11 resultaten
1470-05-07 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 76/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Johan Proijs, domdeken, verzoekt, daartoe door het kapittel dagelijks vermaand, aan Gerrit van Meerten, cameraar van de Lekke dyk, rekening van zijn beheer te doen
Alkemade, van | 1263-01-05/06
v.d. Bergh II no 96
Achternamenindex
Henricus, bisschop van Utrecht, bevestigt de gift door Arnoldus en Walewinus van Alkemade gedaan tot stichting van het klooster Leeuwenhorst, vervolgens wordt de abdis van Mariendaal vermaand de gift dankbaar aan te nemen
1322-09-14 |
R.A.H. no 32 fol 30
Haarlem Algemeen
Jacob, bisschop van Zuden, een 3 tal ridders, een 4 tal knapen, Jan van der Scure, Aelbrecht Woutersz, Jan Aelbrechtsz, schepenen van Haarlem, schepenen van Delft en Leyden besluiten dat degenen die binnen 3 jaars van wege deze afterstallen niet vermaand zijn deswege onschuldig zullen blijven. Gegeven te Egmond
Wassenaer, van | 1445-12~
Van Mieris Vervolg p 46
Achternamenindex
heer Jan van Wassenaar vermaand, om te Valenchijn te komen leisten wegens zekere schuld, wendt zich tot President en Raden van Holland, om aan te tonen dat die eis en last om vele redenen onbestaanbaar zijn en onderwerpt zich aan hun oordeel
1515-08-21 |
Kroniek Hist Gen jg 1847 p 200/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
deken en kapittel ten Dom te Utrecht verzoeken aan mr Adriaen van Utrecht, proost van Oudmunster, Raad van Bourgondiƫ, bij Floris heer van Ysselsteijn toestemming te verkrijgen dat Frans de Neuven, secretaris van Ysselsteyn, volgens de met het kapittel getroffen overeenkomst jaarlijks hun pachtpenningen mag ontvangen en innemen; 1515-08-28: bisschop Frederik van Baden, dagelijks vermaand wordende door den heer van Brederode tot afdoening zijnder zaak met de stad Utrecht, zendt aan zijn officiaal Johan van Diepholt de registers der akten, ten einde na te zien wat er verder in deze zaak behoort te worden gedaan
Molenaar | 1363-10-04
R.A.H. Coll Aanw 63 fol 238v/Quohier van Handvesten
Achternamenindex
Jan de Moelnaer belooft niet uit de Vorsch van Putte te gaan en te Geervliet te komen binnen 2 dagen nadat hij door de heer van Putten daartoe vermaand wordt en zich te verantwoorden; 1364-11-20 en 1364-11-26: Heynrick en Jan de Molenaer beloven niet te dadingen met mr Tielman Jansz, deken van St Pieter
borgen: zijn broers Florens en Willem
Aa, van der | 1299-08-01
v.d. Bergh II no 1076
Achternamenindex
de pastoors van Rijswijk en Eikenduinen berichten de officiaal en domproost te Utrecht, dat zij Gerardus, schout van Wateringen en andere officieren, nl Screvelus de A en Engelbertus Screvel gesommeerd hebben hun handen te trekken van het land in Monsterambacht dat het kapittel van Oudmunster geerfd had van wijlen Hermannus en Hasekine in Weteringhe en in Monsterambacht; verder hebben zij de pachters vermaand de pacht van dit land aan het kapittel te voldoen
pachters: Philippus de Podelwike en Symon zoon van Ghele
1519-06-10 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Amstelland fol 13
Jaartallenindex
