9 resultaten
1558-10-20 |
R.A.H. Coll Aanw 261 fol 212v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
jvr Marie van Essche, weduwe Vincent van Lebenstam, in zijn leven bailliu van Goyland ende castellain tot Muyden, ende Gort van Haestrecht heer tot Drunen, met haar gevoegd, requesteren aan het Hof, dat wijlen haar man van t begin van zijn officie belast is geweest met 15 gevangen Franchoysen, waarvan er enige na 4 jaar door zijne Con. Maj. vrijgelaten waren om naar Frankrijk terug te reizen, zonder dat de gemaakte kosten hem [Vincent] vergoed waren. Dat er nu nog 5 gevangen zijn, die oorzaak zijn dat haar man voor hun onderhoud zijn goederen zwaar heeft moeten belasten. Zij vreest nu dat zij wegens de dood van haar man van het baljuw- en casteleinschap zal moeten scheiden vóórdat de kosten vergoed zijn. Zij verzoekt nu om Gerrit van Haestrecht heer van Druynen bij provisie met de waarneming van dit ambt te willen belasten. Het Hof voldoet aan dit verzoek
Nyenrode, van | 1355-10-25
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 119/Reg EL 25 fol 77
Achternamenindex
Ghisebrecht van Nieuwenrode, baljuw van Kennemerland en Vriesland, betreffende zijn huis te Nieuwenrode "in onsen oorloge om onsen wille dat neder geworpen worde of te breken, dat wi hem dat oprechten en ghelden sullen", schade aan heer Ghisebrecht of Ghisebrecht van den Vliet gedaan, zal vergoed worden
Heukelom, van | 1419-01-24 (1418)
R.A.H. Coll Aanw 54 fol 69v/Van Mieris IV p 516
Achternamenindex
hertog Jan doet uitspraak in de twist tussen Dieric van Heukelom en Philips bastaard van der Lecke over de bewaring en het kasteleinschap van Loevesteyn, dat hij beiden had opgedragen: Philips krijgt zijn sedert 1419-04-17 als castelein gemaakte kosten ad 9 £ 17 ½ sc vergoed, daarna zal Dirck het casteleinschap op de Groten Vastenavond aanvaarden
1438-07-01 |
Memoriale Rosa dl IV, V en VI no 27 en 28
Haarlem Algemeen
consent aan Adrijaen Dircxz uit Haarlem om zich te verhalen op poorters van Bremen. Omstreeks Pasen (13 April) had Bremen twee schepen met gerst van hem aangehouden en daarvoor 100 gulden te weinig vergoed. Adryaen had bovendien aan de baljuw van Schiedam 60 gulden moeten betalen voor Gerrit Steffensz die aanvankelijk voor een poorter van Lubeck werd gehouden, maar die een poorter van Bremen bleek te zijn. Consent aan Adryaen Dircxz zich op alle goederen en personen afkomstig uit Bremen, die zich in deze landen bevinden, te verhalen
Wateringe, van der | 1353-07-31
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 68/Reg EL 25 fol 43
Achternamenindex
hertog Willem beveelt heer Willem van der Wateringen "te bewaren ende te bewonen onse borch van Theijlinghe, mit allen diensten die daertoe behoren, drie jaar na der date van desen brieve, en daerna ons over te leveren so wanneer wijs beteren"; hij krijgt voor kost en wedde 50£ per jaar, uit de tijns te Voorhout zolang hij het baljwuschap van Rijnland bekleedt; onkosten aan het huis Teylingen worden hem vergoed
