10 resultaten
1542-12-15 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Vriesland fol 28
Jaartallenindex
Karel beleent zijn neef heer Ladmoral grave van Egmondt heere tot Baar, Hoogtwoude etc, na dode van zijn broer jhr Charles, met: 1) de ambachtsheerlijkheid van Zevenhuysen, 2) de ambachtsheerlijkheid van Segwaert, mit ambachtsgevolg, 3) de ambachtsheerlijkheid van Berckel en Rooderijs met renten, thynsen en heerlijkheid, 4) de ambachtsheerlijkheid van Hoogeveen, 5) de ambachtsheerlijkheid van Uyterbuyrt, 6) Amelant, gelegen an der Schelling mit allen zijnen toebehoren, put en galg, in hooge en lage als een vrije heerlijkheid toebehoort, uytgeseyt die zeevond en die thollen, te houden tot een erfleen. Mr Vranck Boot, advocaat in den Hove van Holland doet als zijn gemachtigde de eed
leenmannen: mr Joost Sasbout, mr Jasper v.d. Hogenlande, onse Raden v.d. Camer in den Hage, Zeger van Alveringen, heer van Hofwegen, ridder, Raad en mr van de reeckeninge, Engel Dircsz, Cornelis Barthoult, Willem van der Criep, Jacob van Boschuysen
1529-08-19 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 69v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Engelbrecht van Scheijden, met consent van zijn broeder Heyndrick van Scheijden, transporteert tbv zijn neef Jan van der Mije Thymansz, alsulke actie en toezeggen als hij soude mogen pretenderen als naeste erfgenaem van wijlen mr Gerrit van der Mije, aan de hofstede van der Mije mitter huysinge en toebehoren, in de ban van Nieucoop, gelegen voor 100 morgen land, uytgeseyt alsulcke 8 morgen lants als bij transporte van Engelbrecht aan eenen mr Cornelis van Schoonhoven overgegeven en bij de Kon. Maj. verleyt sijn, die in de voors. 100 morgen niet begrepen of gerekend zijn. Engelbrecht consenteert ook in de making door wijlen mr Gerrit van der Mije gedaan
Ysbrant van Schoten, Jacob van Treslong, Joost van den Hoven, leenmannen van Holland
1532 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 72v, 2e afschrift op fol 107
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Walraven Roeloff here tot Spijk erkende verkocht te hebben aan mr Cornelis Barthoud Jansz een losrente van 24 gouden Kar gld per jaar, losbaar den penning 16, of 384 Kar gld. Waartoe hij speciaal verbindt: 1) de heerlijkheid van Spyck, hooge ende laege, uytgaende van die Hoove aen t oosteijnde, streckende westwaerts totter Linge toe, 2) dat slot met 10 hont lants geheten den Cloot, 3) die gehele tiende van alle Spyck, boven ende beneden, uytgeseyt de tiende van de papelyke prove. Met het verzoek om mr Cornelis hiermede te belenen tot een recht leen, uijtgesondert alleene onse princelyckheyt van den groenden wilde, mitsgaders van den staenden groenen houte, ende oock die legge van den edelen vogelen die wij (de rest van de akte ontbreekt, evenals de beleningsakte)
Willem Gout, onse Raad en ontfanger van de beden en omslagen in Holland, Jan Hendricxz, secretaris en ontfanger v.d. exploicten, Vranck van der Hoeve, leenmannen van Holland
1533-01-22 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 97, 98, 98v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Walraven Roelofs heere tot Spijk erkende vercocht te hebben aan mr Cornelis Barthout Jansz, griffier van den leenhove van Holland, een losrente van 36 gouden Kar gld per jaar, losbaar den penning 14, ter beloop van 504 Kar gld. Speciaal onderpand: de heerlijkheid van Spijk. Op 1533-05-21 beleent Karel mr Cornelis Barthout Jansz met deze rente van 36 Kar gld, verzekerd op de heerlijkheid van Spyck, hoge ende lage, aangaende van die homme [!] aen t oosteynde, streckende westwaarts op totter Lingen toe. Item op dat slot met 10 hont land, geheten den Cloot. Item die geheele tiende van alle Spyck, boven en beneden, uytgeseyt die tiende van de papelyke provende aldaar, zulks als hij die van de heer van Arkel te leen hoduende is. Te houden als leen van Arkel
Willem Gout, Raad des keizers en ontfanger van de beden en omslagen in Holland en Vriesland, Thomas Chanchio Cachapijn, procureur postulant in den Hove van Holland, Pieter Willemsz leenmannen van Holland; 1533-05-21: mr Willem Pyn Jacobsz, mr Reyner Brundt, leenmannen en Raden van Holland
1577-03-24 | Velsen
R.A.H. O.R.A. 954 fol 70
Jaartallenindex
