1 resultaten
1508-11-22 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 268/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Johan, burggraaf van Montfoort, antwoordt aan de Staten van Utrecht, op hun mededeling van de klachten van de bisschop van Utrecht over het innemen van deszelfs huys ende vlek Cuynre, alsmede over de zaken t.a.v. den hertog van Gelre, en op hun verzoek om zich op vrijdag e.k. deswege op het kapittel- generaal te bevinden om te helpen raden tot nutschap, dat hij overmits gelegentheyt des weers zich niet verwijderen kan. "Ick halde uluyden vroet genoech, dat ghij waell weet dat men mittet al sulcke saecken niet en behoirt te verhaesten". Volgens zijn gevoelen moest men "beproeven of men tusschen den hertog en den bisschop de zaken vatten mochte". Hij gelooft dat de bisschop wel zo verstandig is, dat hij niets zal beginnen dat hij niet kan volbrengen. Hij eindigt met te zeggen "ghij sijt wijs genoech, ghij weet waell wat ghijluyden behoirt e doen in desen saecken".