Karel beleent na opdracht van heer Dirrick van Swieten, van: 1) 2 saten lants met een huys datter opstaet die jonge Vranck placht te gebruycken ende nu gebruyckt Gerrit Koeckoeck, 2) een sate lants ende bruyct Claes Visscher, ende placht te gebruycken Herwick Jansz, uytgenomen eenen camp lants genoemt Molenwerf, houdende 7 morgen in dieselve woning gelegen, 3) een sate lants ende bruyct Pieter Vrouwelijn die de voors. heer Dirrick van ons te leen te houden plach, doch op 21 Mei l.l. octrooi ontving om die te verkoopen aan Jan Vranckenz van Alckemade, laatstgenoemde met dit leen, te houden tot een recht leen. Ende voor den voors. Jan van Alckemade, mits dat hij niet comen en mochte, alsoe hij hem niet derfde absenteren van onsen huyse te Muyden, aldair hij onse castellain is, heeft onse hulde, eed en manschap gedaen Jan van der Woert zijn dienaar. Daartoe vermaand zal Jan van Alckemade zelf de eed moeten doen (vgl 1519-06-08)
mr Jan de Jonge, Vincent Dammas, Cornelis Bertouts, leenmannen
1548-06-16 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 872v-876v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
ter kennis van keizer Karel is gekomen dat er schippers zijn die bij het passeren door de sluis van Sanerdam onwillig zijn hun masten neer te leggen, howel daartoe vermaand door de sluiswachter, waardoor zij tegen de sluis stoten met masten en voorstevens. Zij blijven ook in gebreke hun ankers binnen boord te halen waardoor de steenen wanden ernstig beschadigd worden. Enige schippers en schuytenaers vervorderen zich ook gedurenden den tyt van loop van den ael in t bevisschen van dien, des nachts de sluis te gebruiken waardoor de sluis ernstig beschadigd wordt en de visserij benadeeld. Bij wijze van placcaat verbiedt de keizer dit alles. Zij moeten voortaan hun zeilen en masten strijken bij een paal aan de Zaan en aan de Yzijde. Zij mogen bij het passeren van de sluys ook geen boomen of cloeten beslagen met yzer gebruiken, op een boete van 10 Kar gld. Op het niet binnenhalen van de ankers wordt een boete van 3 Kar gld gesteld. Gedurende de tijd van de loop van de aal, half juni tot half november, mag savonds twee uur voor zonsondergang [later veranderd in: van zonsondergang tot zonsopgang] tot aan zonsopgang de sluis niet gebruikt worden, op een boete van 10 gld
1518-06-21 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Goyland fol 3v, 3
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor onse getrouwe Raad Frederik van Renesse van Wulven heer tot Malle, substituut van de grave van Nassau van Vianden, onse neve, stadhouder generaal, heere Dirrick van Swieten heren Aerntsz, ridder, here tot Leyenburch, met zijn huisvrouw vrouwe Katherine van Yselsteyn heren Aerntsdochter opdroeg twee saten lants, houdende 24 morgen, ende bruict Claes de Visscher, ende begrepen zijn in 200 morgen lants gelegen bij der Reygerbrouck te Bindelmeer, die Jan van Nyeuwenroede Splintersz van ons te leen houdende is. Vrouwe Katherina doet afstand van de douairie die zij aan dit leen heeft. Vervolgens wordt Wouter uyten Hamme met dit leen beleend tot een recht leen. Voor Wouter uyten Hamme doet Frans van Nyeuwenroede de eed. Wouter zal gehouden zijn zelf de eed te doen als hij daartoe vermaand wordt. Op huyden 1518-06-21 is bij de heer van Malle vergund om eenen Wouter uyten Hamme bij overdracht van heer Dirck van Swieten te belenen met 2 saten lants houdende 24 morgen, gelegen in Reygerbrouck in Goylant, daer of pachter is eene Claes de Visscher, die deselve heer Dirrick ten rechten leen houdende is, gemerckt dat heer Dirc en Wouter elcs sone hebben, get. J. de Jonge
mr Thielman van Dullekem, Raad en meester van onser reeckeninge, Jan van Wedena here tot Giesenburch, Cornelis Berthouts, Cornelis Anthunisz, leenmannen