12 resultaten
1540-12-05 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 159/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
Dirck Willemsz en Dirck Pietersz als voecht van de kinderen van Borryt Pietersz oorkonden dat zij verkocht hebben aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis te Haerlem al het land vermeld in den doorstoken brief. Daar zij zelf geen zegel hebben zegelt Dirck Symonsz voor hen, in presentie van tuijgen en bueren van Lisse als Geryt Jacobsz en Jacob Gerytsz (vgl 1539-06-29)
1498-07-30 |
Cartul St Jan Haarlem no 1024
Jaartallenindex
joffrou Janne Jan Willemsz wedue oorkondt verhuurd te hebben aan Kers Dircxz Oudewater en Claes Dircxz tezamen, 21 morgen lands, gelegen in Zoeterwouderambacht, te weten 7 morgen gelegen after Rodenburch en 14 morgen gelegen over Meerburghgerweteringhe, 10 jaar lang, sjaars om 27 R gld. Anno 1498 des s Manendaechs na St Jacobsdach Apostel die meerer. Hier hebben an ende over geweest als tuijgen en wyncoopsluyden mr Jan Willem Jansz, commendeur tot Haerlem ende cureyt van Zoeterwou, ende heer Symon Jan Henricxz, broederen van St Jan te Haerlem voers.
1468-03-10 (1467) |
R.A.H. Coll Aanw 258 fol 367/Mem Hof van Holland fol 98
Jaartallenindex
alzo den dach op huijden dienende was dat die vrunden ende magen van wijlen Geryt Vuytten Hage reprochen overgeven souden op sulke productie als Willem Vuytten Hage mit brieven ende tuijgen gedaen heeft tegens himluyden dairop Symon Vuyttenhage ende Adriaen Vuytten Hage, gebroeders, voir ogen comende in consistorio nyet en hebben willen seggen hoe wel himluyden dat dicke gepresenteert was toe te ontfangen, soe heeft t selve Hoff denselven vrunden ende magen versteken van allen reprochen ende sall t selve Hoff recht doen op t guendt dat onder denselven Hove rustende is
1473-04-15 |
G.A. Haarlem Inv no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 134v
Jaartallenindex
Pieter Pieter Meynertsz.z oorkondt dat ick vercoft hebbe Pieter Willemsz die rechte helft van 2 gouden Wilh. Holl scilden, daer die wederhelft denzelven Pieter Willemsz uijter name van mijn zuster Duijve, zynen wijve, of toebehoort, erfhuyr en pachte jaerlicx staende op een saete lants en huijsinge gheheten die Bloocken, gelegen in den ban van Ursem, zooals de doorstoken brief inhoudt. Hier waren bij an ende over als tuijgen ende oomen van mij van mijn vaders ende moeders wegen Jelis Meynartsz en Claes Gherrit Symonsz.z. Daar Pieter zelf geen zegel heeft, zegelt Thomas Thomasz voor hem
1485-06-17 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 194/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
Walich Dircsz, schout tot Oesdom, oorkondt dat Huijch Aerntsz geliede dat hi vercoft heeft bij believen van Pieter van Ruijven, als ambochtsheer tot Heyloe ende tot Oesdom, ende Willem van Rijc, baliu van Egmond, ende oic mit consent, wil ende begheerten van zijn kinderen Reyer ende Jan Hugezoenen, aan het Zylklooster te Haerlem, een stuck lants mit zijn notwech, mit den ghehelen sloet op die o.z. ende voirt alom mitten halven sloot, liggende in den ban van Oesdom. Item doir dit voirs. lant heeft Pieter Thomasz in Hairlem zijn weyde, groot wesende 7 coeweyde, een vrien doirganc, ende dit voirs lant, als van Huijch Aerntsz, is groot 4 coeweyden, dair belendinge of zijn zuid: Claes Jansz Nobel, noord: Griet Dirc Janszoons wedue, oost: Jacob Jansz, west: Pieter Thomasz in Hairlem. Waarborg is Jacob Aerntsz. Bueren, wincopsluden ende tuijgen Jan Dircsz ende Wigger Vrericsz
bezegeld door Walich Dircsz, schout, en door Pieter van Ruijven en Willem van Rijk, leenmannen der grafelijkheid van Holland
1483-02-15 |
Ms Op Straten v.d. Molen dl III fol 768
