3 resultaten

Schagen, van | 1456-01-02

Van Mieris Vervolg p 90, 91, p 118
Achternamenindex

hertog Philips geeft aan heer Willem bastaard van Holland, vrijheid een polder van omtrent 300 morgen grenzende aan zijn heerlijkheid in de Zijpe, te bedijken en die landen aan de heerlijkheid van Schagen te hechten en samen in leen te houden; 1456-03-02: idem; 1463-05-03: de hertog bevestigt het erfdeel van de heer van Schagen aan zijn jongste zoon Willem toegelegd had, nl van een stuk land door hemzelf bedijkt van 300 morgen

1575-08-16 |

Repert Stichtse Leenprotocollen p 503/Gaasbeek
Jaartallenindex

Johan Taets van Amerongen, burgemeester van Utrecht, en Vrederick uten Ham, voogden over Ernst Taets van Amerongen, oudste zoon en leenvolger van Willem Taets van Amerongen bij Cornelia de Valladolyt, verklaren met Cornelia voorn. gescheiden en gedeeld te hebben en tot onderpand van haar lijftocht van 200 Kar gld sjaars, alsmede voor 300 Kar gld, die haar zijn toegelegd wegens ... ioratie van het leengoed Groenewoude, gedaan staande huwelijk, en de aan haar toegezegde gelden voor alimentatie van de 4 kinderen van haar en wijlen haar man, ten bedrage van 50 gld per kind per jaar gesteld te hebben volgens de huwelijksvoorwaarden tussen wijlen Willem Taets van Amerongen en Cornelia voorn, "twee hoeven lants gelegen in den gerechte van Woudenberg op Eckrijsch mit sulcken steenen huijs en getimmer als daer op staet, dat eertvast ende nagelvast is, mit allen zynen toebehoren, op desen tijd geheten Groenewoude, daer naest gelant syn an die een syde Reijner Heinric Cruven erfgenamen, aen die ander zyde: die Carthuysers buiten Utrecht, dat Elbert van Aemstel te wesen plach, an die een zyde: de Zeedyck , an die ander zyde: die Verloren wetering"

1622-08-30 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1150-1154, 1154-1157
Jaartallenindex

deductie van de heeren Strick, van der Haer en Bijlen overgeven ut naem ende van wegen Daniel ende Cornelis de Ridder van Groenesteijn en zijn broer Anthonis de Ridder, waarin zij bewijs leveren dat zij gequalificeert zijn tot de jacht en dat hun voorvaderen edellieden waren en dat haar hofstede Groenesteijn altijd riddermatig is geweest. Zij noemen enkele voorouders die zelf ook met edele personen gehuwd zijn geweest; 1585-02-23: is Willem die Ridder van Groenesteyn door de prince van Oraengien tot maerschalc van het Overquartier aangesteld als jonchere. Door de troebele jaeren ende viandelijcke affbrandinge van de hofstat Groenesteijn ende berovinge sijnder goederen heeft hun grootvader Anthonis de Ridder van Groenesteijn syn wooninge moeten verlaten en heeft zich binnen Utrecht toegelegd op de exercitie van brouwen. Ende geleth de supplianten anders niet en obsteert dan het partijdich opritsen van de here maerschalck jonker Eernst van Reede, ende dat deselfde sulcx alleenlyck doet ut bittere viantschap, vermits hij seijt dat de supplianten iedtwes van desselfs moeder geseijt souden hebben, hetwelck nochtans expresselyck ontkent wordt. Dezelfden requestreren ook over beledingen hun door Eernst van Reede en lichamelijk letsel hun door diens dienaars aangedaan. Die Gedeputeerden van de Staten gehoort het voors. rapport doen aff bij desen d'interdictie van jaegen, in de voors. appte geroert etc etc (kort samengevat)