14 resultaten
Nyenrode, van | 1478-06-09
Berigten Hist Gen IV p 111/Arch Nyenrode Origineel
Achternamenindex
Johan van Nyenrode, als leenvolger der hofstede en heerlijkheid van Nyenrode, machtigt zijn zwager (oom) Gerrit van Rijn, om als zijn stedehouder de lenen van Nyenrode te verlijen, totdat hij hem deze volmacht door twee leenmannen van Nyenrode laat opzeggen
getuigen o.a. Evert uten Weerd, neef van Johan van Nyenrode, en schout in diens gerecht van Breukelen
1388-03-17 | Zydewijn
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 21/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
cappel, in Nederveen, in Sydewyn, tiende. Wij Otto here van Arkel doen kondt etc dat wij verlyet hebben en verlijen Jan van Zydewynde 7 geersen lands oostwaerts van de 9 geerden daer t steenhuys staet, gelegen in den ambacht van der Zydewijn, te houden tot een recht erfleen. Heergewade: een rode sperwer. Bezegeld op St Geertrudendach 1388
hier over waren onse trouwe mannen: Henrick van den Rijn, Claes van Zweten Jacobsz
1494-07
folio 90v LVIII 1492-1495
Transportregister Haarlem
Anthonys Jacobsz aan Claes Arijsz ½ van de runmolen met molenwerf en -huis, buyten de stede over die Spaerne, oost: Lysbeth Claes Jansz Velzermans weduwen zonen, zuid: Louf Gerytsz van Bennebroec, west: die Spaerne, noord: die Spaerne. Ende nog ½ van vier hoeven gelegen met Claes Joestsz gemeen, streckende mitten noortwesteynde an die molenwerf, oost: .... [open] Claesdochter, bagyn; zuid: die zieken buiten Haerlem; west: Louf Gerytsz; 250 R gld. Cornelis Harmansz zal t ¼ deel van de molen over hebben ende dat Anthonis mit brieve hem verlijen zal, dus zoe en zal Claes Arijsz niet meer hebben dan ¼ deel van de molen mit dat ½ lant. Ende Cornelis zal Claes voor t ¼ deel verlijen schuldig te wesen 85 R gld
1565-06-19 |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Sticht etc fol 45, oud fol 12
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat hij uit kracht van t dictum van seeckere opene brieven van decrete van onsen Hove van Holland dd 1564-10-23, deur dewelcke dese onse brief open deursteken, besegelt etc is, verlydt hebben en verlijen mits desen onsen brieve mr Pieter van Parsijn, advocaet in onsen Hove van Holland, met 4 morgen lands in Diemerbrouck, streckende van de Waarder landscheiding tot aen den Achterdijck, daer die heren van St Pauwels te Utrecht boven naast geland zijn. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, gelijk als Laurens de Voocht van Rynevelt en zijn voorsaten dit leen gehouden hebben. T dictum van de brieve van decreet taat geregistreerd in libro Decretorum foliis 90 en 91
Willem van Berendrecht, Dirck Adriaensz, Adriaen le Seur, Pieter van der Houve Cornelisz, leenmannen
Brederode, van | 1663-12-08
V.R.O.A. 1909 p 164 no 337, 338, 339, 341, p 165 no 348 /Arch Detmold Brederode
Achternamenindex
octrooi van de Staten van Holland voor Wolfert van Brederode heer van Brederode om van zijn goederen te disponeren; 1664-03-27: als voren; 1669-04-05: venia aetatis door de Staten van Holland aan Wolfert van Brederode [niet in het archief van de Staten vermeld]; 1656: kwitantie van de griffier van de lenen van Holland voor Wolfert van Brederode, wegens verlijen bij overlijden van zijn vader; 1655-1679: ingekomen en minuten van uitgegane stukken van Wolfert van Brederode, waaronder een rekening van een kleermaker van fl 25402: 8 : -
1568-05-05 |
R.A.H. Coll Aanw 141 fol 204/Reg Nassau fol 132
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat jhr Adriaen van der Does, schildknaap, hem te kennen gegeven heeft, dat hem bij dode en makinge van zijn oom jhr Warnaart van der Does, zijn aangekomen 53 morgen land in Bulwijk, die de voors. Warnaart ten onversterfelijken erfleen gehouden heeft van heer Drik van Suilen. In weigeringe, refuis en vertrek is de voors. Adriaen des versogt ende gebeden zijn die voors. leengoeden te verlenen ende verlijen na behoren, breeder blykende bij seeckere twee verscheiden akten daarvan zijnde, de ene in dato 1567-09-02, de andere dd 1568-01-29 stilo communi. Dat Adriaen hem thans belening verzocht heeft met de leenen, die tevoren van heer Dirk van Zuylen in leen gehouden waren. De koning beleent Adriaen met deze lenen tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1578-07-28 en 1562-05-22)
mr Boudyn Jacobs, Raad ordinaris in den Hove van Holland, mr Cornelis Oom, Pieter Herweijer, Jan Beuckenoordt Jansz, leenmannen van Holland
1577-03-11 |
P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 87/Mathenesse, Wassenaar
Jaartallenindex
