10 resultaten
Bot | 1472-09-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 442v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Volken Bot Petersz maakt met Peter Bot Volkensz, Gerijt Bot Volkensz, Beernt Scaeij en Kosijn Roelfosz, zijn magen van zijn vier vierendelen, tot lijftocht voor Evertgen, vrouw van Jan van der Maet, de rechte rotgraft van den Snorren Veen, dat Volken in leen houdt
mannen: Evert van Heze, Gerrit Bot Volkenz
1471-09-28 |
Inv Fam Arch van Weede no 250 regest 9
Jaartallenindex
schout, landgenoten en buren te Coelhorst oorkonden dat Geertruid Volken Gysbertszdochter transporteert aan haar neef Adryaen Adryaen Volkensz een deel van het erf Bredevoirde en van een camp land in de Coelhorstermeent (vgl 1477-02-28)
zegels van: Reyner Reynersz, schout, Pauwels van Malsen, Henryck van Woude, Jan die Brauuer, Reyner van der Borch, Henric van Weede, Aernt Ricoutsz, landgenoten en buren
Jan Volkaertsz | 1363-1364
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Jan Volkaertsz: afterstal van 1360, 1361, van de tienden van Grote Oesthusen 25sc 4d, Jan Volkensz (811 fol 1v); 1361-1362: de tienden van Grote Oosthusen 27 £ 10sc (809 fol 14v)
Scade | 1461-04-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 102
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent Wouter Scade met ½ hoeve veen in de Grote Slage tot Zoes, strekkende tot Hese waart, en wijlen zijn vader Jacob Dirk Gijsbert Scadenz.z in leen hield, belend zonnewaarts: Henric Botter Goijertsz en de erfgenamen van Rolof van Baren, noord: Goossen Willemsz en Gysbert Wouters erfgenamen; dit leen was door verzuim aan den hove gekomen, maar dit wordt nu kwijt gescholden
mannen: Beernt Scade Jacobsz, Peter Bot Volkensz
1511-08-22 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Sticht fol 42v-44v
Jaartallenindex
Jacob Freijse van Dolre, dyngwaerder, Jan van Wulven, maerschalk van Eemland van onsen here van Utrecht, hebben klachten ontvangen van Willem van Dam op Volken van Yselt van zekere gewelddadigheden die Volken gedaan zou hebben aan goederen van Willem. Zij zijn hun geschillen nu aan beide personen, Jacob Freise van Dolre en Jan van Wulven voors, ende op Volkens syde aan Elys van Wolfswinckel op Willem van Dams syde aen Claes Gerytsz, ende op beyden syden aen Gerrit Bot Volkensz als een overman. beide partijen hebben hem verwilkuert en handtastinge gedaen en belooft hebben aen handen Jacob Freise van Dolre als dingwaerder ons genad. heren van Utrecht, bij Jan van Wulven, maerschalk als ridderman, en bij Elis van Wolfswinckel en Jan Botter als leenmannen van Utrecht, die uitspraak te zullen houden, op een boete van 100 nobel. Zij beslissen dat partijen zich moeten houden aan de uitspraak van 1508-01-24, en dat Volkens alsnog zijn zegel aan die brief moet hangen. Willem van Dam zal bovendien nog 75 gld current aan Volken betalen. En Volkens twee kinderen Jan en Jacobtgen elk 6 R gld tot kledinge. Volken zal Beyeraert Willems huisvrouw binnen 6 weken vestigen in het goed van Ysselt met 4 morgen land. Tot St Petrus ad Cathedram anno 1512 zal Volken huis en hofstad van Ysselt nog mogen gebruiken, doch niet langer (vgl 1508-01-24, 1514-09-30)
Eem, van der | 1439-03-01
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 132, 138v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Pelgrijm Goessensz van der Eme draagt op "den eigendom van 6 dachmaets lants in t gerecht van Bunscoten te Velde in den lande dat Goede Goedensz plach te wesen van den lande dat Ebbe Louwe en Gherbert Volkensz daerin hebben bi den dijck voert oestwaert opstreckende", belend zuid: Jacob Winmekensz kinderen, noord: land dat Gerijtsland geheten is; vervolgens wordt Pelgrim hiermee beleend; "Item dit heeft nu Jan Cibert ontfangen Pelgrim Goessenssone anno 1488"; 1441-04-02: beleend Hase Willem Cijbers wijf was, na dode van haar vader Pylgrim van der Eem; vervolgens draagt zij dit leen over tbv Jan Cijbert, die ermee beleend wordt
mannen: Gheryt Jansz, Jan van Amelenberge; 1441: Goessen van Voerde, Willem Lambertsz
Bot | 1485-07-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 238
