1 resultaten
1516-07-15 |
A.R.A. 490 no 76/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Daniel van Zyl en Cecilia van Zijlen contra de pater, mater en convente van St Mergriete zusterhuys te Amsterdamme. Impetranten zeggen dat aan wijlen hun broeder Jan van Zijl toebehoorden zekere 5 viertel lants in den ban van Linscoten, elk lant van hem in erfpacht gehouden werd voor 7 gouden Rins gld sjaars. Na het overlijden van Jan was dit land verstorven aan impetranten. Daar het wegens de Gelderse oorlog onveilig was om te Linschoten te "converseren", hadden zij echter den erfpachter niet gemaand. Nadien was hun ter ore gekomen dat "die gedaichden hunlieden verorden hadden tontfangen die voirs pachtern ende van t recht ende erfpacht van dien gespolieert de voors. impetranten". Dit vernamen zij echter eerst in t jaar 12, waarop zij zich bij het Hof beklaagd hadden. De gedaagden ontkenden dat impetranten ooit de possessie van die landen en renten bezeten hadden, want gedaagden hadden die altijd bezeten in een erfpacht van een Jan van Thielt. Het Hof verklaart eischers niet onvankelijk, en absolveert de gedaagden van den eisch