12 resultaten

1467-03-04 (1466) |

A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 118v/Reg Charolais fol 58
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz q.q. beleent Jan Henricksz met 10 ½ morgen lands, ghemengder vuer ende gemengder aerde, mit Trot Vastaertsz erfgenamen, gelegen in Alblasserwaard in Muelenairsgraeve, oost: des priesters land van Molenaersgraevers kerke, west: van outs muelenairs landt. Hem angekomen van Trot Vastaertsz, syns neven. Leen van Arkel. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met 1 Vrancr. schild. Na dode van Jan Henricksz zal de ene helft van het voirs. land comen op zijn oudste zoon Goessen ende die ander helft op zijn jongste zoon Adryaen

hier waren over: Pieter van Roden, Jan Dedell, leenmannen van Holland

1539-11-09 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 94
Jaartallenindex

Adriaen Pietersz wordt na dode van zijn vader Pieter Roelofsz beleend met een hofstede met zulke timmeringe als daarop staat, met 5 morgen land, gelegen op Scaluynen, tussen de heren van den Duytsen huyse en Adriaen Vastaertsz. Leen van Arkel, erfleen

leenmannen: Cornelis Barthout, Willem Criep, Gerrit van Valckensteyn, Anthonne Lebucq

1568-01-07 (1567) |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 43v
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat Jan Pietersz van Nyeuwe Nyrop hem opdroeg tbv Heynrick Claesz 3 ½ garsen lands, gelegen in Nieuwe Nierop, west: Willem Symonsz, oost: Arys Vastaertsz, en dat hij Heynrick hier vervolgens mede beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen

mr Cornelis Oem, Willem van Berendrecht, secretaris v.h. Hof v. Holland, mr Augustyn van Teylingen, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen

Herlaer, van | 1394-04-22

Inv Familiearch Beelaerts van Emmichoven (1965) regest 6, 21
Achternamenindex

Arent van Giessen, ridder, beleent tbv Claes van Giessen en Arent Vastaertsz, Johan van Herlaer met de hoge en lage jurisdictie van Poederoyen en het veer te Andel tussen Venre grave en de kerk van Ryswyc; 1437-08-01: beleent Arent van Giessen jonker Merten van Heerlaer met het bovengenoemde leen

1541-06-30 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 139
Jaartallenindex

regeerders der stad Dordrecht certificeren dat jvr Margrieta van der Merck, weduwe Pieter Symonsz, volmacht geeft aan mr Adriaen Vastaertsz, advocaat van het Hof van Holland, en Jan Willem, procureur van het Hof, om uit haar naam te verheffen ½ van de corentiende gelegen in Nyen Strijen in s Heer Huygenlant daar St Anthoniskerke in staat, haar aangekomen bij transport van haar broer Willem Willemsz, gedaan voor leenmannen op 1541-05-13 (vgl 1541-07-05)

met het gedrukte zegel van de stad

1539-12-24 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 349-365v
Jaartallenindex

notaris Anthonis Egberti instrumenteert dat Willem Goudt, Raad en ontfanger generaal van de beden van de keizer in Holland, en zijn vrouw jvr Maria Gerritsdochter hun testament maken: zij maken elkaar hun goederen etc (uitgebreid testament veel familieleden genoemd, zie akte). Op 1544-..-08: jvr Maria Gerritsdochter, weduwe Willem Goudt, maakt tot haar gevolmachtigde mr Adriaen Vastaertsz, advocaat voor den Hove om uit haar naam te verheffen de helft van de leengoeden (vgl 1544-04-26, 1544-05-15)

present: broeder Jacob van Doexsem, prior van de predikheren in den Hage, mr Vranck Boot, advocaat voor den Hove van Holland, Pieter Willemsz, clerck van de voors. Willem Gout

1538-03-20 (1537) |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 37v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen jvr Cornelia van Cleyenburch Adriaensdochter met haar zoon Willem Vastaertsz als gecoren voogd in deze zake, opdroeg tbv Jacob Willemsz, t gorscheken van gorsscheydinge, zulcx alst bedyct leijt, mits ambachtsheerlijkheid, tienden, visserijen, vogelrien, jaar grooten, gelegen binnendijks. Alleenlyk reserverende aan haar selve het onbedycte mette droge en natte dyken van tselve gorseken. Ende is t selve bedycte land gelegen binnen deze merken, oost: de dyk van St Pieterspolre, genaemt t Perdegat, zuid: de dyck van Herkingen mitte ½ heule van t selve land, west: de zeedyck, die Vastaert Willemsz leijde [er staat: beijde] in den jare 1532, noord: de dyk van Dircxlant. En dat hij Jacob Willemsz hiermede beleend heeft. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen

Cornelis Barthouts, Willem Criep, Jan Gans, leenmannen

1493-08-23 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 19v, 20
Jaartallenindex

