19 resultaten
Doem, van | 1447-05-01 (of 1445)
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 484
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem oorkondt "dat wij ontfangen hebben van des cloesters wegen van West[er ?]oijen buten Tyel, bij handen Alerts van Doem 6 R gld van onsen tyende van Zandwijc. Welc gelt voirs wij ontfangen hebben ende ontfangen in affcortinge des pachts van der tyende voirs. Gegeven anno 1445 op den Meydach 47" [!]
1518-04-09 |
Arch Abdij Egmond Inv no 302
Jaartallenindex
Jan Dupon (?) cramer in den Haghe bekent ontvangen te hebben van Wyllem Bertelemeusz van weghe mijn Heere prelaet van Eghmonde de somme van 400 R gld 20st voer den gulden, in mijneringhe van meerdere somme van een block tyende die hij den voors. vercoft heeft, gheleghen in der Beverwyck
1460-05-10 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 34/Reg Charolais fol 18
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz, shertogen Raad, en gemachtigde van de graaf van Charolalis, oorkondt dat Jan van Muylwyck Gherytsz verzocht ½ van der geheelre coirn tyende, gelegen in Nuwe Stryen in tsher Hughen lant, daer St Anthoniskerke in staat, die hij van wijlen jonker van Gaesbeek als heer van Stryen hield tot een onversterfelijk erfleen
present: Gheryt van Assendelft, mr Henrick van der Mye, leenmannen van Charolais, Jan Ruychrock, leenman van Holland
1499-03-15 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 28v, 29
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat hij beleent jvr Cornelye Jansdochter van Dryebergen na dode van haar vader met een landeken gehieten Engelant met een riitbrouck gehieten die heyninge mit eggen ende mit eynden ende mit der tyende daarof ende synen Drogendyk. Leen van Putten. Te houden tot een recht erfleen, te verheergewaden met een stoop Rynwyn. Jan van den Zevender doet als gecoren voogd de eed voor haar
present: Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz
1487-10-06 |
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 6
Jaartallenindex
Wessel van den Boetzelaer heer tot Asperen oorkondt dat Joost van Haeften, oem, Ghysbert ende Claes van Haeften van Reynoy, gebroederen, ende Jan van Heerler, oudomen van der moeder, ende Otto van Malsen, oem van svaders wegen, van joffrou Heynryck van Malsen ende meer magen ende vrienden van hoer, ende hebben ons te kennen gegeven hoe dat selige Heynrick van Malsen, hoer vader, in syn uiterste begheerden ende bat dat men joffr. Heynric, syn dochter, in een cloester brengen solde, ende sijn tyende so verde zijn zoen storve, Otten syn broeder gheven solden. Ende dat zij dien aengesien nu bededeingt [?] ende maghesceit gemaict hebben, int welc ende meer punten begrepen is dat Otte van Malsen voirs. joffr. Heynric zijn nicht in een cloester brengen sal ende die tyende behalden. En zij verzoeken nu Otto met dez tienden te beleenen. Item daerna anno 1488 den 22e Maert heeft Joffr. Heynrick van Malsen met haar voogd Dieric Spierinck deze tienden te Asperen in die Vyfhoeven gelegen, streckende van de Vliet tot Scolpenhoeve to, opgedragen tbv Otto van Malsen, die vervolgens beleend wordt (vgl 1484-11-25, 1520-02-21)
mannen: Adam van Malsen, Wembert Aertsz
1345-07-27 |
R.A.H. no 36 fol 351v/Reg EL 32 fol 58v
Haarlem Algemeen
graaf Willem beveelt op Jan van Sassenem, onsen trouwen Raed ende knape, het schoutambacht van Haerlem, binnen onser vryhede van onser poirte van Haerlem te bedriven, voor zijn leven. De boeten zal hij hebben voor zijn leven, en voor elke doodslag 10 £. Voorts belooft hij hem te houden in den tyende leggende tot Schoten die Engebrechts van Schoten, also groet ende alsoo cleyne als die aan 's graven vader aanbestarf van de Vrouwe van Voorne, die hem 's graven vader gaf voor zijn leven
1460-03-17 (1459) |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 17/Reg Charolais fol 10
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz oorkondt: dat jvr Margryet van Leeuwenburch, op dese tijt Adryaen Jacob Claesz geechte wyf was, van wijlen de jonkheer van Gaesbeek als heer van Putten onversterfelijk leen hield, een tyende gelegen in Schadecamp in het land van Putten, die haar van haar vader Gheryt Oom aanbestorven was, zoals men dat claerlijk bevonden heeft in de registers van de jonker van Gaesbeek. Anthonis beleent nu namens de heer van Charolais, heer van Putten, Adryaen voors. uit naam van zijn vrouw met dit leen tot een onversterfelijk erfleen. Haar man doet hulde voor haar
present: Gerrit van Poelgeest, Jacob Penne, leenmannen van Charolais
Hanneken Ysbrandsz | 1388
Rechtspraak Graaf van Holland II p 179
Voornamenindex
"Dat gherecht van Hairlem hebben gheloeft Hanneken Ysbrantsz hoeren poerter ter antwoerde te brenghen over minen here ende sinen rade van sulken broeken als men him tyende is van Ademan Moensoens doet"
Haarlem