uitgesacht
13 resultaten
1512-04-03 |
G.A. Haarlem N 184 achterin/Cartul Leprooshuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Foppenz als man en voogd van Brechtlant Pietersdochter gelyede dat Geerte Pietersdochter, syns wijfs zuster, hem uitgekocht heeft uit de nalatenschap van wijlen Pieter Pietersz en Lijsbeth Huygendochter, wijlen huerluyden vader ende moeder. Voorts belooft dieselve Jan Foppez dat zieckhuys buyten deser stede daer de voors. Geerte provenierster in is om dese voors. erfenis niet moeylyck te wesen in tijden toecomende. Onderteykend: Bolle (vgl 1502-08-25, 1519-11-19, 1531-03-10, 1531-03-15, 1531-03-30)
Claes Diericxz van Paendren en Geryt Steffensz, schepenen
1489-08
folio 15v XVI 1489-1492
Transportregister Haarlem
Geryt Gerytsz van Leijden erkent dat Willem Pietersz hem uitgekocht heeft van de erfenis die hem zou mogen aankomen na dode van Willem voirs, die daer makinge ende bruijckwaer an hadde na dode van zyn zuster Margriete Gerritsdochter
Rosenburch | 1559-11-22
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 567
Achternamenindex
aan Lourens Dircsz Rosenburch, gehuwd met Catryn Ysbrantsdochter, werd gevraagd om het huis te Eikenduinen te verkopen; 1562-10-10: zij was een dochter van Ysbrand Jacobsz wiens 2e vrouw Maritgen Pietersdochter hertrouwde; Lauris had Maritgen voor 368 Kar gld uitgekocht en het huis te Eikenduinen in bezit genomen; proces hierover met de andere kinderen van Ysbrand Jacobsz uit zijn eerste huwelijk, te weten: Pouwels, Cornelis, Jaepgen, Willemtje Jansdochter [of Aem !] x Dirck Mourisz, Dingna x Cornelis Philipsz, Meynsgen x Floris Dircx
1496-06-14 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 214/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem en leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Barbara Cristoffelsdochter met haar voogd Claes Diertsz, Claes Willemsz voor zich zelf, Jan Jansz als man en voogd van Margriete Dammasdochter, en Jan Dammasz voor zichzelf, en gelieden gezamenderhand dat pater, mater en gemeene zusters van het Zijlklooster hen uitgekocht hebben en wel voldaan en betaald hebben van een recht ⅛ deel van een stucke lants gelegen onder den Hanger ende gebruyct Engbert Jacobsz om 6 R gld sjaers, daer jaerlicx uytgaet 10 st. Ende noch ⅛ deel van 56 R gld dat deselve pater ende mater tot behouf van 't voirs. cloester, in den name van Alijt Jacobsdochter, professide zuster aldaer, t erve genomen hebben van zuster Alijt coman Claes Jannendochter, hoire nichte, die in horen leven in den cloester van St Katrijnen binnen Haerlem professide zuster was. Daarom beloven Barbara etc dat zij deze 2 percelen van erfnisse aan den voorn. pater etc kwijt te schelden en er nimmermeer aanspraak op te zullen maken
Ysbrant van Spaerwoude en Evert Jansz van der Meer, schepenen
1486-01
folio 65 LXV, LXVI 1484-1486
Transportregister Haarlem
Henrick de Bruijn en Dirc Henricsz als man en voogd van Maritgen Jan de Bruynendochter [er volgt iets onleesbaars] elk voor hen zelf, erkennen dat Pieter jonge Pietersz hen uitgekocht en voldaan heeft van de erfenis hun aangecomen bij dode van Oede Jansdochter, hare moeije, in haar leven de voors. Pieter Jongen geechte wijf was
1499-09
folio 55 XLVI 1498-1501
Transportregister Haarlem
Evert Lubbertsz als man en voogd van Beatrys Claesdochter, lijt dat Lambert Henricsz de molenaer hem uitgekocht en voldaan heeft van 1/24 e deel van een molen, -werve, -huijs etc buyten de Cleijne Houtpoort in t Rosenprieel op die Spaerne zoals hij daarin bestorven is bij dode van Claes Ruijmer en Lysbeth Dircsdochter, zijns wijfs ouders
1498-12-04 |
Bissch Oud Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 124v/Orig. A.R.A.
Jaartallenindex
Willem Gherijtsz, schout an die Vlyst, en buyrluyden in den ambacht voirs. oorkonden dat Marijtgen weduwe van Pieter Mouris, met haar gerechte voogd Jan Pietersz, en met haar kinderen als Aryaen Pietersz, Jan Pietersz, Thonis Pietersz ende Willem Hughenz, haar dochter man, ende Dirck Meeusz ende Aert Dirxz, haer dochteren mannen, en verklaren de weduwe voirn. met haar 6 kinderen, dat zij hebben uitgekocht Pieter Mourisz twee voirkinderen als Claes Mugge ende Willem Willemsz geechte huijsvrouwen wesende. Vervolgens dragen zij over aan broeder Willem Jansz, procurator der Regulieren in den Hem buiten Schoonhoven, den eigendom van 6 morgen en 4 hont land gelegen an die oostzijde van de Vlist, belend zuid: die Duitse heren t'Utrecht, noord: die broeders van de Regulieren buiten Scoenhoven. Tezelfder tijd dragen die sieckmeesters van Scoenhoven, als Pieter Heijnricsz ende Cornelis die Winter als gemachtigden van der stede voorn, over den eygendom van 8 hont lants die den siecken te Scoenhoven toe behoerden ende hem angecomen waren van wijlen Jacop Lubbe, gelegen in denselven lande voirs. gemeenre voor, aan de Regulieren voirn.
