3 resultaten
Willem Kerstgen | 1454-1455
Thesauriersrekening Haarlem
Voornamenindex
Willem Kerstgen, van Alcmaar, ontvangt voor zijn boot die in de brant bij Floris Hellebreker verdorven wert 13sc 4d (204 fol 35v)
1495-1496 | Sparenwoude
Rek Rentmeester Kennemerland 923 fol 14v, 16v
Jaartallenindex
t veer van Sparwoude, verpacht aan Dirc Symonsz voor 5 jaar, ingaande 1495-10-01 om 87 £ sjaars. Uit een certificatie van schepenen van Haarlem blijkt dat de voirn. Dirck "het veer in t beginsel van dit tegenwoordich jaer niet en heeft mogen gebruycken overmits dat die Leckedijck dair omtrent gelegen, inngegebreken [ingebroken] was, ende alzoe groet op water was dat den lagen dyck ofte middelwech van de Sparwouderpoirte van Haerlem tot Spaerwouder veer toe overmits den opwater van den leckedijck voirs. onlancx ingebroken zoe ondergelopen ende verdorven is van deze zomer, nijemant en heeft mogen reijsen te paerde, wage noch te voet waerbij dattet veer van Sparwoude zeedert den opwater ende ingebrake van den voirs. Leckedyck ledich ende stille gestaen heeft, zoe dat men die voirs. nederwech heeft moeten scauwen mit scuyten, die overmits denselven upwater noch up die tyt alzoe staende bleeff datse nyemant gebruycken en mochte dan mit scuyten". Op zijn supplicatie wordt Dirck ontslagen van betaling van de pacht van het lopende jaar. Uit de inkomsten zal hij een zeker salaris mogen genieten, het overschot moet hij afdragen. Achter de bovengenoemde rekening is ingebonden de rekening van het veer. De opbrengst bedroeg 39£ 17sc. Uitgaven 6£. Zijn wedde 8£, reisgeld naar den Hage 24sc. Uitgaven totaal 15£ 4sc. De veerman blijft dus schuldig 24£ 13sc (fol 14v). De hertog en de hertogin gaven bij brieven dd 1479-03-23 vóór Paesschen, aan de kercke van Sloterdyck in erfpacht een meerkijn geheten Sloterdyckermeer om 24sc sjaars (fol 16v)
Willem Jelisz en Joost v.d. Hoeve, schepenen van Haarlem
1475-1476 (4) |
Rek Rentmeester Kennemerland no 907
Jaartallenindex
(vervolg) (fol 20) van der corentiende van Wormer, daer zeker gerst utgaet die Jacob Reijnersz, Claes Symonsz en die cureit van Wormer daerut hebben, verpacht aan Dirck Jansz voor de oogst van 1475 29£ 18sc 8d. Voor de oogst van Aug. 76 bedraagt de pacht van Dirck Jan 6£ 8sc + 12st veilingcosten "ende want dat de voirs. tiende niet meer gegouwen en heeft dat is geweist bij den toedoene van den muijsen die daer overal de vruchten verdorven gehad hebben", 8£ 6sc 4d 1 mite; (fol 22) van een quaet leen hooilant mijn genad. here anbestorven van Jan uten Hage, gelegen in de ban van Assendelft buyten sdycx dewelcke nyemant pachten en wilde overmits dat te late bevloeijt geweest hadde. Niettemin de voirs. rentmeester als t selve lant droge was dede dat maijen ende want omtrent 14 dagen dair nair dat gemaijt was, soe quam een groet up water als dat deselve lant weder bevloijde ende verdarf al t geheele gras, daerom hier niet; (fol 23v) van Jan van Assendelft, rentmeester van Noortholland, die van de hertog in pacht genomen heeft 2 percelen duynen liggende in de houtvesterie van Hollant, te weten die ene streckende van de duyn van Brederode totter duyn van Heemskerk, ende d'ander van der prochie van Bergen in Kennemerlant totter Sype, 30 jaar lang, ingaande 1475-06-30 voor 25£ van 40gr sjaars, volgens brief dd 1475-06-29. Jan sustineert echter dat de duynen "al heel te nijet gegaan zijn ende hij grote costen gedaen heeft om die in waerde te brengen als van connes [?] eerden dairinne te doen maken ende connynen dairin te planten en die te doen bewaren". Het eerste jaar pacht wordt hem kwijtgescholden; (fol 42v) over het bouwen van een nieuwe sluis in de Nyeuwendam te Catwoude