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt Bot Folkensz wordt als voogd van zijn dochter Kerstyne Gerit Bot Folkenszdochter beleend, na dode van haar moeder Margriet Heinric Botter Goijerstzdochter, met ½ van 2½ vierdel veen in Heserveen, belend oost: Willem Hangoedenz, west: Lysbeth van Weede; "versocht Geryt Both hoir vader tot behouf Dyrck synre dochter, apud dominum Guillelmus fol 125"; "ontfangen Christina Willem Aerntsdochter bij opdracht Dirck Dircksz ut in libro abbatis Wilhelmi de nova ecclesia fol 158"; Gerrit Bot Volkensz als voogd van zijn zoon Folken Bot Gerritsz, wordt na dode van diens moeder Lysbeth Andries Botsdochter, beleend met ½ van een stuk land geheten Stalbrenck, gelegen tot Zoest, landwaarts: Jacob Jansz, zeewaarts: Goyert Jacobsz en Evert Jacobsz erfgenamen. Dit heeft ontfangen Cors Meynsz
mannen: jonghe Vrederic van der Zevender, Willem van Dam Petersz
Brandenburch, van | 1421-06-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 463
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lysbeth van Brandenburch Gherwijn Volkensdochter maakt haar vader Gherwijn Volkensz ½ hoeve veen onderdeeld met Meeus Dircsz en Henric van Rijn, borgher tot Amersfoert, gelegen in Zoes Veen in Kriex hove en in de groten slage, strekkende van Zoes enge an Hezer veen, belend boven: Ermghert Jan Hilhorst dochter, beneden: Meus Dircsz en Henric van Rijn; 1465-07-14: Hugo van Dorschen draagtover de tynswere van ½ hoeve veen onderdeylt met Meus Dirksz en Henric van Ryn opstreckende, gelegen achter Zoes enghe op Brandenburgerwijc, streckende van Soesenge an Hesereng toe, hem aangekomen bij dode van zijn nichte jvr Lysbeth van Brandenburch Gerwen Volkensdochter, belend boven: Armgard Jan Hilhorstdochter, beneden: Willem Scaij Adriaensz van der Eem. Vervolgens wordt Willem Adriaensz van der Eem ermee beleend ten erftyns
getuigen: Wouter van den Laen, Aelbert van Baern, onze tijnsgenoten
1475-07-04 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 142
Jaartallenindex
schout en schepenen in Weesperkerspel oorkonden dat zaligen Reyntgen Ghijstgen Possen was ende Aven sijn wijfs vier kynderen, ende hebben die erffnissen die hem van hairen zaligen doden oudere aanbestorven waren, gelegen in der parochie van Weesperkarspel voirsz mijnliken ende eendrachteliken bij consente ende toedoen van huren oem Willam Hoesk Pietersz ende Ende Elbert van Dam Heynricsz, Marten Bosk, ende meer andere vrienden ende magen gedeelt in manieren naebescreven. In den eersten zo zullen Ghysbert Reyertsz ende Pieter Reyners, ghebruederen, tesamen hebben tot hairen deel dat pachtlant alzoe gehieten, ende is groet 4 morgen min 2 hont, gelegen bij den Gheijn ten Velde werts op, after aen Marten Bosken zaet, ende daertoe 12ten deel van Piter Huusmanszaet gelegen tot Anckeveen, mit ½ morgen lants gelegen bij den Gheyn int borrende [?] lant. Voirt zullen Claes Zwitterszoon als een voecht van Meijns Reynersdochter, sinen wive mit Marritgen Reijnersdochter tesamen hebben tot hoiren deele halff ende halff 1½ morgen lant in Marten Boskes zaet, gelegen bi jden Gheyn, ende daertoe ½ morgen gelegen bij Bruninc barch int borrende lant. Ende zoe sijn dese 4 Reyners kynderen van malcander verteghen etc
jonge Ghijsbert Lapp Ghijsbertsz (zegel: 2 dwarsbalken resp. beladen met 3 en 2 spitsruiten), scout, Bartout van Hoessen ende Elbert Bout Jansz, schepenen; voor Elbert zegelt Dirck Volkensz (rond)
Margriet Rutger Jacobszdr | 1434-06-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 127v, 136
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Margriet Rutger Jacobszdochter, zuster van St Agatha op de Spoey [Amersfoort] beleend met 1) ⅙ deel van de 7 hoefslagen, belend landwaarts: Vrancken hoeve mitten groeten slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, opstrekkende van Zoester enge an Hezer Veen, 2) ⅛ deel van der Lochmaet met ¼ deel van de Poelmaet, en ½ van der Borchmaet; vervolgens draagt zij dit leen over aan het genoemde klooster, dat beleend wordt; hulde en eed doet Roelof Goede Kaedensz; 1440-06-13: suster Aleijt, medesuster an het klooster St Agathe te Amersfoert bij der Spoeije, wordt namens het klooster beleend met hun lenen van de abdij, na dode van de sterfman Roeloff Goede Kadenz, hulde en manschap doet nu Lubbert Hoeft Lubbertsz
mannen: Vrederic van Voerde, Gheryt Jansz, Jan Volkensz; 1440: Goessen van Schadick, Peter van Heze