schout en schepenen in Velsen hebben van coop een quytscheldingsbrief bezegeld over Jan Cornelisz Burger voor hem en als voocht van zijn zuster Neel Cornelis, Isbrant Cornelisz, Jan Pieter als man en voogd van Tryn Cornelisdochter, Jan Baertsz, Neel Ariaensdochter met Jan Cornelisz als haar voogd in dezen, Anthonis Jansz als man en voogd van Anna, vervangende Griete Heyndricsdochter, erfgenamen van Cornelis Cornelisz Burger, van Velsen, uytgeseyt Jan Baertsz die een deel gecoft heeft van Cornelis Claesz mede erfgenaam, opdragen tesamen Katryn Ysbrantsdochter met haar zoon Ysbrant Martynsz, te Amsterdam, de volgende landen: 1) 3 croften liggende besyden malcanderen, de westerste croft genoemd "de Monnixcroft", groot 15 hont 14 roeden, "die middelcroft", groot 14 hond 12 roeden, die oesterse croft groot 14 hond 10 roeden, oost: die kerckwech, zuid: die nuwe wech, west: Jan Barenz voorn. noord: Claes Symonsz; 2) een wert groot 16 hont 4 roeden, by Symon de oestersencroft, belend dieselve croft ten noorden, west: Floris Pietersz, oost: de susteren van St Margriet, zuid: Aernt Florysz; 3) 4 hont 80 roeden an Santpoerterlaan genaamd t Voerdemad bij de Schikkeldyk en leyt zyn deel gemeen in 64 hond 20 roeden. Belast met 18st erfhuur
Cornelis Jansz, schout, Cornelis Willemsz Vroucht en Wyllem Cornelisz Lancx, schepenen
1535-02-19 (1534) |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 287
Jaartallenindex
(begin van de akte ontbreekt) …. tienden, soowell groot als cleijn, naecoop uyter gorssen, griente, boomten, visseryen, buiten- en binnen dyks, vogelryck, landen en erven, boomgaert, leen en eygen, zoals zijn vader Roelant van Heemstede die bezeten heeft, niets uytgesondert, behalve de last van een erfpacht van 8 gld per jaar die de heren van Oudmunster te Utrecht hebben op de visserijen in de Lecke ende noch een rente van 10st die Floris van Assendelft ontfangende is uit de voorn. goeden van Liesveld, ende oock uytgeseijt seeckere perceelkens van renten bedragende tot 4£ schell. per jaar, die uyten huyse van Zyl ende Waert jaerlicx gaende zijn achtervolgende de reeckening daervan zynde. Ende voorts uytgeseyt nog 11£ Vls per jaar lijfrente die jvr Elisabeth Uyttenbroek daar uyt heffende is, haer leven lanck gedurende. Hebben voorts over en weer over belooft malcanderen te leveren alle oude brieven van alle de voors. heerlicheden ende goederen, ende hebben de voors. comparanten elx in der qualite voors. belooft gehad onder trou, eere ende seeckerheyt dit voors. contract ende onder de ypotheeke ende verbant van alle heure goeden te onderhouden. Gesloten op 19 februari 1534 naer t schryven s Hoofs van Holland. Comparanten ondertekende deze acte en tot meere zekerheid verzocht te zegelen aan Heer Hendrik van Hoorne heer van Gaesbeek, burchgrave van Winoxbergen, Cornelis van Borsselen, mr Cornelis Barthout Jansz
1492-08-02 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 3
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Jacob Copier Jacobsz met de lenen hem aangekomen bij dode van zijn broeder mr Hendrik Copier, volgens de conditien en voorwaarden als zekerke arbitrale sententie uitgesproken op 1484-10-05 roerende die goeden achtergelaten bij wijlen Jacob Copier, des voors. Jacob en mr Hendrick Copiers vader: 1) 2 weer land in het ambacht van Coudekerk, in het oostende daer t eerste weer af is nu ter tyt dat 9e weer van der kercke dat ander weer daeraen an die oostzyde, en belegen plagen te heben oost: Jacob Macx zoon, Willem Mathysz en Kerstant Dircsz kinderen, west: heer Gerrit van Poelgeest, zuid: die Luttige Ryn, noord: dat Zwet. Tot een erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven, 2) 10 morgen in het ambacht van Outshoorn, en belegen plagen te hebben oost: heer Aerndt van Duvoirde, west: Dirck Woutersz erfgenamen, zuid: die lantweteringe van Coudekerke, noord: dat ambacht van Eslykerwoude, 3) 5 viertel haver, houdende 40 achtendeel haveren uyt onse rentmeesterschap van Noord Holland. Tot een erfleen, 4) een camp lants in den ambacht van Coudekerke in de Hoge Waert, ende geheten is een hoffcamp, uytgeseyt één morgen lants daerin leggende, dat paep en coster van Coudekerke toebehoort. Tot een onversterfelijk erfleen. Daar Jacob nog onmondig is, doet Gheryt Taets als zijn voogd de eed. In margine: op 1496-03-18 (1495) doet Jacob zelf de eed
