11 resultaten

Brederode, van | 1597-07-28

V.R.O.A. 1909 p 141 no 186/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex

verklaring van Henri de la Rivière dat een machtiging van den heere van Brederode, den heere van Kloetingen en de vrouwe van Bokstel van 1597-07-07 om hem goederen op der Dungen op te dragen, geschied was, om de confiscatie te verhoeden en dus van geen andere waarde

1535-11-22 |

R.A.H. Coll Aanw 246 fol 38/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

gehoord hebbende het rapport van de commissarissen die van Edam en die van Waerder gecompareerd zijn geweest, verklaart het Hof, volgende het consent van deze partijen die seven parochiekerken gelegen naest den dyck contencieulx genoemd Pieter Meijckenswael, te weten die kerck van Monickedam, Broeck, Ylpedam, Purmerlant, Purmereynde, Beets ende Saerdam, zevenen wesen sullen van de questie tussen de voors. partijen wesende vuyt saken van den voirs. dyck, ende sullen die oudste kerkmeesters van deze kercken bij den Hove beschreven worden te compareren binnen Edam den ersten werckdach na die heijlige dagen van Kersmisse, om de questie rechtelicken te termineren. De schout van Edam zal als dijkgraaf de dijk doen opmaecken om alle pericule te verhoeden, tot coste van dengheenen, die bij den zevens voors. bevonden sullen worden gehouden den dyck te maecken

1506-06-30 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 1, 3v
Jaartallenindex

compareerde voor het Hof van Holland Lodewyk v.d. Werve en erkent dat hij uit noodzaak om zich te bevrijden van schulden (Appoinctement van het Hof dd 1506-05-22) om de meeste schade met de minste te verhoeden, verkoopt aan Willem van Soutelande Gillisz, 30 gouden Korv. R gld losbaar den pennin 18. Hoofdsom 540 gouden Korv. R gld. Tot onderpand stelt hij 18 morgen land, leengoed van Holland, jaarlijks geldende nu tegenwoordig 7£ gr Vls, in t Westlant in t ambacht van der Wateringe, oost: t convent van Zion, west: mr Philips Symonsz, provisor van Delfland en pastoor v.d. Wateringe met die papelike prove, zuid: die Zwet wateringe, noord: die Heerwegh. Huurder: Adriaen van Veen. Hij verzoekt approbatie door het Hof, die gegeven wordt. Op 1506-07-01 confirmeert Philips eveneens de vestiging van deze rente

1351-12~ |

A.R.A. Copie Leenkamer no 39 fol 15v, 16/Reg E.L. 23 fol 11
Jaartallenindex

hertog Willem oorkondt: want ons en onsen gemenen lande grote swaernesse gecomen es van den burgeren en steden, en namelyke van den burgeren ende steden ende gerechten die op den palen van onsen lande gelegen sijn, overmits dat se onse voirvorders eenigerhande lude verleent hebben, gehouden van der graeflicke, dat onse lieve en getrouwe Raet ende gemeen steden van Holland ons wel getoent hebben ende wi selve in t wair gevonden hebben, soo hebben wi om sulke swaernesse voirt meer te verhoeden, geloift ende loven onsen lieven en getrouwen steden voir ons en voir onsen nacomelingen, dat wi noch onse nacomelingen nimmermeer van onser graeflichede eenighe burghe, stede noch gerecht die op die palen van onsen lande gelegen sijn, niemanne wech geven noch vertyen en sullen, ende enigerhande gerechte die ymant heeft in onse vrije steden, in wilker manieren of wanneer si an ons comen sullen of mogen, bi besterfte, bi verbornessen of bi cope, dat wise an ons trecken sullen en houden sonder enich middel (?). Item hebben die stede eenre beveelnesse eenen raet te houden ende te vergaderen tot elken veertien dagen of drie weecken durende te wederseggen. Ende went mijn heere weder uijt Ingelant coemt, gegeven in den Hage

1517-09-24 (I) |

R.A.H. Coll Aanw 241 fol 280/Mem Sandelijn fol 136
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove etc Jan van Heemstede, soen van wijlen heren Rolant le Fevre, riddere, ende jvr Marie Claes Corfsdochter, zijn geechte huisvrouw, en erkennen uit sonderlinge nootsaecken die hemluyden nu overcomen sijn en de meeste scade mitten minsten te verhoeden, vercocht te hebben Thielman Dulekum, meester van de rekening van Holland, de somma van 80 gouden Philip gld sjaars eeuwige erfelijke renten. Losbaar met 1280 dergelyk gulden. Zij stellen tot onderpand: I) 1) een woeninge ende gesaete mitten lande daeraen behoerende, gelegen in de ban van Heyloo en bruict nu Claes Claesz. Te weten huijs mitten werve mit 2 croften voer de duer, groot 8 coeweiden, 2) een stuk land groot 6 coeweyden, 3) een croft bewesten den oestersschen wech, daarin begrepen 28 want land, 4) 3½ want geestland bezuiden de Vroonlaen en bewesten de Middelwech, 5) 3 geersen hooiland in de Merch, 6) 11 garssen maedlants in die gemene made, 7) een stucke hooilands genaempt t middel vant, groot 31 geersen, 8) een weijde lants bewesten tot aen die Ye, ende is dat uyterste lot groot 8 coeweyden, 9) twee stukken saetland groot 4 want bewesten de crom van de Vroenlaen, die de voors. Claes Claes al te samen in hure heeft om 100 R gld tot 20 st sjaars (zie vervolg)

