14 resultaten
1518-12-22 |
R.A.H. Coll Aanw 242 fol 574v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
Dierick Danielsz Zeeman oorkondt dat hij machtigt zijn neef mr Floris Zeeman, advocaat postulant, om te passeren zekere akten van condempnacien achtervolgende zeker accoord bij mr Pieter de Capella, Raad ordinaris, en mr Jan Danielsz, secretaris, gemaakt tussen die voechden van Lourys Maertsz weeskind ter eenre, en Cornelie mr Yeman Jansz weduwe, ter andere zijde. Geinsereerd in de akte dd 1519-05-18
1531-10-29 | Castricum
Arch Abdij Egmond Inv no 383, 386 regest 1454
Jaartallenindex
Jan Claesz, schout in Castrycom, oorkondt dat Floertgen Phillipsdochter met Kersten Phillipsz en Zeeger Dyricksz hoer vermetende voechden te wesen van Floertgen, ende zijn alle poerteren der stede van Haerlem, en erkennen verkocht te hebben aan het convent van de abdij van Egmond een acker lants met die gheboemte daeropstaende geheten Calis gelegen in den ban van Castrijcom, belend nu ter tijd west: dat convent voers, noord: Jacob Heynricksz, poerter van Alcmaer, oost en zuid: den Laghe Wech
Pieter Willemsz, Baert Meijnsz, schepenen
1495-12-19 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 104/Topgr. Coll "Warmoesstraat"
Jaartallenindex
schepenen in Amsterdam oorkonden dat Jan Pietersz ende Adriaen Pietersz, gebroeders van Middelburch in Zeeland, voor zich zelf en ook voor Beatrise Pietersdochter, ook van Middelburg, en Anthonije en Maritgen Lourijsdochteren, gesusteren, mede van Middelburch, hoere nichten, mit Jan ende Adriaen voern. als hoire mombaren ende voechden, verkocht hebben aan Symon Symonsz van Bueckesloet 4 R gld jaarlijkse pacht op een huis en erf in de Warmoesstraat te Amsterdam. Op 1495-12-16 verkopen dezelfden een rente te Amsterdam (zie regesten)
1467-06-08 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 663/Cartul Nieuwe Nonnen Amsterdam fol 20
Jaartallenindex
schepenen in Scellinchout oorkonden dat Gheryt van Beerhem ende heer Claes van Beerhem, ghebrueders, mit Grabrant Baertszoen ende Gheryt Jansz, hore beijder gherechte voechden, verkocht hebben aan suster Catrijn van Beerhem, hoir beijder zuster of hoeren convent der Regulierissen binnen Amsterdam geheten ter Lely, van hoeren weghen, 4 deymde lants in den ban van Scellinchout, waarvan lenden zijn Gheryt Jansz an die een zijde, ende Jacob Jansz an die ander zijde. De akte is in het Cartularium doorgehaald, in margine is erbij geschreven: "is vercoft"
Thomaes Petersz (zegel: 2 zespuntige sterren boven elkaar) en Jacob Gaelmaensz (zegel), schepenen
1508-02-20 |
Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 II fol 16
Jaartallenindex
scepenen in Ameijde oorkonden dat Marten Jan Pietersz huysvrou was sal. ged. met haar voogd en met haar kinderen: in den eersten Jan Jansz, Aert Jansz, Jacob Jansz, Macharius Jansz, Claes Zeghersz als voechden van haer huijsvrouwen, en Ariaen Jan Pietersz dochter met haar gecoren voogd, overgaven ende hebben gheloeft het convent van den Hem buten Scoenhoven, also sij mede erfgenaam sijn van wijlen Jan Pietersz, te vrien van alsulcke 50£ groten Vlaems als si sculdich sijn mr Gherit orgelmaker t'Utrecht, ende voort van allen anderen sculdenaers die nu sijn ofte namaels moghen comen
Pieter Claesz Roeck, rechter, Claes Jansz, Claes Ghysbertsz ende Pieter Jansz, scepenen in Ameijde
1542-06-15 |
R.A.H. Coll Aanw 249 fol 364v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoe heere Vincent van Remmerswale, priester, den Hove van Holland te kennen gegeven heeft dat hij bij denselven Hove geordonneert is geweest op ten 5e oktober l.l. omme te regieren ende administreren bij adviese van sekere toesiende voechden op die tyd genomineert, over de persoen ende alle die goederen competerende jvr Alydt van der Does. Dat hij die goederen bezwaard bevonden heeft met grote schulden. Hij vraagt verlof om al die goederen bij decreet te mogen verkopen, de schulden te betalen en het overschot in los- of lijfrenten te mogen beleggen tbv jvr Aleid. Het Hof voldoet hieraan (vgl 1541-10-05)