Max. en Philips belenen Catharyne Aerntsdochter v.d. Cuijlen na dode van haar vader met: 1) 2 tienden van Biervliet en van Vriesland, behalve ⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ deel in de heerlijkheid Putten, bij de voorn. wijlen Aernt van der Cuylen verkregen van Robbrecht van Drongelen, tot en erfdeel (erfleen ?), 2) dat voors.⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ deel van de voors. twee tienden die wijlen Aernt van der Cuylen in zijn leven verkreeg van Jan Vastaertsz. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met 10 schell Holl. Haar man en voogd Gheryt Adriaensz doet de leeneed. Eodem die belenen zij Catharina Aerntsdochter v.d. Cuylen met haer aendeel van der thienden, van der hofsteden en van der Haigen aen den polredyck te Putte, tussen beide die wateringe. Leen van Putten. Te houden tot een erfleen .Te verheergewaden met een stoop Rynwijn. Gelyck haar vader dit leen gehouden had, die dat in zijn leven verkreeg van Aechte Willemsdochter. Haar man doet ook voor dit leen de leeneed

present: Ingelram de Jonge, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet

1544-02-01 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 211
Jaartallenindex

jvr Cornelia Adriaensdochter, weduwe van Vastaart Willemsz, met haar zoon mr Adriaen Vastaertsz als gecoren voogd, droeg op tbv onse welbeminde Raad en ontfanger van den beden en subventien over Holland en Vriesland, Willem Goudt, die nabeschreven percelen van goeden: 1) die ambachtsheerlijkheid, thienden, veeren, visserijen, vogelrijen van 5 gorskens: a) het gorseken strekkende van jonge Willems creke ter sluyse toe, b) van den sluyse tot Ruygrocks creke toe, c) den besten waart ter nieuwer creke toe die gedolven is; 2) den aenwas mitter ambachtsheerlijkheid, tienden, veere, visserijen, vogelrien van een gorsseken van gorsscheyt tot Manneuseed toe, die gedolven is; 3) dat gorsseken binnendijks metter ambachtsheerlijkheid als voren, binnendyks, alleen bij den voors. weduwe in den jare 1537 overgegeven is geweest Jacob Willemsz, die het in leen ontving; 4) ende van den Plate tussen Sommelsdyk en Melissant also als die bedyckt en onbedyckt gelegen zijn in den lande van Voorne, zulks als zij die van de heerljkheid van Voorne in leen hield. Vervolgens wordt Willem Goudt ermee beleend als leen van Voorne tot een onverversterfelijk erfleen

leenmannen: mr Jasper v.d. Hogenlande, Willem Pynsz heere tot Ofhem, Cornelis Suijs, onse Raden in de Camer v.d. Rade, Arent Sasbout, Raad extraord. aldaar, Cornelis Barthouts, Nicolaes Barthouts

1468-09-19 | Dordrecht

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 22v
Jaartallenindex

Claes Vastaertsz, Willem Prijcker Willemsz en Adriaen heren Gerritsz oorkonden dat Cornelie Diricxdochter die te man had Mathys Gheritsz die coman, met haar gecoren voogd, aan d'een zyde. Cornelie Gheryt Janszdochter met haar gecoren voogd voor haar zelve en mede met Tielman Berwoutsz voir Berwout Cornelis'onmondige zoon by den burgemeester van der stede en goetdunken van t voirs kints vrynde, ende tesamen voor die een helft. Jan Schoer Willemsz in den name en voor Servaes, Lysbeth en Janneken, Jan Gheritszoons onmondige kinderen by den burgemeester deser stede ende goetduncken van hare vrinden, ende voor die ander helft. Als tesamen alleen erfgenamen van Mathys Gerritsz voirs. an die ander zyde. Zij verklaren de goederen gedeeld te hebben. Te weten dat Cornelia voirs. in den eersten alleen gedeelt en gebleven is aan ½ van den gehelen huyse en erve gelegen bij de Tolbrug, naest an d'een side: Jan van Rijns huys, an die ander zyde: Adriaen Heymantsz huys. Ende daer toe an die bruyckwaer van de andere ½ van dit huis, dat zij haar leven lang in goeden raeck en daeck moet houden en de daarop staande rente betalen. Ende daertoe aen allen anderen goeden gelijk zij tesamen hadden en hem toebehoorden mitten geheel inschulden en uitschulden. Voorts zijn Cornelie en Berwout voors. tesamen gedeelt en gebleven an dat ¼ deel van den helen huize en erve voorn, behoudens dat Cornelie haar lijftocht hierop heeft. En daartoe aen een somme van gelde, gelyk Cornelie voors. hem in een scepenbrief verleden heeft. Hiermede zijn zij van elkander gescheiden als van Mathys Gerritsz goederen