74 resultaten

Couwenhove, van | 1355-05-03

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 97v/Reg EL 25 fol 64
Achternamenindex

privilegebrief van hertog Willem voor Delft: "voert soe hebben wi hem gebreijt hare vrihede, datste verstaen van Vrancken poert van Coudenhove westwaert 4 roeden breed"

ad relationem dominorum Johannis de Drongelen, Florentii de Borsselen, milites, Ghiselberti de Vianen, Henrici Popponis, praesbiteri, Danielis de Merwede, armigeri, T. de Thenis

Strijen, van | 1306-11-24

van Mieris II p 58
Achternamenindex

Dordrecht geeft de graaf een opsomming van schade die zij van de Vlamingen geleden hadden, volgt: "ende diesen voorseyden schaede hebben wij verstaen bij gesworen eersten, boven al dien schaede die u Jan van Striene ende Henrick de Vriese, tot Aeth in schrifte lieten"

Beringen, van | 1574-11-25

Navorscher jg 1897 p 386/Depeches Willem I
Achternamenindex

"Alsoo wij tot onsen grooten leetwesen verstaen hebben dat onsen hopman Henrick van Beringen op het eylant van de Clundert overvallen en in handen van den vyant gevallen is, en dat t meestendeel van zijn soldaten ontcomen en verstroyt sijn […], so ist dat wy gesurrogiert hebben Adriaen Timmerman"

1477~ |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 117/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

ic broeder Florijs nu ter tijt wesende een kelnenaer van Galilee bi Monikedam van Sinte Bernardusoerde maec machtich Pieter Hermesen die boede, wonende bi die Heyligher stede, dat hi sal verdaghen die hernismakerswijf die woent bi St Olofspoert als van een nobel op haer huus dat verstaen was tot Meyendach

Haerlem, van | 1295, 1296

De Fremery no 309
Achternamenindex

onderzoek tbv de graaf naar eigendomsrecht van gronden: 44) "voirt van Willems woninge van Hairlem, hair Symons broeder, setten wi an den grave, eer hi se sinen sone verliene: dat hi wete weder dat huirwair is, of leen, of eygen, wand die graven der ere best weet die wareyt, als men ons doet verstaen"

1471-04-26 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 77v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

alle denghenen etc doen wi verstaen broeder Aernt ende ghemeen broeders des convents van Galilea bi Monikedamme der oerden van Cisternen, dat wij liden ende kennen mit desen onsen brieve sculdich te wesen Griet Pieter Purmers sjaers te renten tot horen live also langhe als si leeft ende niet langher 4½ R gld, 20½ stuvers voor elke gulden gherekent [nogmaals op fol 84]

Oosterwijk, van | 1403-08-20

R.A.H. Coll Aanw 68 fol 60/Mem BJ fol 41v
Achternamenindex

hertog Albrecht "laten u weten Ysbrant van Spernewoude Dircsz-, dat wij verstaen hebben, dat ghi tot anderen tiden als wij heeren Coenen van Oesterwijc uwen sweer deden aen tasten, uijt onsen lande toget, en tot hair toe dair uijt gelbeven sijt"; de hertog bericht hem dat hij rustig kan terugkeren, daar hem niets ten laste gelegd wordt

1579-07-02 |

Ms Opstraeten III fol 1148
Jaartallenindex

ik ondergeschreven attestere dat Anthonis de Ridder eertyts wonende in Langbroeck op sijn hofstede genaemt Groenesteijn, altijt vrij geaent is van clockgeslachten, ten tijde dat ick het maerschalckampt van Overquartier bedient hebbe, gelyck ander edelluyden daeromtrent oijck op ridderhofsteden woonde. Soo ick oock verstaen hebbe terselver tijt dat de voorgaende maerschalck hem oijck vrij gekent hadde van de clockgeslachten als boven, onderteykend Beijer de Haren [?]

1405-05-10 | Leiderdorp

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 62/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt: want wij verstaen hebben van Jan Grietenz, onsen schout van Leyden, hoe die Sartroysen van St Geerdenberghe aen d'een side, ende Vrancke Diedwienz magen aen d'ander zyde, hun geschil over de erfenis van Vranck voorn. aan hem opgedragen hebben. Ende hiermede schelden wij quyt alle toeseggen dat wij hebben mogen an Vrancken goeden voirs. Gegeven tot Vyanen 10 Mei 1405 (vgl 1405-05-13, 1400-01-16)

Herlaer, van | 1352-04-29

A.R.A. Copie Leenkamer 32 fol 17v/Reg EL 25 fol 12
Achternamenindex

heer Jan van Herlaar, baljuw van Rijnland, ontvangt het huis te Teylingen in bezit; de steden Haerlem en Leyden moeten daaraan meewerken, "want wi wel verstaen hebben datter alrehande gebreck es aen den huse, waer bi dat hyt timmeren ende stoppen mach doen, soe waers noet is, alsoe dat wijt bereyt vinden ons op te leggen als wi of God wilt te lande comen"

ad relationem domini ducis Lancaster et dominorum de Egmonde et obueri de Evers, sig dom de Borsselen, A. de Berwaerde