1498-03-28 |

Ms Opstraeten van der Molen III fol 774
Jaartallenindex

schepenen in Haerlem en leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat joffr. Margriet Wouters weduwe van Bekesteijn met Dirck Claesz de Vriese als voogd, geliede, alsoo als hoer soon Jan van Bekesteyn haer also overhorich is ende mits synre overhoricheijt hem tegens haer alsoo niet en heeft noch en draeght, noch oock haer niet en doet noch te wille en is als een goet kint sijn moeder wel behoirt ende schuldich van doene, ende dat hij van sulcken quade regiment ende hantteeringhe is dat hij dagelicx alsoo wel bij nachte als bij dage tselve dat hem van syns vader erve opgecomen is, soo belast ende beswaert ende oock soo onnuttelyck ende oneerlyck deurslaende ende wegbrengende is, dat hij dat altesamen wel geschapen is in corten tijden quijt te worden, dat sij met haere vrienden ende mage niet en heeft mogen keeren, beletten noch verhoeden. Daar de toestand nog dagelijks verergert, en te vreezen staat dat hij later ook zijn moederlijk erfdeel zal verbrassen, vermaakt zij ¾ van deze aan Jan toecomende portie bij deze aan Dirck van Beeckesteyns haer soons kinderen, die hij nu ter tijt by joffr. Margriete Gerrit Jan Huijsserssoonsdochter gewonnen heeft en nog winnen zal. Deze kinderen zullen deze ¾ met haar andere erfgenamen op en neder moeten delen

Dirck Spijcker (zegel: keper beladen met 3 rozen), Jan Bruijn Harmansz, schepenen; Evert Jansz van der Meer (2 dwarsbalken, beladen resp. met 3 en 2 ruiten) en Floris Bolle (een schuinbalk, vergezeld van een ster, helmteken: een corenschoof tegen een jachthoorn), leenmannen

1572-03-30 |

G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 tussen fol 124v en fol 127
Jaartallenindex

compareerde Hendrik Cornelisz, buyrman tot Hillegom ende verclaerde hoe dat hij comparant op ten Sondach genaempt Judica als te weten den 13e der voors. maendt, mitter edele Hugo van Terslong vuijter kercke comende na de Hoochmisse, zeeckere questie ende geschille gecregen heeft, en nae vele injurieuse woorden totte zelve gesprooken, die voors. Treslong mede met gramschap ontsteecken zynde, heeft hem comparant met zijn brootmes, t welck hij bij avontuer in zyne alsswade [?] was dragende ende quetsure ofte steecke gegeven in zyn slincker zyde, ende oft gebeurde (dat God verhoeden wil) dat er enich accident ofte inconvenient toe quame te overlyden (alsoe hy nu ter tijt is gaande en staende), zoe is zyn uyterste wille ende begeerte dat zyne vrunden ende maegen ter zaecke van dien de voorn. Hugo van Treslong ofte de zynen enige molestatie ofte wrake zullen doen ofte laeten geschien, soe hy hem tselve feyt en de voors. quetsure uyten grondt zynder herte is vergevende ende quytscheldende voor nu ende ten eeuwigen dage, dan alleen dat hij Treslong gehouden wort t meesterloon en verteerde costen te betalen ten dage toe dat hij de volle genesen zal zyn, des beloofde de voirs. Hendric Cornelisz wederom uyt den huyse van mr Wigger Allardsz, chirurgijn, die hem onder handen heeft, buyten zyne wille niet te scheiden voor en aleer hij ten volle genezen ende gecureert zal zyn etc.

1536-06-14 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 75-78
Jaartallenindex

