Bedoelde u soms?
vaters | veder | veer | veere | velters | vesters | vete | vetera | veterem | veteris

18 resultaten

Lutingen, van | 1356

Quellen Stift Xanten p 307
Achternamenindex

pro Nenna Kulen, vrouw van Gerardus van Lutingen, pro Tissen, per miles de Harden, per Gertrudem de Veteri, 6 sol

Aldenkirchen, van | 1356

Quellen Stift Xanten p 307
Achternamenindex

rekening van Xanten: pro Nenna Kulen, uxore Gerardi de Lutingen, pro Tissen, per miles de Hurden, per Gertrudem de Veteri ecclesia et Sweneldis, 6 sol

Hurden, van | 1356

Quellen Stift Xanten p 307
Achternamenindex

rekening Stift Xanten: pro Nenna Kulen, vrouw van Gerardus de Lutingen, pro Tissen, per Miles de Hurden, per Gettrudem de Veteri ecclesia et sweneldom 6 sol

Herenhave, van | 1332

Quellen Stift Xanten p 142
Achternamenindex

pachtrol van de kelnerij: de Veteri urbe 8 mal siliginis, .. mal ordei, 17 mal avene, principalis et fidejussores: Gerardus de Curia dominorum, Genekinus de Lutingen et Gerardus qui moratur in domo Pels

Wassenaer, van | 1281-1284

De Fremery no 228
Achternamenindex

lenen ten tijde van Floris V: 3) dominus de Wassenare, theloneum de Vlerdinghen; 6) dominus Gerardus de Wateringhen: officium suum apud Vlerdinghen et piscariam ibidem de slusis, et unam partem de veteri aggere apud Vlerdinghen

1634-10-22

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 207v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat sr Corstiaen Adriaensz, coopman binnen Haerlem, als gemachtigde van Jacob Henricsz, coopman en burger binnen Leeuwarden als man en voogd van Lutske Tyebbisdochter Popta (1634-02-18: stilo veteri, gepasseerd voor burgemeester en schepenen van Leeuwarden, en van 1634-10-09 voor dezelfden gepassseerd door Lutske) transporteren aan Johan Colterman, Raedt en rentmeester generaal over Kennemerland en West Friesland, een stuck weydtland in de ban van Tetrode, genaempt "de Catwyckercroft", oost: de wagenwech, zuid: Johan Colterman, noord, west: de wildernis. Koopsom 2200 gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Jan Hooftmans en Heindrick Oliphijersz, schepenen van Tetrode

Oss, van | 1312

Livre Feudataires de Jan II Duc de Brabant
Achternamenindex

livre feudataires de Brabant: - Godefridus de Os piscariam in Veteri Mosa, in parrochia Kessel et Maren (p 76); - Godefridus de Bussel [Boxtel ?] terciam partem decime de Drunen, Herman de Os tenet modo (p 61); - Hermannus de osse, 3 bonaria inter Vuram et Stertbeke, scriptum supra Johannem Ingerams; - ida uxor Hermanni de Osse theloneum de MErbeke et alia bona, 20£ per jaar, Roelandus Leckaert tenet modo (p 158)

Voorne, van | 1173-07-25

Oorkbk Sticht Utrecht no 476
Achternamenindex

Willem van Voorne en zijn dochter Hedwig stichtten de kerk van de abdij Oudwijk [Oudkerkhof te Utrecht], bij de inwijding schenken ze goederen aan deze kerk, waarvan een deel bestemd is voor de jaardag van zijn broer Walonis [Willem], voor heer Everhard en hun eigen memorie; goederen: - 1 mansum bij Marre versus Rhenum, - bij Veteri Cymiterio [Oudkerkhof] 6 uncias, 40 talenta uit land in Horstwerde [Kortenhoef] en 4 jurnalia juxta claustrum en 6 jugera in Altwyca

Wateringe, van der | 1281-11<

De Fremery no 228
Achternamenindex

lenen ten tijde van Floris V: no 6) in Weteringhen houdt Gerardus de Wateringhen: - zijn huis bij Wateringhen, - het ambacht van Wateringen, - de tienden te Hoec, - alle goederen van heer Frederik "avunculi sui" in Wateringhe, - 25 jugera in de Poele, - 27 jugera in Hatscampe [Escamppolder Loosduinen], - 22 £ en 7£, - het ambacht van Vlerdinghen met de visserij in de sluizen, - een deel van de veteri aggere bij Vlerdinghen, - goederen bij Heimond, 20£ per jaar; no 110) Vrederic Ysebrantsz 1 £ in het ambacht van der Wateringhen; no 251) heer Gerardus de Wateringhe: 3£ 10 sc te bottinghe (Wateringhe), te Winendale: die Me[e]r, en een deel van Segbroec, "alse hi zeghet, maer die grave wils hem niet bekennen"

aantekening De Fremery: het geslacht van der Wateringen noemde zich aanvankelijk uten Hoeke

Bergh, van den | 1172 (18-06 - 24 -09)

Oorkbk Sticht Utrecht no 473
Achternamenindex

Bisschop Godfried schenkt de voogdij over de landen van het kapittel van St Jan te Balgoye aan de proost van dit kapittel

testes liberi en ministeriales: comes Gelrensis Heinricus et filius eius Gerardus, comes Hollandensis Florentius et fratres eius Robertus et Otto, advocatus Rudolfus, Theodericus castellanus et frater eius Gerlagus, comes Luscus Wilhelmus, Constantinus de Monte, Riquinus de Maldberge, Otto junior de Maldberge, Theodericus de Altena, Florentius de Vornen, Isebrandus de Harlem, Alardus Vicman, Ekbertus de Amestelle et filius eius Heinricus, Heinricus de A, Ylias et filius eius Godefridus, Rothericus de Daventria, Bertrammus de Daventria, Hathemannus de Lindelo, Benneke de Walde et duo filii eius Randolfus en Rudolfus, Gerardus de Lindescote, fratres eius Jacobus, Heinricus, Gozwinus de veteri valle, Isebrandus de Lente, Arnoldus de Everikesthorpe, Hermannus Irregang, Theodericus de Judefas