2 resultaten
1488-03-03
folio 129v CXVII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Pauwels Paijncxz heeft verkocht aan Ysbrant Voichtsz zulke custinge ende somme van penn. als him gebreken an t huijs en erve dat Huijge Pietersz tegen hem gecoft heeft, liggende op die Voldersgraft, bij schepenbrief dd. 9 Juni 1483. Verleden 3 Mrt.
1406-07-25 |
R.A.H. Coll Aanw 69 fol 143/Mem B.H. fol 90v
Haarlem Algemeen
hertog Willem oorkondt dat hij gesoent heeft alrehande doodslagen etc te Haarlem: 1) van Willem van den Woude, zijn zoon Symon, Symon van Zaenden en Jacob Clais Tactgensz die dood bleven, 2) en van de daarna op St Petersdach ad Vincula gevolgde doodslagen op Jan van Zevenbergen, Dirc Symonsz van A'dam, Bertout Hugo Rodenz, Pieter Jansz van der Graze, Claes Kodden en Hughe Valkenz, en van Aernt Jansz en Tactgens dood. Al de daders werden gesteld op een bepaald zoengeld; zo wie dat niet betaalde zou balling worden. Niet betaalden: eerst van Willems van den Woude ende Symon syns soons dode. Gysbrecht van Rietvelt alse zaecweldich (afgekort zw), Jacob Hugen Jacobsz als sijn borge (afgekort b); Claes Symonsz van Zaenden, bastaert (zw), Jan Willem die men hiet Calfgen (zw), Claes Hugen Jacobsz (b); Claes Buze Bertoutsz (zw); Matheus Gheryt Claesz.z. (zw), Wouter Florisz (b); Dyrc Bollenz (zw), Jan Gherytsz Symons knecht van Zaenden (b); Gerrit mitter eenre hant (zw), zijn broeder Jan (zw); Aernt Hagenz (zw), Dirc Calle Hagensz (b); Godekin Gerbrantsz (zw), zijn broeder Brandekijn (b); Dirc Jan die calcberner (zw), Jan van Bosch die timmerman (zw); Brandekin Geerlofsz (zw); Grote Joost (zw), Gheryt Buze Bertoutsz (zw), Pieter Symonsz (b); Heynric, Florys knecht van Adrichem (zw), Willem Jansz uter Wyck (zw) en zijn broeder Dirc Jansz (b). Item van Jacob Clais Tactgenszoons doot: Bruijnken v.d. Werve (zw), Ghijsbrecht Heijnkinsz (b); Dirc Gheryt Louwenz.z (zw); Henric Delianen man (zw) en zijn stiefzoon Symon (b); item van Pieter Jansz doot van der Graze ende van Gherijt Aerstsz quetsinge Jans erfnamen van Huessen, so dat gelt up him geset is ende niet te borde gebracht en is. Item van: Aernt Jansz doot: Rembrant Gherytsz (zw), Tactgens doot: Gherijt mitter eenre hant (zw), Pieter Jan Cocsz leemte en quetsinge: Claes Symonsz v. Zaenden bastaerd en Claes Buze Bertoutsz (zw), Clais Pouwelsz leemte en quetsinge, die Willems knecht van den Woude was: Gijsbrecht van Rietvelt (zw), Haeskin Willemsdochter v.d. Woude smerte en quetsing en Clais Symonsz van Zaenden bastaert ende Claes Buze Bertoutsz (zw). Item van Jacob Voichtsz quetsingen Melys Dirc Melysz.z (zw), van Jan Symon Zuijtvoetsz quetsinge Jan Willem (zw). Deze voorn. personen hebben dus de zoen gebroken en worden balling geleyt. Met bevel om hen aan te tasten en over te leveren