1508-07-15 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten p 22v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat Heylken Michielsdochter bij dode van haar vader Michiel Ockersz aanbestorven is ½ van 17 morgen lands met hofstede, timmeringe en griendinge aan de westzijde daaraan leggende, gelegen in Pouderssinsambacht, dat haar vader tijdens zijn leven niet versocht en hadde, en dat dus door wanverzoek vervallen was. Dit is nu vergoed door betaling van 40£ en dubbel heergewade. Zij wordt er nu mee beleend, als leen van Arkel, heergewade 5 mark, zoals haar oudevader Ocker Aerndsz die te houden placht. Haar man Ariaen Dircxz doet de eed voor haar. In margine: op 1531-02-05 (1530) doet Michiel Adriaensz in plaats van zijn vader Adriaen Dircksz de eed voor zijn moeder Heylken Michielsdochter, in presentie van Cornelis Berthout. Op 1543-10-05 doet Adriaen Bouwensz als man en voogd van Heilken Michielsdochter de eed
present: Dirck van Boneem, Willem van Ruyven; 1531-02-05: Cornelis Berthout, Adam Claesz van Segwaert, leenmannen van Holland; 1543-10-05: Aernt de Juede here van Harinxvelt, de joncke van Sinn [!?], ambachtshere van Werckendam, Cornelis Berthout, Anthone Le Bucq, Nicoales Berthouts
1546-03-24 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 521v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
koningin Maria schrijft aan het Hof dat zij heeft ontvangen de brief van 14 maart "daarbij ghij begheert te wetene hoe dat ghy is reguleren zult aengaende mr Wilboort, pastoor van Egmond, over langen tijd gevangen in den Hage, die de officiaal en de fiscalen van de bisschop van Utrecht nu onlancx versocht hebben overgelevert". De Procureur Generaal van Holland had dit geweigerd zolang de kosten van justitie niet vergoed waren. De koningin schrijft nu dat de pastoor ook zonder vergoeding van kosten aan de bisschop overgeleverd moet worden. De kosten mogen verhaald worden op de goederen van de pastoor, en als hij die niet bezit, blijven zij ten laste van de staat. Wat aangaat heer Gheryt, vicecureijt van Alphen, oick onlangs in den Haghe gevangen bebrocht, belast van vele heretycke ende schandaleuse sermoenen ende propositien gepredict ende geleert te hebben, daervan ghij den officiaal van Utrecht geadverteert heft, opdat hy denselven soude doen halen in goede bewaringe mits refonderende de costen van zijn gevangenis, twelck hy is delayerende, schrijft zij, dat de officiaal andermaal aangeschreven moet worden, dat hij de vicecureit tot zijn last moet nemen, daar anders des bisschops goederen aangesproken zullen worden in de gemaakte kosten
1623-01-18
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 128v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Gillis Lucasz van Weerden, buerman en bleecker tot Aelbertsberg, verkoopt aan zijn zoon Gillis Gillisz de jonge, mede bleecker in de voors. ban, ½ van een stuk land groot in t geheel 2 morgen in de ban van Aelbertsberg, waarvan aan Gillis Jr de wederhelft reeds toebehoort. Belast het geheel met 4st 14 penn. Brederodes erfhuyr. Mitsgaders nog zijn quantiteit van de opstal van de huysinge staande op de grond en bleeckery van Gerrit Dircksz Slinck, daer hij comparant zelf in woont, in de voors. ban van Aelbertsberg, mits conditie als dat de vercoper tot zijn believen zal mogen timmeren daer nu Straet burch staet, een huijs om bij hemzelven bewoont te werden. Daar de koper aan zijn vader heeft vergoed de verbetering van het copen van weegen t huijs van Meijnsgen Jansdochter tot verbetering van de watering, zo belooft de vader aan zijn zoon dat hij des wege geen schade zal lijden. Koopsom 550 Kar gld
Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Gerrit Jansz Al en Gysbert Pietersz, schepenen
1505-11-28 |
R.A.H. Coll Aanw 422 fol 515v-521v/Mem Sandelyn fol 244
