10 resultaten

1483-10-25 | Wognum

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Vriesland fol 1/Reg Max. Philips fol 1
Jaartallenindex

Max. en Philips belenen Erck Volkaertsz met een huis en hofstad met een acker lants daeran gelegen in onsen banne van Wognem, ende belent hebben oost: Jacob Tymansz, west: Wybout Semmenz, hem aanbestorven bij dode van zijn broeder Jan Volkaertsz. Tot een erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven

getuigen: Wouter van Egmont, Willem van Schooten, Medaert van Marle

Snel | 1363-04-26

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 187
Achternamenindex

heemraden van Bergambacht: o.a. Willem van der Molen, Gheriit Snellenz, Dirc Volkaertsz

Dirc Volkaertsz | 1456-1457

Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex

de vrouw van Dirc Volkaertsz is gestorven in Bovenkerspel, had een erfgenaam in Vriesland, vercoft den rechten erfnamen om 5 £ (887 fol 19)

Jan Volkaertsz | 1363-1364

Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex

Jan Volkaertsz: afterstal van 1360, 1361, van de tienden van Grote Oesthusen 25sc 4d, Jan Volkensz (811 fol 1v); 1361-1362: de tienden van Grote Oosthusen 27 £ 10sc (809 fol 14v)

Pieter Volkaertsz | 1461-1462

Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex

Pieter Volkaertsz: gestorven in Twisch, die 2 van zijn erfgenamen in Oostvriesland wonende had, gedadinct van besterfte voor 6 £ (892 fol 18)

Everstert | 1363-04-26

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 187
Achternamenindex

Dirc Everstertsz, Jacob de Vroedenz, Gherit Rasghe Claesz, Willem van der Molen, Gherit Snellenz, Dirc Volkaertsz, heemraden in Bergambacht

Molen, van der | 1363-04-26

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 2 p 187
Achternamenindex

heemraden van Bergambacht: Dirc Everstertsz, Jacob des Vroedenz, Gheriit Rasghe Claesz, Willem van der Molen, Gheriit Snellenz, Dirc Volkaertsz

Vroede | 1363-04-26

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 2 p 187
Achternamenindex

heemraden van Bergambacht: Dirc Everstertsz, Jacob des Vroedenz, Gheriit Rasghe Claesz, Willem van der Molen, Gheriit Snellenz, Dirc Volkaertsz

1459-03-20 (1458) |

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 49 regest 173/Cartul Zeven Getijden Haarlem; Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 105
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Jacobsz transporteert aan de cantorymeesters (aan de kerkmeesters van St Bavo) ½ van het huis en erve, onderdeelt leggende en staende after des voirs. Jan Jacobsz huijs en erve in die Beghynestraat, belend an die een zyde: Claes Martynsz, an die ander zyde: Jacob Claesz de bontwerker, Dirck Gerritsz, Gerrit Dircksz, Martyn Volkaertsz en Pieter Jansz die pelsers kinderen, voorwaarts streckende an Jan Jacobsz voers. mitter halver cleyne staende tusschen hem en den huyse voors, ende an Bartholomeus die goutsmits kinderen, ende afterwaerts streckende an Vechter Jansz den stilleganckmaker. Mitten eygendom van de ½ van enen poortwege streckende van den voors huijse an die Beghynenstrate tussen an die een zyde: Jan Jacobsz voors, an die ander zyde: Pieter Jansz pelsers kinderen ende Gerijt die Gruter. Belast met ½ van 6 schell goets gelts sjaars en ½ van 5 schell en 6 penn Holl sjaars (vgl 1476-01-09). In de akte St Bavo Haarlemno 105: Behoudelic dat Aechte Aernt Jansz weduwe, Lysbeth en Katheryne dochters van Aernt Jansz en Lysbeth voorn. de bruikwaar zullen hebben van den huis en erf voirs hun leven lang (hoort dit er wel bij ?)

Pieter Jordensz en Pieter Thomasz, schepenen (het origineel met 2 schepenzegels)

Claes Pouwelsz | 1544-1546

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 440
Voornamenindex

Claes Pauwelsz sloot in 1535 een weddenschap af met mr Zeger Volkaertsz: deze gaf hem 1 last rogge en 1 gld, als Zeger zijn proces tegen Reynken Luytges weduwe zou winnen, zou hij daarvoor 2 lasten rogge en 4 gld aan mr Zeger teruggeven. Mr Zeger won zijn proces, maar Claes weigerde aan de weddenschap te voldoen, daar volgens hem mr Zeger nog een ander proces voerde dat hij verloren had; mr Zeger stelde dat dit 2e proces gevoerd werd door zijn vrouw Geertruid en ging over vrouwenkleren; er volgt een nieuw proces, dat na zijn dood voortgezet (mr Zeger overlijdt 1 jaar na de weddenschap) wordt door Geertruid Hermansdochter en haar tweede man Cornelis Claesz van Eynchusen. Ook Claes Pauwelsz overleed, en zijn weduwe en erfgenamen winnen hun zaak voor het Hof en de Grote Raad