10 resultaten
1554-08-14 |
R.A.H. Coll Aanw 257 fol 613/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
daar de pachttermijn van het schoutambacht van Hoorn tbv Cornelis Gerbrantsz verstreken is, zonder dat hierin is voorzien, wordt zijn ambtstermijn met 2 maanden verlengd
1533-11-30 | Haarlem
R.A.H. Coll Aanw 245 fol 384/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
daar de tijd van bediening van het schoutambacht van Haerlem van Jaspar van Treslonge verstreken is, zonder dat hierin is voorzien, verlengt het Hof zijn commissie met 2 maanden
1564-02-17 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters no 10 p 548 regest 408/Carthuizers buiten Delft
Jaartallenindex
Vranck Lenaertsz op Schije heeft van de Carthuizers buiten Delft gehuurd 3 hont 50 gaarden land in Abtsrecht voor 14 jaar, waarvan er 5 verstreken zijn (vgl 1539-08-12)
getekend door broeder Albrecht van den Berch, prior, Vranck Lenaertsz, Willem Ariensz
1535-10-11 | Amsterdam
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 31v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
daar het schoutambacht van Amsterdam, daar de pacht van Claes Gerrit Mattheusz verstreken is en hij het officie niet langer wil bedienen, wordt bij provisie benoemd mr Cornelis Dobbez, totdat door de keizer iemand definitief benoemd wordt
Lind, van der | 1440-12-31
Nibbelink no 162, 163
Achternamenindex
de ambtstermijn van Jan van der Linden, zijn rentmeester, als dijkgraaf van Zwijndrecht is verstreken, maar volgens de overeenkomst van 1435-12-05 heeft hij nog recht op een opzeggingstermijn van één jaar; dit ene jaar heeft Jan van der Linden opgedragen tbv Jacob Willemsz, die vervolgens voor 1 jaar wordt aangesteld
Berendrecht, van | 1481-07-14
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl II dossier 132
Achternamenindex
Willem van Berendrecht ontvangt van Willem van Zwieten het baljuwschap van 's Gravesande tegen betaling van 200 £, Willem van Berendrecht leende bovendien nog 150 £ aan de hertog; 1481-07-09: zijn ambtstermijn wordt nog met 6 jaar verlengd, zodra het restant van de 10 jaar waarvoor het ambt aan Willem van Zwieten gegeven was, verstreken zal zijn. Hij stelde een waarnemer aan, Jan Potter van der Loo, die hij echter weer afzette; proces hierover, dat Potter verloor, 1488-03-28 (1487)
1564-09-13 |
R.A.H. Coll Aanw 134 Caput Z.H. fol 128v, oud fol 33
Jaartallenindex
Pieter van Berry, wonende in den lande van Brabant, geeft ootmoedelyck te kennen hoe dat zijn jongste broeder Jacob van Berry, overmits hij alhier in Hollandt woonachtig was, naer t overlyden van Johan van Berrij, hem suppliants vader, in sijn beswaernisse genomen heeft alle die brieven ende papieren wesende in den sterfhuize van den voorn. Johan van Berry. Ende deselve Jacob van Berry deselve papieren deur synen ende gevisiteert hebbende, heeft onder deselve bevonden twee francijne brieven deur den anderen getransfigeerd, te weten den enen inhoudende hoe dat de oude here van Rhoon eertyts getransporteerd heeft Johan van Berrij voirs, een gedeelte van de Pendrechtsche ende Roodensche gront, ende de ander wesende de investiture bij den voirs Johan van Berry uyt kracht van het voors. transport genomen. Welke brieven Jacob van Berrij den voorn. suppliant nu seeckere korte tijd geleden eerst gelevert heeft. Ende alsoe hij suppliant de oudste zoon is van Johan van Berry, soe versouckt hij suppliant oetmoedelijk dat U myne Heeren gelieven hem suppliant van de gront in de voorn. brieven gementioneert, te doen hebben behoorlijke investiture, niettegenstaande dat er 9 à 10 jaren verstreken zijn dat deselve niet verheven is. De rekenkamer staat dit toe tegen betaling van het dubbele verlij en investiture