1497-04-20 | Velsen
G.A. Amsterdam Cartul Reg St Jan fol 162v/Reg St Jan bij Amsterdam
Jaartallenindex
Jan Dircsz van Waterlant, scout toe Velzen, oorkondt dat Dirck Heymansz en Claes Moijert Dircksz, poerters van Amsterdam, verkocht hebben als voechden gemachticht van Jan Bout Jansz, tsaliger gedachten, bij syn levenden lijve, van sijn dochter Gheertruudt, bij consent van Vechter Baerntsz en Claes Stoter Stevensz alst die naeste vierendelen, den Can. Reg. van St Jan bij Amsterdam, een huus ende hofstede gelegen binnen den ban van Velzen, alzoo alst heer Claes van Assendelft toebehoerde ende gerumet heeft mitter doot, daer naest lenden of sijn west: Claes Halst, oost: die oestlaen, noord: die Hoftgeesterwech, zuid: Willem Claesz
schepenen: Geryt Mathysz en Gheryt Willemsz
1494-11-18 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 64
Jaartallenindex
schepenen in Monikendam oorkonden dat Claes Pouwelsz en heer Claes Claesz en Wendelmoet, zijn kinderen, het nagelaten kind van wijlen zijn dochter Ytgen, als hun mede erfgenaam erkennen alsof Ytgen nog leefde. Indien zijn zoon Willem Claesz sterft, zullen ook diens kinderen mede erven alsof Willem nog leefde. Sterft genoemd kind van Ytgen echter, dan zal hetgeen aan Ytgen gegeven is bij haar huwelijk met Vrederic Pietersz zyn zwager [= schoonzoon] niet komen aan Vrederics erfgenamen, maar aan die van Claes Pouwelsz etc. Hier bi an ende over hebben gheweest Reyn Florisz ende Jacop Pietersz als der wesen voechden, die dit mede hebben geconsenteert (zie ook Regesten Amsterdam)
Jacob Pietersz en Claes Claes Rijsersz, schepenen met hun zegels
1468-06-09 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 670/Cartul Nieuwe Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex
schepenen in Scellincholt oorkonden dat heer Claes van Beerhem, priester, en Gheryt van Beerhem, ghebroeders, met Garbrant Baertsz en Gheryt Jansz, hoir bieder gerechte voechden, verkocht hebben aan de Nieuwe Nonnen te Amsterdam, ⅓ deel van hoer geheel uterdijck met hoeren toebehoeren, onderdeel, welck voirsz groet is buten ende binnen omtrent 15 marghen ende is ghelegen in den ban van Scellincholt, daer naeste lenden van zijn oost: Machtelt Jan Gaelen wedu, west: Jan Dircxz. Vrijwaring na den recht der stede van Scellinchout. Voor Claes Dircksz zegelt zijn zoon Jan Claesz. En voor Claes Hilbrantsz zegelt Jan Claesz, de schout. "Want wij nu ter tijt gheen zegelen en ghebruiken". In het Cartul. Nieuwe Nonnen is het stuk doorgehaald en in margine bijgeschreven: "is vercoft"
Claes Dircksz en Claes Hilbrantsz, schepenen
1540-03-02 |
Arch Marquette no 454/Transfix bij 1592-04-12 en 1636-05-14
Jaartallenindex
Adriaen Jansz, schout van Wyck op Zee, Dirck Gerritsz en Claes Willemsz oorkonden dat Gerrit Willemsz en die kinderen van Adriaen Willemsz ofte haren voechden, kinderen ende erfgenamen van Willem Gerritsz an die een zijde, ende Gerit Jacop an die ander zyde als erffgenaem van Beatris Pietersz, die huysfrou van Willem Gerritsz, quytscholden mit desen alsulcke seven paert die Jan Thuenisz gecoft heeft van Willem Gerritsz uit die zate van Hilgont Aelbers; van welken landen ofte zeven paert dat Jan Thuenisz gecoft heeft, nu ter tijt lendens of zijn west: Gerrit Willemsz, oost: die Houijtwech, noord: die abt van Egmonde, zuid: Jan Ariszoonskinderen. Item noch 1/7 paert in een acker waeroff nu ter tijt lendens off zijn west: streckende an die wildernisse, oost: die Houdtwech, noord: die kinderen van Jan Arisz met sgraven mollen [molen ?], zuid: Gerrit Willemsz