Karel vergunt op verzoek van Lenaert Vranckez Boon en diens vrouw jvr Catharine Lourensdochter, [hij is tollenaer] te Geervliet, dat zij bij uiterste wil over hun goederen mogen disponeren; 1538-06-09: testament van Lenaert Boon Vranckez, baljuw van het land van Putten en diens vrouw Catherina Laurisdochter. Aangezien zij het meestendeel van al haar goederen die zij hebben "mit haren eygen, industrie, arbeijt, diligentie en neerstigheyt vercregen en vergadert hebben" vermaken zij het gebruik aan elkaar. Haar broer Jan Laurisz treedt hierbij op als haar voogd. Na hun beider dood te verdelen over hun erfgenamen. Reserverende elk uit de ½ van hun goederen 600 Kar gld om daarmede hun wille of hun testament te doen, om evt processen tussen hun kinderen of kindskinderen te verhoeden ordineren zij. Lenaert verklaart dat het leven van zijn dochter Mertgen hem zo mishaagde dat hij haar van haar kindsgedeelte institueerde in t gunt dat zij van hem boven haars moeders erve in augmentatie van hare dotale goederen heeft gehadt als hij [!] eerste huwelicte aen wijlen mr Michiel Jacobsz, advocaat was in den Hage, t welk bedraagt 25 R gld per jaar. Hij vermaakt Mertgen zijn voordochter daarenboven nog 12 R gld per jaar. In haar plaats zullen komen haar kinderen geprocreert bij de voorn. mr Michiel Jacobsz ende noch by deselve Martgen by dese hare man nog geprocreert sullen worden [! hij is dood !?]. In hun goederen institueren testanten hun dochter Machteld (vgl 1539-05-10)

get. L. de Zoete; 1538-06-09: notaris Johannes Valck, presbiter, present: Adriaen Aertsz, Cornelis Jansz, schepenen van Gervliet, Huych Heindricsz, secretaris deser stede

Ruijchrock | 1493-03-29 (1492)

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 19v/Navorscher jg 1893 p 514/Reg Finis MP Caput Zeeland fol 11
Achternamenindex

Max. en Philips oorkonden dat onse geminde heer Jan Ruychrock van den Werve, ridder, den stadhouder te kennen gegeven heeft hoe dat hij suppliant levende heeft twee bastaard dochteren als Catheryne en Claera, gewonnen en geprocreert bij Aechte Jacobsdochter, "ten tijden van der procratie een lopen en ongehylickte deerne". Als hij hun niets vermaakt zullen zij na zijn dood in armoede moeten leven "uijt welcke armoede dickwyle groote sorge ende last van lyve en ziele pleecht te comen, t welck hij suppliant sonderlings in dit stuck nae zijn vermoghen gaerne verhoeden soude". Hij verzoekt nu consent om hen uit zijn lenen en eigen goederen te mogen voorzien. Om getrouwe diensten geven zij hem hiertoe consent om aan elk van hen beiden 10£ gr Vls sjaars te maken. De eene zuster op de andere te erven, en bij gebreke aan oir weer op de suppliant. Niettegenstaande dat beide bastaarden staande huwelijk van de suppliant geprocreert zijn

1517-11-21 |

R.A.H. Coll Aanw 241 fol 314v-318v, 326/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

compareerden voor den Hove Claes Willemsz, Aernt Pietersz, Wermbrecht Willemsz, Cornelis Jansz in den Osse, Dirick Jansz, scepenen, Meeus Henricsz, Adriaen Jacobsz, Geryt Deym, Cornelis Jansz van Montfoert, Dirick Deym Jansz, Pieter Claesz, Jan Nachtegael, Pieter Pietersz, Ghysbert Diricxz, vroetscap van den Haghe, vervangende Jacop Ballemaker, Gheryt Bruijnsz, Adriaen Gerytsz, Willem Jansz in Engelant, Willem Jansz Schouten, Gerrit Willemsz en Cornelis Zybrantsz, huere medegesellen, nu ter tijt absent wesende, wesende uten Haghe, als representerende t gemeen lichaam van den Haghe ende bekenden gesamentlyck om noot, oirbaer en profyt van den Haghe, ende om die meeste scade mitten minste te verhoeden, wel en deugdelick verset te hebben ende versetten mits desen den wijn- ende bierexcysen ende allen den incomen van dien in handen van Jacop Adriaensz Stalpert, Huych Aertsz, Jan Splinter[, ?] Jacob Willemsz, Willem Jacobsz en Gysbrecht Cammaker, om die te innen en te ontvangen totdat zij geheel ontlast zullen zijn van hun borgtocht voor den Haghe om den rentmeester Willem Goudt, 4770 gld, die den Haghe gehouden was op te brengen van heurlieder portie in de bede van 3 termynen om te resisteren die vyanden die in desen landen waren en de stede van Asperen ingenomen hadden. Ende oeck ter tyde doe dat zyluiden gerembourseert sullen wesen van de 850 gld die zij den rentmeester Nicolaes Coebel van t gemeen lants renten betalen zulen moeten. En ook nog van alsulcke 577 gld daarvoor schout en gerechte hem verbonden hebben. Van deze excysen zal Jacob Willemsz een register moeten houden en de ontfanck daar of hebben, mits bij hem hebbende Willem Wermbrechtsz die contre registre houden zal. Jacob zal hiervoor als de excys niet verpacht is een salaris van 15 gld ontvangen etc. Op 7 Dec. ratificeren Jacob Adriaensz van der Wyele alias Stalpert en Jacob Cornelisz ballemaker al hetgeen hun medegesellen in de vroedschap van den Hage al hetgeen hierboven staat