1 resultaten

1448-1449 (3) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening I no 201
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 119v) op 1449-01-15 Gerrit Steffensz vroetschap met twee burgemrs naar den Hage van Gerbrand Berwoutsz, onze poorter, die met zijn schip en goed te Geervliet opgehouden was. Ook genoemd Joseph Dircsz, poorter van Delft; (fol 120v) twee burgemeesters met Aernt Pietersz als gasthuismeester van St Elisabethsgasthuis naar den Hage om zich te verantwoorden voor de Raad van des gasthuisland "daer hun Florys Gale in vercorten wilde"; (fol 121) weer naar den Hage voor de zaak van Jan Claesz Raet; (fol 121v) brief van de Raad aan Haerlem, dat zij t recht van Jan van der Haven wilden uitstellen tot Mei toe. Naar den Hage 10 Mrt; (fol 122) item also Gheryt Steffensz over gesprenget wert dat mr Voppe geseit soude hebben dat Gheryt Steffensz voorn. qualyc gesproken soude hebben roeerende van myns genadichs Heren brieven, so voeren Pieter Jordensz als burgemeester en Symon Berwoutsz met hem op 24 Mrt naar de Raad etc; op 30 Mrt Everardus naar de Raad in den Hage om te antwoerden op die beclachten die Jan van Bekesteyn op der stede van Haerlem voir den Rade gedaen hadde, roerende van der stedevesten. Nogmaals (fol 123) op 14 April; (fol 123v) op 27 April naar de Raad over klachten door Jan v.d. Haven tegen de stad ingebracht; (fol 124v) Dirc Boudynsz van Zwieten, quitantie 1449-01-20, ontvangt 33 £ 2sc die hij voor de stad voorgeschoten had voor de betaling van de reis van een gedeputeerde naar Calisse, waar dachvaart was; (fol 126) op H. Sacramentsavond wert Pieter Grebber metter stedebrieff gesent tot Noirtich an Jan van der Boeckorst inhoudende dat hi hier tot Haerlem bij hem quame, ende was ut 2 dagen, 16sc; Pieter Jacobsz der stede messagier, evenzoo Jan van Barry; op 9 Juli werd Lottyn Gherytsz tot Delf gesent om Claes van Warders pontgelt in te manen, ende gaff den scout van Ryswyc, daer hi Claes van Warders goet mede vrijde, 5 Wilh scilt; (fol 126v) Hubert Dircsz der stede messagier naar de jonchere van Montfoort en de schout van Woerden, roerende van dat recht dat die voirs. schout dede op Luijtgen Claesz ons poirters lant van Jacop Jansz lyfpensien