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem, leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat voor ons quamen die eerbaere Ysbrant uten Hage aen d'een sijde, joncvrou Clemens Dircxdochter van den Woude, sijn geechte wijff, aen d'ander sijde, in de hant hebbende een instrument gemaect ende onderteyckent bij mr Jacob van Texel, openbaer notaris, bij handen van hun beijden ende oock bij handen van mr Jacob Woutersz, doctor in de medicynen, mr Jan van Velsen, priester, ende capellaen der prochikerke van Haerlem, van here Willem van Spaernwoude, priester, van here Claes Jansz Smit, oock priester, van Ysbrant Gerritsz van Spaernwoude, van Huybrecht Gysbertsz van der Weijde ende van t merck van Henrick Jelisz alst scheen alse tuijgen daeraen ende over geroepen, omme der meere seeckerheyt etc. Welck instrument inhoudende is veele poincten ende articulen in Latyne en Duytsche in date 1482, 16 Jan etc. Zij verzoeken dit instrument te ratificeren
zegels van Claes Pietersz Hals (een timmermansbijll), Dirc Henricsz (drie pijlen in de hoeck een teecken), schepenen; Willem Florisz (een leeuw, op de helm een tob off diergelyck, waerut een halve leeuw), Willem van Adrichem (een leeuw waerover een balck, op de helm een tob of diergelyke waerut ½ leeuw), leenmannen
1472-03-23 |
Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A no 62/Cartul St Michielsklooster Haarlem fol 28; Bissch Arch Haarlem 11 kl A no 19
Jaartallenindex
Ewout Willem Bartoensz, schout in den ambacht van Noertichgerhout, oorkondt dat hij vercoft heeft heer Pieter Claesz, priester, een stucke lants gelegen in den ambacht van Noertigerhout, groot tussen 7 en 8 hont, belend zuidwest: Aelbrecht Willemsz die seijlmaker en Mouwering (Mouwerijn) Harmansz, noordoost: dat cloester van der Lee, noordwest: die Wilnessloot, zuidoost: die hoeftwateringe
tuijgen: Wouter Gerytsz, Pieter Vos
1491-04-28 |
G.A. Amsterdam Inv B.W. no 553e regest 575/Cartul St Luc. Convent fol 334v
Jaartallenindex
Jan Beth Wijngezoon, schout van Sloten en Ostorp, oorkondt dat Griet Jacopsdochter opdroeg en machtig maakte Lysbeth Symonsdochter in St Lucienclooster off een die Lysbeth voorsz. voor haer set in hoir stede, alsulcke ghelden ende renten op te boeren, recht te gheven ende te nemen, in allen schijn off Griet Jacobsdochter daer selver teghenwoordich waer, te verhuyren in aller schijn off zijt zeker dede (vgl 1480-02-13)
Jacob Florysz en Pieter Gherijtsz, schepenen en tuijgen
1479-11-22 | Castricum
G.A. Haarlem N 184 fol 40/Cartul Leprooshuis; G.A.Haarlem Inv I no 1536 Origineel
Jaartallenindex
Claes Zymonsz, scout van Castricum, oorkondt dat Henrick Henricksz Raeuwart, poorter en inwoner van Haerlem, geliede dat hij verkocht heeft aan de Lazarusmeesters te Haarlem, een gehele sate lants mitten husinghen die daerop staen, ende toebehoeren, alzoe groet ende cleijn als Gheryt Woutersz die nu ter tijt woenentlic bezeten heeft. Gelegen in den ban van Castricum, ende hebben belent oost: Margriete Pieter Gherytszoensweduwe, noord: t Zukoedts mit die wateren, Cornelys Zymonsz als van cappelrie guet, ende voert west: dat huys ende [erve] daer Gherijt Woutersz nu ter tyt op woent, ende hebben oick belent zuid: den Corendijck, oost: Willem van Berckenroede, west ende noord: Jan Baertsz ende Claes Arijsz, uytghenomen een acker die Griet Bertholomeeus Zymonszoonsdochter toebehoert
Dirrick Dirricksz ende Jan Eylkesz, schepenen ende tuijgen
1474-12-12 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 146/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
Dirc de Weent, schout tot Velsen, oorkondt dat Katherijn Jacob Vranken wedue met haar zoon en voogd Willem Jacobsz voor zich zelf en voor Vranck en Margriet, zijn broeder en zuster, gelieden dat zij verkocht hebben aan het Zylklooster te Haarlem, een stucke lants gelegen in den ban van Velsen, daer naeste lenden of zijn noord: de droge beeck, zuid: Pieter Jan Dirxz.z, streckende westwairts van de Mercken, oostwarts op an de Heerwech
schepenen en tuijgen in den ban van Velsen: Pieter Ailbrechtsz en Gheryt Symonsz