Philips grave van Ligne, baron van Belloeil en Wassenaar, burchgrave van Leyden, heer van Voorschoten, Catwijc en Valkenburch, Raad en Camerlinck des Con. Maj., Ridder v.h. Gulden Vlies, beleent Phillips van der Does met ⅔ van de smaltienden van Sparwoude als van calveren, lammeren, vercken en gansen, volgens de eerste uitgifte aan Geryt van Adekendam anno 1376 (Reg A fol 52), hem aangekomen bij dode van zijn broeder Aernt van der Does, die het weder aanbestorven was van zijn broeder Heyndrick, zijnde Heynrick dit leen als oudste en naaste leenvolger het eerst aanbestorven van zijn moeder Clara van Adrichem. Voor Philips doet hulde, eed en manschap zijn vader Jacob van der Does. Dit leen was na Clara's dood door Heynrick en Aernt van der Does niet verzocht, zodat Philips nu drie verlijen betalen moet (vgl 1505-04-18, 1507-03-20, 1577-05-25, 1600-10-20, 1654-07-20)
1541-09-01 |
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 26v, 27
Jaartallenindex
Over Vecht in die Broecken: leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Clement Walravensz heeft opgedragen in handen van Arent van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz als besitter van der hofstede van den Bousch, tbv Ghysbrecht Pietersz, zone van wijlen Heyndrickgen Walravensdochter, Clemens voers. outste suster, alsulcke 4 morgen lants gelegen in die Bruecken als dieselve Clement voertijts te leen ontfangen heeft gehadt van zaliger Aernt van Duvenvoerde oudevader van Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz voers. An welcke 4 morgen lants die voers. Clement alleenlyck behouden heeft zijn lijftocht. Dieselve Clement oetmodelyck bidde den voers. Aernt van Duvenvoerde Ghysbrechtsz besitter van der hofstede voers, dat hem believe den voers. Ghijsbrecht Pietersz den voers. 4 morgen lants leengoedt te verlijen; 1541-09-08: Clement Walravensz heeft opgedragen den halve breden brouck gelegen in die Broecken tussen den ouden dijck ende den Broedijck, en Ghijsbrecht Pietersz, zone van Heynrickgen Walravensdochter, is hiermee beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1548-12-10)
Baerthout van Assendelft, secretaris ordinaris in den Hove van Holland, Gheryt Keij Zegersz, leenmannen van de grafelijkheid
1331-07-17 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 75v/L.R. 11 fol 26
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: dat wij heren Jan van Kuynre, ridder, verlijen alsulck goet als Heinrick van Kuinre, sijn neve, van ons te leen helt: 1) all dat gerechte van Kuinre, 2) dat gerechte van Emlarden [Emeloord] halff, 3) voorts dat overste rechte van Orck, 4) al dat gerechte van Orck, drie weken voor St Michielsdaghe, ende drie weken daernae, 5) in t dorp tot Espel die zeevondt, ende t verval van vechtelyck ende van rove, 6) het gerecht te Vene, 7) het gerechte te Monike Kuijnre, dat in scellinge werve gelegen is, ende 17 hoeven lants in denselven gerechte, 8) dat erve tot Oisterzee, dat men hiet penninghure, 9) die gruite te Kuinre, 10) die Berch die leghet ten [!] van den dorpe te Kuinre ende hiet die Alde Berch. van welcken goede wij heren Janne sulcke gratie gedaen hebben, dat nae siere doit comen sall op zynen kinderen Harman ende op Janne, gesamenderhant in manieren dat Harman van ons ontfaen sall ende hij salre Jan uijt versien bij vrienden alse weselijcken es, ende dat sall Jan van Harman houden. Ende all dit goet sullen sy van ons houden ten rechten leen
1530-04-01 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 18v, 20v
Jaartallenindex
burgemeesteren, schepenen ende raide der stede van Haerlem oorkonden dat jonge Jan Gerrit Willemsz, poorter ende als nu woonachtich binnen de voors. stede, verclaerde dat hij een oudt en geen reijsbaar man is, en derhalve volmacht geeft aan mr Cornelis Jansz van Alcmaer, advocaet in den Hove van Holland, om namens hem te verlijen en te renuncieren van zijn hofstede gelegen tot Backom met 3 stucken lands liggende op de westzijde daeraen, ende dat laige land daer bij, achter en voeren, groot 4 geersen lands, belend oost: een hofstede, genaamd Banen hofstede, west: Geertruid Claesdochter, zuid: Cornelis Gerritsz, tot Alcmaer, noord: Jacob Arntszoons erven, zoals hij dit tot nu toe van de grafelijkheid van Holland in leen hield, en dat tbv Joost van den Binchorst, aan wie hij deze hofstede getransporteerd heeft onder voorwaarde dat Katherine Luytgensdochter, huisvrouw van hem constituant, haar leven lang haar lijftocht aan deze hofstede behouden zal, volgens de brieven door de Kon. Maj. hem constituant lest verleend. Met het verzoek om Joost van der Binchorst hiermee te willen belenen. Op 1530-04-12 beleent Karel Joost van den Binchorst met dit perceel
Dirrick van Assendelft, ambachtsheer van Besoyen, Cornelis Barthouts, Willem Pietersz Criep, leenmannen