present: here Willem van Buschuysen, ridder, Tielman Oom van Wyngaarden, Jan van Zevender, Dirck van Boneem; 1496-03-18: heer Willem van Boschuysen, ridder, Thomas Beuckelaer, Godschalk Oom van Wyngaerden, Dirck van Boneem; 1484-10-05 uitgesproken arbitrale sententie van: mr Hendrick van der Mye, mr Adriaen van Brouwershaven, mr Dirck van Ryswyk en Claes Willemsz
Spijk, van | 1534-01-15
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel fol 107-111
Achternamenindex
Walraven Roelofsz heer tot Spijck verkoopt aan mr Cornelis Barthout Jansz, griffier van den leenhove van Holland, een losrente van 100 gouden Kar gld, ter losse den penning 14, gelyk men gewoenliken es in den lande van Arkel te vercopen van 100 gouden Kar gld, losbaar met 1400 Kar gld,te betalen op 14 januari; Walraven verklaart zich voldaan en stelt als onderpand: - de heerlijkheid Spijck, hooge ende lage, aengaende van die Hoeve an die oostzijde, streckende westwaarts totter Linge toe; - het slot de Cloot met 10 hondt lands, - de tienden van Spijck, boven en beneden, uytgeseyt die tiende van de papelyke provende, zoals hij het als leen van Arkel in leen houdt; 1534-02-26: onderpand voor deze losrente 18 morgen land liggende op het nedereinde van Spijck, die hij gekocht had van Pieter Scoock en al zijn andere goederen; 1534-11-08: bevestigd door keizer Karel
schepenen in Spijck: Herman Aertsz Vos en Anthuenis Jansz Vervoorn; leenmannen van Holland: Willem Goudt, Raad des keizers en ontfanger v.d. beden en omslagen over Holland en Vriesland, Tomas Canchio Cachapyn, proc. post. voor den Hove van Holland, Pieter Willemsz
1577-03-24 | Velsen
R.A.H. Coll Aanw 1039
Jaartallenindex
schout en schepenen in Velsen oorkonden dat Cornelis Burger voor hem zelven en mede als voogd van zijn zuster Neel Cornelisdochter, Ysbrand Cornelisz, Jan Pietersz Duf als man en voogd van Tryn Cornelisdochter, Jan Baertsz scheepmaker, Neel Arisdochter met Jan Cornelisz voorn. als haer gecoren voogd in dezen, Thonis Jansz als man en voogd van Anna Claesdochter ende vervangende gelyckelcken Griet Heynricsdochter, alle erfgenamen van wijlen Cornelis Cornelisz Burger van Velsen, uytgeseyt Jan Baertsz voirs, diewelcke een deel gecoft heeft van enen Louris Claesz, mede erfgenaam van Cornelis Cornelisz Burger. Tesamen transporteren zij aan Tryn Ysbrantsdochter met haar zoon en voogd Ysbrant Martensz, poorter en poorteresse tot Amsterdam: 1) 3 croften lants gelegen beoosten malcanderen, waarvan die westerse is genaemt "die Mouringscrofte", groot 15 hont 14 roeden. Ende die middelste crofte groot 1412 roeden, de oosterste croft 1410 roeden, oost: die Kerckewech, zuid: die nauwe wech, west: Jan Jacobsz, noord: Claes Symonsz; 2) een stuck weidlands, groot 16 hont 4 roeden, gelegen an die zuidzijde van die oosterste crofte, noord: die oosterste croft, oost: de zusters van St Margriet te Haarlem, zuid: Arent Florisz, west: Floris Pietersz; 3) een stucke lants genaamd "t Voormadt" in de "Vromaed", gelegen an de Santpoorterlaen, streckende na de scinckeldyk toe, groot 480 roeden, ende leijt op syn doelen gemeen in 64 hond, 25 roeden. Alle gelegen in de ban van Velsen en gemeeten mit Hontsbosse maet
Cornelis Jansz, schout, Cornelis Willemsz Vrochten en Willam Cornelisz Lange, schepenen
Eck, van | 1445-10-23
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 290, 275
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt dragen over "dat oude erff tot Scerpenzeel ende dat getimmert dat daer op staet. Uytgeseyt dat bosch", zoals Willem Lambertsz gebruikt had, en Deuken en zijn voorvaders van de abdij in tijns hielden, belend oost: Jan Ottenz nacomelingen mit Berckhorst ende Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel mit den derp van Scerpenzel ende mit Rynesse, noord: Ot voirs. mit sinen bosch, zuid: jonge Egbert die Beer mit Winniclaer; Wouter die Beer ontvangt dit goed tbv zijn vrouw Mergriete van Huekelem, 2 oude groet tijns per jaar, te betalen in onsen wthoff te Heyligenberge; 1457-04-01 (1457-04-16): Wouter die Beer en zijn vrouw Margriet dragen dit goed over tbv Dyrck van Oestrum; "Dit heeft nu Egbert de Beer per resignationem dicti Theoderici tempore domini Joh. Clauwert" en "item ontfenc Wouter de Beer syn soen [doorgehaald de voorgaande 5 woorden] Egbert de Beer door overgift Dyrx van Oestrum", belend west: Otto van Scherpenzeel met den dorp van Scherpenzeel en met Rynes
tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe; 1457: Gheryt Scaeij, Jan die Wolff