1479-04-30 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 161/Cartul Zijlklooster Haarlem

Haarlem Algemeen

scepenen in Hairlem oorkonden dat Maertyn Sijmonsz dingde op Arendt Willemsz, rentmeester en Wouter van Bekestein als voogd van het Zylklooster, als dat de coep die dezelfde Aerndt an zijn huijs mitten erve liggende ende staende in de Aftercamp gedaen heeft van wegen den cloester voirscr, als van een voirhuer, dair niet wesen en zal ende dat na inhout der brieve diet cloester him dair of verniet inhoudende "Gushosenstege" [Gijs Hosenstege ?], aengesien datter dairomtrent geen stege en is die al noch ye zulke naem gehadt heeft, mer is wair, dat de naem in als dairof geweest is ten naeste 70 of 80 jaren voirleden de Aftercamp. De tegenpartij beweert dat de naam Gushosenstege en Aftercamp één en dezelfde steeg is, en dat de rente dus weldegelijk op het huis van Maertijn voorn. staat. Schepenen beslissen dat de koop die het klooster aan Martyn Symonszoons huys en erve gedaen heeft, om een voirhuer, "daer wesen zal", in zooverre als Wouter van Bekestein als voogd van het klooster onder eede betuigt dat de rente op het huis van Maertijn voors. staat (vgl 1479-06-170

Jan van Huessen, Geryt Luytgensz, Thomas Thomasz, Dirck Heinricxz, Adriaen van der Voerde, Claes van Ruijven ende Dirck Potter, schepenen