochte van dezelffde visscherije bij raminge lanck 500 roeden ende en mach men daer en teynden in de Schermer niet visschen op 100 roeden nae alsoe den ael ofte palinck vuyter Schermer nae den Beemster meest haer loep heeft. Noch zoe heeft die Keys Maj die visscherije van een sluyse gehieten Rustenburg, gelegen tusschen de Waert ende de Schermer, ende alsoe den ael ofte palinck vuyt die Waert nae den Schermer treckt zoe en mach men in die gehele waert niet visschen, die nochtans groet is bij raminge 7 mijlen ommegaans (vervolg)