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Hollant Thiman van Waveren an d'een side, en mr Philips Vranckenz als gemachtigde van Jan van Zwieten, krachtens procuratie dd 1505-11-26, ter andere zijde. Thiman verkocht aan Jan alsulcke huijsinge als hij nu ter tijt bewoont ende getimmert is bij Jan van Rietvelt, staende tot Hillegom, met al het land dat Jan van Rietvelt daarbij bezat. Onder de volgende condiciën. de opdracht door Thiman aan Jan zal geschieden voor den Leenhove. Jan van Zwieten neemt tot zijn last de erfhuur die op het land staat. "Ende alsoe hier voertyts een huijsinge met 1½ hont lants daer aen liggende, gestaen heeft aen den Heerwech ende geheten is "Backerscrocht" welke huysinge mitten lande Jan van Ryetvelt gecocht heeft van Geryt Dircsz, schout van der Vennep, ende dat om die gelegentheijt wille van sijn huijsinge daer nu ter tijt die graft of gemaict is. Welck huys met dat land gecoft is geweest met een belasting van 2 gouden Wilh. schilden sjaars, daervan Tyman zijn brieven van verbande of gegeven heeft Geryt Jan Huijssersz". Voorwaarde is nu dat Jan van Zwieten deze pacht voortaan aan Geryt Jan Huijssersz zal betalen. De koopsom bedraagt 1300 R gld in gereed geld of Tyman zal dit erop laten staan tegen den penn. 16. Jan van Zwieten zal deze som dan mogen lossen in 2 termijnen, "behoudelicken dat nae die dood van Jan van Zwieten en zijn huisvr. zal Thyman van Waveren ende zijn huisvrouw ende die oudste zoon levende van Thyman van Waveren genoemt Willem dese huijsinge wederom mogen lossen tegen betaling van 1300 R gld aan de erfg. van Jan van Zwieten". Nieuwbouw of verbeteringen zullen dan vergoed moeten worden. Tyman zal het huis mogen blijven bewonen zolang Jan van Zwieten het niet opeist. Doet hij dit dan moet hij dit een jaar te voren aankondigen. "Noch zoe zijn t voerwaerden alzoe Thyman van Waveren hier voirtijts gecoft heeft van Meynaert Jacobsz en zijn zuster, een huys en erve gaende van die stalling tot teynden an die croft, tot over de graft toe ende gaende tot Huyge van Houten land toe. Welk land zo groot en vierkant is als het daer leyt, zoe zal Jan van Zwieten hem wederomme geven ende afpalen zal zoe groot en veel lants als goede mannen duncen dat Jan toebehoort ende zoveel als hij van Tyman ontvangen heeft. Voort ist voorwaarde dat Thyman hebben en behouden zal die watermolen met dat huijssien daerover getimmert, ende doen hiermede zijn vrije wille, die de voors. Tyman zelve daer heeft doen maken ende setten mit die paerden te malen. Jan van Zwieten zal voorts hebben en behouden die bedsteden en bancken in den voors. huijze". Bij lossing door Tyman of zijn zoon Willem van Waveren zal hij ook deze bedsteden en bancken terugontvangen. Verder zal Thyman hebben en behouden een notwech door Jan van Zwietens lant. Jan van Zwieten zal voorts ook hebben t bacchuys. Al deze voorwaarden te onderhouden op een boete van 1000 cronen. Het Hof condemneert partijen in de nakoming van dit contract. In dorso stond dat op 1518-10-13 heer Willem van Alkemade, ridder, als voogd van Jan van Zwieten op deze brief 650£ betaald heeft. Van welke helft Thyman van Waveren quitancie gegeven heeft. Op 1518-12-01 heeft heer Willem van Alkemade, ridder, op deze brief betaelt 650£, waarmede de schuld aan Tyman ten volle voldaan is [Jan van Rietveld timmerde een huysinge te Hillegom en verkocht dat aan Tyman, die het nu verkoopt aan Jan van Swieten. Jan van Rietvelt kocht ook de Backerscroft, waarop voortyts een huysinge met 1½ hont stond en voegde dit bij de voirs. huizing]