1602-12-07

R.A.H. O.R.A. 2098 fol 8, 7

Transportregister Egmond

schout en schepenen tot Egmont oorkonden dat Willem van der Duijn Joostsz als procuratie hebbende van Johan van der Veecke, coopman tot Rotterdam, transporteert aan Cornelis Claesz Limmen, wonende tot Alckmaer, een stuk land groot 1134 roeden, leggende in de Craenemeer in de jurisdictie van Egmont, zoals breder omschreven in de koopbrief van de Staten van Holland dd 1598-12-09 en ook de brieven van opdracht waarbij dit land op 1599-01-30 door gecomitteerden van grave Lamorrael van Egmont voor schepenen is verkocht. Noch verkoopt de comparant q.q een stuk land groot 1250 roeden, genaempt "het Schelevisch gat", leggende an drie percelen in de banne van Egmond, zoals omschreven in de koopbrief gegeven door de graaf van Egmond. Vooraf gaat de procuratie dd 1602-05-21 gepasseerd voor notaris Pieter Pietersz van Groenewegen: Johan van der Veecke machtigt Willem van der Duijn Joostsz, wonende in den Hage, tot de verkoop. Uit deze akte blijkt nog dat het te verkopen land in gebruik is bij Aeltgen Meijnertsdochter (1603-04-25), wonende bij de Calckoven buyten Alkmaar. Er zal ook een custingbrief gepasseerd moeten worden van 2300£ van 40 groten Vlaems t stuk. Aldus gedaen ende verleden in sGravenhage op den Hoff in de herberge van de Witte Molen in presentie van mr Johan Schouten, advocaat, en Hendrick Vlemminck, dienaer van de voors. v.d. Vaecke als getuige

Loeff van Haerler, schout van Egmond, Cornelis Jansz Bestert en Tonis Miesz Schot, schepenen