Alkemade, van | 1398-11-05
Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 245 ev
Achternamenindex
hertog Albrecht verkoopt aan heer Gerrit van Heemskerk heer Herbarenz het huis te Heemskerk "met alle sijnen toebehoren, als dune, molen, zwanen ende anders, mit allen gueden ende renten den hus voors toebehorende in alze manieren als die heer Florys van Alcmade nu ter tijt van ons in bevelinghe heeft ende die hij ghebruyct". Heer Gerrit zal echter met de inbezitneming moeten wachten tot de tijd van heer Floris, die de hertog met hem overeengekomen is, verstreken zal zijn, gedurende welke tijd heer Gerrit een som van 100 Eng nobelen per jaar van den hertog zal ontvangen; de koopprijs bedroeg 2000 nieuwe Geldersche guldens; vgl 1398-11-05 (3e) en 1398-11-13
1535-09-10 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 158v-162, 155v-158v
Jaartallenindex
Karel schrijft aan de stadhouder en mannen van leen dat hij ontvangen heeft die ootmoedige supplicatie van Jacobmine Jansdochter, inhoudende hoe dat bij aflyvigheid van wijlen haer vader Jan Zoete, o.a. goeden achtergelaten zijn zeeckere landen en thienden in Vosmaer in onsen lande van der Tholen, lenen van Holland en Zeeland, welke tienden en landen na zijn overlijden gedevolveert zijn aan haar zuster Margriete Jansdochter, en na Margriete's overlijden gedevolveert aan haar suppliante als leenvolgster van haar zuster. Hoewel belening haar was toegezegd, heeft de Proc. Gen. geweigerd hierin toe te stemmen, waarover proces ontstond voor het leenhof. Op 26 juni l.l. werd zij bij appoinctement gevorderd om cautie te stellen. Dit geschiedde, maar daarna werd belening opnieuw geweigerd, daar er intussen jaar en dag verstreken was. Onbekend met het leenrecht had haar procureur zich nu gewend tot de Grote Raad te Mechelen, zich excuserende "mits haer simpelheyt en regligentie als dat sij ter tyt als tselve haer versterfde", religieuse in zeker klooster was, waarvan zij door de paus gedispenseerd is, die haar oorloofde te trouwen, en in de goederen van haar ouders te delen. Zij verzoekt nu ontslag van het feit dat zij de lenen niet tijdig verheven heeft. De keizer vergeeft haar het gepleegde verzuim en eist dat zij beleend zal worden tegen betaling van de normale rechten; 1535-11-09: Jacomina geeft volmacht aan mr Florentius Zeeman, Franciscus de Geersbergen en Johannes Doubstu, om namens haar voor het leenhof in den Hage lenen te verheffen (1535-12-02)
Wijngaarde, uten | 1342-04-14
Cartul Marienweerd no 511
Achternamenindex
arbiters doen uitspraak in het geschil tussen Heysterbach en Marienweerd over de visserijen te Giessenmonde en Over Sliedrecht: de eerste is verpacht aan Martyn uten Wyngaerde, poorter te Dordrecht, de 2e aan heer Jan van der Merwede en Herbaren van Crayesteyn, de laatste 2 zullen hun pacht behouden die zij met de 2e partij zijn aangegaan tot Kerstavond over 7 jaar; Martyn heeft gepacht van heer Diderik van Teylingen als erfgenaam van Herbaren van Crayesteyn, de helft van de visserij die deze in pacht hield van Marienweerde, zoals hij die zelf had gepacht. Wanneer de pacht van de erfgenamen van heer Jan van der Merwede van die van Herbaren uitgaat, zal deze nog 3 jaar pachten van Marienweerd tegen 10£ Holl; als deze termijn verstreken is, zullen beide abten volgens eigen recht over de visserij beschikken