Dirck Aertsz, Jan Woutersz en Gheryt Hughenz, buyrluyden
1490-08
folio 63v LXIV 1489-1492
Transportregister Haarlem
Pieter Baertsz als man en voogd van Beatrijs Golendochter, Jan Golez voor hemzelf, Lysbet Golendochter met haar zwager Ryeuwert Ysbrantsz als voogd en Zuwe Jansdochter met Claes Jan Govertsz als voogd, erkent dat Willem Claesz cannemaker hem uitgekocht en voldaan heeft van de erfenis, niets uitgezonderd dan alleenlick het huys mitten erve dat zij thans besit, staende op die Beeck, die hun aangecomen en bestorven zijn bij dode van Dyewer Golendochter hoir aller suster, doe sij leefde de voirs. Willems geechte wijf. Hij erkent hun luijden deswege 60 R gld schuldig te zyn
1558-1564 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 576
Jaartallenindex
Katryn Hillebrantsdochter contra Pieter Oem Jansz [Cooninck]. Kathryn woonde na de dood van haar vader Hillebrant Ottenz, Raad van Amsterdam, bij haar moeder op de O.Z.Voorburgwal bij de Armburg. Het huis was door haar moeder gekocht van Griet Otten, moeder van Hillebrant Ottenz. Na de dood van haar moeder ontving Katryn het huis voor haar vaderlijk en moederlijk erfdeel. De andere erfgenamen, broers en zusters van Katrijn, waren uit de erfenis uitgekocht. De zuster van Katryn Hillebrantsdochter, Aefgen Hillebrantsdochter geheten, was gehuwd met Pieter de Windt, een scheepstimmerman, wiens ouders in de buurt van Edam woonden, en arme vissers waren. Waarschijnlijk maakte Pieter aanspraak op het huis als erfdeel van zijn vrouw Aefgen Hillebrantsdochter. Deze woonde met haar dochter bij Kathryn Hillebrantsdochter in het huis op de O.Z.Voorburgwal. Pieter de Windt zou nu de kwitantie betreffende het huis op zijn naam hebben laten zetten. Hij zou voor 300 gld aan Willem Jansz brouwer als voogd van coman Jan Pietersz, zoon van Pieter Oem Jansz (verweerder), een rente van 3£ Vls [= 18 gld] verkocht hebben, verzekerd op dit huis. Deze rente werd aanvankelijk door Pieter de Windt voldaan, maar toen deze de betaling staakte, ging Pieter Oem Jansz namens zijn zoon Jan Pietersz, bij los- en eigenpanding over tot executie (1558-12-23) waartegen Kathryn Hillebrantsdochter op 1558-12-24 in rau actie bij het Hof van Holland ging procederen. Kathryn betoogde dat zij eigenares van het huis was en dat Pieter er ten onrechte een hypotheek op gevestigd had. Getuigen verklaarden in 1564 (informatie dd 1564-11-10 - 16 door Dirk Hillebrantsz Otten, burgemeester en Dirk Woutersz, secretaris), dat Katryn altijd het oudeigen op het huis zelf betaald had. [iplv "Otten" overal te lezen "Otter"] (zie ook het proces 1558-1559)
1470-01-04 |
Genealogie van der Does fol 128/Familiearchief Bredius
Jaartallenindex
schepenen in Leiden oorkonden dat voor ons quamen Willem van der Does, Jacob van der Does en Adriaen van Poelgeest als voocht van zijn wijf jvr Machtelt van der Does, an die ende sijde. Ende Adriaen van der Does voor hem selven ende gelovede voor syn suster Heynrick Dircxdochter van der Does, nonne tot Coninxvelt, ende voor sijn suster Lysbeth Dircsdochter v.d. Does, nonne tot Lausduinen, ende voor sijn susteren Claer ende Margriete Dircxdochter van der Does, bij Rade ende goetduncken van derselver kinderen naeste magen als Geryt Ryswijc, Willem van Zijl, Wouter van Matenesse, Geryt van Spaengen ende Adriaen van Matenesse, ende bij beliefte van die weesmeesteren van Leiden als Claes Claes Willems ende Symon Paidze Pietersz, op die andere zyde. Ende gelieden dat sij minnelycke mit malcander overeengecomen ende gescheyden syn van alle alsulcke erfenisse ende eygelyke ende erfelycke goederen als hoer alre vader Dirc van der Does in t leste van sijn leven achtergelaten ende metter dood ontruymt heeft. Dood en teniet zullen zyn alle byzondere makingen die Dirc gemaakt heeft aan zijn zes kinderen gewonnen bij jvr Lysbeth van Matenesse, zyn later wyf. Adriaen mede namens zijn zusters heeft Willem, Jacob, Adriaen van Poelgeest x jvr Machteld uitgekocht met: 1) ½ van 14 morgen lants in Oestgeest op die Marsch in veel percelen gelyc hun vader Dirc in t laatst van zyn leven gemeen had met Willem, Jacob en Adriaen van Poelgeest. In de wederhelft waarvan aan Willem en Jacob tesamen toekomt ¼ en aan Adriaen van Poelgeest alleen ¼; 2) noch ¼ deel van een calcwerf die Jacob Veen in pacht heeft om 7st sjaars, gelegen buten die Zylpoort opten Ouden Ryn, daer of die ander derdalf vierendeelen van denselven werve toebehoren Willem, Jacob en Adriaen van Poelgeest tesamen, ende Simon Vrederix twee kinderen ½ vierendeel van denselven werve. Allen verklaren zich voldaan over deze scheiding
Claes van Leijden en Jan Aernt Pouwelsz, schepenen