5 resultaten
Voogd, de | 1410~
Leenregister Culemborg fol 20v
Achternamenindex
leenregister Culemborg: Geryt Gerytsz (later: doorgehaald en toegevoegd: Gheryt die Voecht Woutersz) een driedeel van een half viertel land gelegen in het Wale, belend boven: heer Hubert van Leyenberch, beneden: Gheryt (geeigend Splynter die Voeght)
Heyden, van der | 1301, 1328
De Raadt II p 50, 53/Fl no 1436, B no 468
Achternamenindex
1301: Walterus de Thimo, schepen van Malines; 1328: Jean van der Heyden, avoué (voeght) du seigneur de Malines; 1438-09-14: Johannes de Thimo, miles, s'engage moyennant 18 livres de vieux gros, à servir le duc de Brabant, met 5 man, dans la guerre entre l'Angleterre et la France
Haren, van | 1312
Livre Feudataires de Duc de Brabant
Achternamenindex
livre feudataires de Brabant: - Ogerus de Haren (p 126); - Ogerus filius Johannis dicti Voeght, de Trajecto, justitiam de Byechten cum feodalibus, censuriis et ertinenciis suis; - 3 marchas manualis feoda sitas apud Wilre bij Trajectum; - bona de Meulrode, Ogerus de Haren relevavit hac bona quasi mamburnus ipsius Ogeri (p 218); - Theodricus de Haren 1 curtim de Coudemberghe, prope Trajectum, valent. 52 modios siliginis annuatim, mensure trajectensis (p 249); - Wilhelmus de Haren 1 tiende bij Meghlen bij Gulpen, valentem 10 modios siliginis vel circiter (p 288)
1487-1493 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 54v/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
excerpta uit akten berustende onder het Galileaconvent bij Monnikendam. Noch Van Koelkeweer In Monikebroeck. Item van Koelkeweer heb wij ghecoft van Claes te Man van Lantsmar 3 ½ koeven pro [niet ingevuld]. Ende noch 4 ½ koeven ghecoft van Claes Meijnz ende Pieter Claes Hensz van Monikedam. Ende Claes Meijnsing habuit over syn koeven ende een verndel 88 gld current. Ende Pieter Claes Hensis die had voer syn twie koeven ende een verndel 50 gld current in pecuniis. Ende een brief van 1 g. Wilh. scilt op Jan Tesis uterdyck ende 9 gld current ter losse op Tyman Jacopsz goet et sic iste eciam habuit 88 gulden usuales. Item ghecoft van Jan Heijnsen van Monikendam noch 5 koeven in Koelkeweer, noch anno domini 1487 in profesto Gregorii pape. Ende noch ghecoft opten selfden dach ab eodem dat verndel van Pouwelslant van 2 stucken pit [?] ghecoft om CCC gld current et XIII gld, de quibus solvit frater meus Warmboldus CC ∫ gld ende XIII gld. Ende Jan Broeck in Amsterdam C [?] gld current. Item noch heb wi ghecoft ½ koeven van Margriet Jacop Gherijtsz wedue van Monikedam bi consent van haren voeght Jan Heynesz pro XIX½ gld 23st voer die gulden. Acta sunt hec anno domini 1493 ciruter festum epiphanie ut infra habentur ad longum de ista empuone require in tabula et sic ipsa Margareta habet ad hunc 2½ koeven in Koelkeweer et sic hoert ons toe al Coelkeweer pt 102½ koeven
1537-1539 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 2749
Jaartallenindex
Dierick Jansz Voeght, Lauwereys en Jan Florisz, Dierick Claesz Smallinck e.a. taveernehouders + schout en schepenen van Heemstede contra magistraat van Haarlem + Proc. Gen. Geschil over het accynsvrij tappen buiten Haarlem, een doorn in het oog van de stad. Circa 1518 een arbitrale uitspraak. In Januari 1528 verkreeg Haarlem een octrooi volgens welke het gedurende 3 jaar verboden zou zijn binnen een afstand van 500 roeden rond de stad accynsvrij wijn en bier te tappen. Taveernehouders te Heemstede gingen in beroep tegen dit octrooi. Zaak bleef hangen, een uitspraak kwam er niet. Intussen trachtte Haarlem het bier tappen geheel te onderdrukken. In 1535 sloot de stad met de heer van Heemstede een daartoe strekkende overeenkomst, die in 1537 door de keizer werd bekrachtigd. De vorst verbood hierna bij placcaat het tappen van bier binnen 500 roeden geheel en al. Toen in 1538 toch weer werd getapt, liet Haarlem de overtreders beboeten. Eisers gingen in appel bij de Grote Raad, waar zij de jurisdictie van Haarlem betwistten. Zij meenden dat het accoord tussen Haarlem en hun ambachtsheer niet strijdig mocht zijn met de interlocatoire sententie dd 1529-09-10 van de Grote Raad waarin de clausule van inhibitie was opgenomen. Op 1537-04-29 werd bepaald dat de grens voor het tappen zou zijn het hek van het Bernarditenklooster. Bij andere stukken is ook gevoegd een request van verweerders om de kaart te mogen indienen. De Grote Raad beveelt 1539-10-20 het request aan verweerders te tonen. Aantekening van eisers dat zij de kaart niet wel gemaect vinden. Antwoord van verweerders die de aantekening van eisers niet gefundeerd achten. Appoinctement van de Grote Raad dd 1539-10-21, dat toestaat de kaart bij het proces te voegen. Kaart van het gebied ten zuiden van Haarlem, tussen Spaerne , Haarlemmermeer en duinen tot aan de Kennemerbeek. Vergezegeld van een legende. Het gebied waar het tapverbod geldt, is op de kaart aangegeven