3 resultaten
Holland | 1597-11-10
O.R.A. Alkmaar 137 fol 104v
Achternamenindex
Claes Jansz Holland, buerman tot Bergen, vekocht op 1571-05-06 huis en erf te Alkmaar
Herlaer, van | 1306-11-08
Van Spaen: Cod Dipl IV no 18, p 33/Coll Wagner Ned Leeuw in voce Herlaer/Noordbrabantse Charters p 303
Achternamenindex
renversaal van Giselbertus de Loen, famulus, broer van Gerardus de Loen heer van Heerlaar om het recht van naasting in Bommelerwaard te ontgaan (64 bunders in gericht Santbomel en Gameren); Giselbertus van Loen oorkondt dat hij deze 64 morgen aan het kapittel van St Jan te Utrecht vekocht heeft; 1323-03-02: Gerard heer van Heurne spreekt van "onsen lande van Harlaer" [dezelfde als Gerardus de Loen]
1559-04-20 |
R.A.H. Coll Aanw 261 fol 290v-293v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alzoe Reijer Brouersz tot Alckmaer als man en voogd van Maritgen Claesdochter, moeder van Jan Cornelisz als nu poorter te Alkmaer, Claes de Waert als man en voogd van Janne Dircsdochter, moeije, Jan Pietersz, oom, ende al naeste vrunden van de voorn. Jan Cornelisz, requestreren aan het Hof van Holland dat Jan Cornelisz van zijn vaders zijde bestorven is in een een matelick competende (!) van goeden, en in voogdij gesteld van mr Jacob de Milde en enen Pieter Gerritsz tot Leyden. dat deze hem uitbesteed hadden te Antwerpen in een goed coopmanshuys, om daar der coopluijden handel te leeren. Dat hij daar echter niets geleerd had, maar er wel 15 of 16£ Vls in een jaar tijd doorgebracht had, howel hij nog geen 18 jaar oud was. Zijn meester had hem toen thuis gehouden en onderwijs laten geven, t hielp niets. Buiten consent was hij te Delft nae zynen appetyte gehuwd. Met behulp van burgemeesters van de voors. [!] stede van Leyden hadden voogden nog enige jaren t bewind over zijn goederen behouden. Zij hadden hem nog 40£ ter hand gesteld, die hij verdobbelde. Hij wenste, wonende te Leiden, en nu 22 jaar oud, de beschikking over zijn goederen. Hij kocht land te Schagen gelegen voor 5 Kar gld, lijfrenten ten lijve van zijnen cooper, howel het niet meer dan 16 Kar gld aan huur opbracht. Bokking die hij te Amsterdam zou verkopen, was volgens zijn zeggen in t water gevallen. Voor veel te geringe prijs vekocht hij een stuk land te Rynsburg, gemeen met de abdij aldaar. Nu in Alkmaar wonende, liet hij zijn vrouw en kind in de steek en trok naar Leiden. Het Hof stelt nu tot curators over hem aan zijn oom Jan Pietersz (Jan Claesz, voorspraeck te Alkmaar die ook in het voorstel genoemd wordt, wordt niet benoemd)