Voogd, de | 1587-07-24

J le Roux: Recueil de la Noblesse p 75-86, 371

Achternamenindex

genoemd: Josse de Vooght van Reynevelt, genealogie; 1696-07-01: Pierre Charles de Vooght

Grebber | 1700-12-05

G.A.Amsterdam DTB

Achternamenindex

gedoopt Amstelkerk Amsterdam: Catrina, dochter van Joannes Grebber en Rachel de Vooght, getuigen: Dirck Grebber en Lucretia Grebber

Arkel, van | 1600~

Alg Ned Familieblad 1885 p 156

Achternamenindex

Erasmus de Vooght, ridder, heer van Barizeele en Cruijs Eecke, baljuw en gouverneur van het kasteel Wynendale, gestorven 1631-02-22, begraven te Thourout x Marie d'Ercle, x Marguerite d'Appeltern, stierf 1616-03-26

1537-06-01 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 35v, 36v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen Jan Cornelisz de Vooght opdroeg tbv Laurens Pietersz ½ van de tweedeel van de helft van 44 morgen lants, gelegen op Dyxhoern op die Harnassche, tusschen den Hof van Delft ende heren Willem van den Coulster, wijlen domproost van Utrecht lande. En dat hij vervolgens Laurens Pietersz hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Eodem die draagt Jan Cornelis de Voogt dit leen weer over tbv Adam Henricsz van der Burch, die er vervolgens mee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen

mr Nicasius Hanneman, advocaat in onsen Hove van Holland, Cornelis Barthoud Jansz, Anthoine le Bucq, leenmannen

1695-07-01

R.A.H. O.R.A. 2110 fol 259

Transportregister Egmond

Jacob van Egmont als vooght van Jan Rijnen en Pieter Rijnen, kinderen en erfgenamen van Reijn Pietersz, verkopen aan Engel Pietersz te Rinnegom, een crofte lants in het zuidoosten van Rinnegom, groot 700 roeden, genaamd "Rietwik", oost: Reijer Pietersz, zuid: de kinderen van Arent Cornelisz Berghman, west: Franchois Schiffer, noord: de heer Lambrecht Witsen. Koopsom 105 gld

1559-02-26 |

Leenregister Ackoy fol 10

Jaartallenindex

Willem van der gen. Gods prince van Oraengien als vooght ende momber ende hebbende de guarde noble van Philippus Willem van Nassau graef van Bueren, van Leerdam ende heer tot Ackoy, onze zoon, oorkondt dat Cornelis Aert Dircksz voor zich zelf en Cornelis Claesz, schout tot Akkoy als man en voogd van Anneken Aert Dircksdochter, Jan de Moler volmacht hebbende van Goris Jansz als man en voogd van Lysken Aert Dircszdochter na luyt eender acte van 1568-01-12 [!] stilo communi, gezamenderhand hebben opgedragen aan Willem van Haeften, de erftijns van de plaats waar het huis te Ackoy placht te staan (zie voor omschrijving 1520-02-10), zoals wijlen Flors van Egmund graaf van Buren die in erftyns gegeven had aan Aelbert Storm, nu opgedragen aan Ot Jansz (vgl 1520-02-10, 1566-01-05)

Zanen, van | 1702-07-13

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51

Achternamenindex

lijfrenten kantoor Edam: Geertje Jacobs van Sanen, tot Broeck, 200 gld ten lijve van haar dochter Eegje Garbrants, oud 24 jaren, vader was Garbrant Vooght en moeder is Geertje, fl 18; 1704-05-10: Claes Voogt, tot Broeck, 200 gld ten lijve van hem zelf, oud 35 jaar, vader was Garbrand Voogt en moeder Geertje Jacobs van Sanen, fl 18

Bertoen | 1681-10-30

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51

Achternamenindex

lijfrenten kantoor Purmerend: Maerten Jansz Bartoen 200 gld ten lijve van Jan Maertsz Bartoen, 5 jaar, vader Maerten en moeder Grietjen Heynis fl 16; idem Hendrick Maartsz Bartoen, 3 jaar, ouders als voren; Gerbrand Claesz Vooght 300 gld ten lijve van de voors Jan Maertsz Bartoen, 5 jaar, ouders als voren fl 24; dezelve 300 gld ten lijve van Hendrik Maertsz Bartoen, 3 jaar, fl 24

1429-04-20 |

Frans Halsmuseum Haarlem Coll Costeriana Inv no 11/3 p 30

Haarlem Algemeen

schepenen in Haarlem oorkonden dat het gewijst es met vonnisse der schepenen tussen de gasthuismeesters ter ener zijde, en Salomon Jan Aelbrechtsz.z voor hem zelf en voor zijn broeders, en Haestiaen Jan Aelbrechtsz weduwe met haar rechte vooght na hoir beide dingtale als sij moghen, dat gasthuismeesters betoghen als sij sculdich te zijn te betoghen dat Aelbrechts van Rollant den gasthuse gemaect ende besproken heeft 6 sc sjaers na inhout des gasthuisregister, dat dan die gasthuysmeesters tot des gasthuis behoef an die rente voirscr wesen en bliven sal ende dat die verstaende pande die Saelmon Jan Aelbrechtsz.z ende Haestiaen mit horen rechten voicht beide voirs, ghevordert ende ghesproken hebben van denselven rente voirscr op Claes Martynsz huysinge aldaer niet wesen en sel. Des so hadden die gasthuysmeesters tot des gasthuis behoef voirs betoich na den gewysden vonnesse voirscr. In oirconde desen brieve besegelt met onsen segele in t jaer ons heren 1429 op die twintichste dag in April

Louweris Jansz (zegel: een klimmende leeuw waarboven een barensteel, met een bastaardstreep over het geheel), Dirck Spijker, Gheryt van Adrichem en Bartout van Huessen, schepenen

Bokel | 1327-09-19/20

Reg Rotterdam en Schieland no 360

Achternamenindex

Adolf bisschop van Luik, schrijft aan de deken van het kapittel te Beek, aan de pastoor te Breda en aan heer Johannes Kessel, dat zijn leenman Leonius de Tule zich heeft beklaagd dat niettegenstaande zijn broer Johannes gezegd li Voe (Vooght) in het geschil met Theodericus Bokel over het patronaatsrecht en de grote en kleine tienden van Raemsdonc in het gelijk was gesteld en dat leen lange tijd in bezit had gehouden, en hij als erfgenaam van zijn broer het van hem had ontvangen, nu door de erfgenamen van Theodericus Bokel in het wettig bezit werd gestoord, en gelast hen hiermee te stoppen onder dreiging met kerkelijke ban, daar hij niet voor het wereldlijk gerecht hiertegen kan optreden