Dussen, van der | 1724

Vlaamse Stam jg VIII no 9 p 599

Achternamenindex

geboorte Geref te Menen (België): Adriaen van Rosmale, zoon van Antony en Pieternelle Bibo. Peter: Adriaen van der Dussen, meter: Anna van de Vooren

Verbeek | 1625-05-22

Ned Leeuw jg 1913 p 71/Notaris Paets Leiden regest 185

Achternamenindex

Ermgart van Winsen Godtschalxdochter, weduwe van Laurens Verbeeck, te Delft, erfgename van Henrica van Woerden van Vliet Gerritsdochter, haar zoon Hubrecht Verbeeck; verder genoemd: Johan Stoop, Niclaes van Lijn, jhr Andries van Bronchorst x Anna van Woerden van Vliet, Gysbarta van Vliet Gerritsdochter, betreffende land in het land van Vooren in Oude en Nieuwe Tonge, genaamd Battenoort

1568-05-04 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 44

Jaartallenindex

koning Philips beleent Jan Engelsz Dom na dode van zijn broeder Dirck Dom met een hofstede gelegen te Backom, mit 3 stucken lands leggende op de westzijde daeraen, en dat laighe landt daerbij achter ende vooren, groot 4 gaersen, daer after aen gelegen is een hofstede genaamd Barenhofstede {Baven ?], west: Gertruydt Claesdochter, zuid: Cornelis Gerytsz te Alckemaer ende zij zelve mit eygen lenen, noord: Aernts erfgenamen. Tot een erfleen (vgl 1566-01-18)

mr Cornelis Oem, Willem van Berendrecht, Otto Steensel, Cornelis Weylandt Loijsz, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen

1593-01-17 (IV) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 68

Jaartallenindex

Huybert Gerrijtsz scheldt quyt Reijer Cornelisz, schotvanger, ½ van de saetacker, die hij hadde leggen after Jacob Jan Symons. De andere helft toecomende Jan Cornelisz hopman. Groot in het geheel 21 sneesen. Onderpand: zijn huis en erf, daer hij nu ter tijt in woont, gelegen op het suytendt van Coedyck, belend zuid: Gerrit Yfsz, noord: Jan Cloocken. Cornelis Aris kinderen Heyndricx Gerryts daer vooren hebben ut coop gedaen van de kinderen haar schot staende tot Coedyck, groot ½ van 4 sneesen en 2½ verndel

Jan Gerritsz, schout, Aeriaen Dirck Yfsz en Jan Claesz, schepenen

1353-01-21 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 39 fol 40/Reg E.L. 23 fol 26v

Jaartallenindex

hertog Willem geeft onser liever trouwer stede van Delft, wanneer men daer in dingen sal van den hoechsten rechte ende onse 7 scepenen gedaecht worden daer toe op hoer lyf, gevielt datter dan eenig van der scepenen in sucht, sieckten ware, of datter enich doet ware of in onse gebot of in onser nacomelingen dat onse rechter van Delft daer een raetsman of meer also veel als er gebraken vooren eeden mach van onse wegen op die tijt, om onse heerlijcheyt daermede in rechte te houden

1496-01-10 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 53

Jaartallenindex

Philips beleent Ewout Gillis Jansz na dode van zijn vader Gillis Jansz met alslucke eene huysinge ende erve, van achter tot vooren, met hueren toebehoren, gelegen op die zuidzijde van der Cruysstrate binnen onser stede van den Briele, aen die noordzijde belend met die Vischstrate, leen van Arkel. Te houden tot een recht onversterfelijk erfleen. Ende alsoo Ewout jegenwoordeliken over see ende sant uytlandich is, heeft zijn oom Danckaert Gillisz de leeneed voor hem gedaan als zijn gecoren voogd. In margine: op 1497-08-02 doet Ewout Gillisz zelf de eed

present: Gysbrecht van Raephorst, Adriaen van der Does, Godschalk Oom van Wingaerden, Ingelram de Jonge, Dirck van Boneem; 1497-08-02: Dirck van Boneem, Crispyn Jansz

1714-06-07

R.A.H. Recht Arch 1073 fol 102

Transportregister Bloemendaal

gemachtigde van jvr Hester Catharina Ramp, wonende binnen de stad Utrecht, transporteert aan juffr. de weduwe Daniel de Neuffville en de heer David Matheus de Neufville een stuk land gelegen in Tetrode, ofte alwaer de voors. cooperse en cooper reets haar hofstede en opstal op is staende, belend (aan de noordzijde): de Brouwersvaart, en aan de syde van de heer David Matheus de Neufville de halve sloot van het huys te Rolland, toebehorende de heer Jan de Perou. Van vooren naar de stadt uitziende over het land van de genoemde heer David Matheus de Neuffville en van agteren de warmoeslanden gesepareert door een sloot (vgl 1739-05-14)

huis Rolland

1615-08-10

R.A.H. O.R.A. 2099 E fol 13v

Transportregister Egmond

schout en schepenen oorkonden dat Cornelis Pietersz Moij als man en voocht van Maritgen Jansdochter, ende als voocht van Dieuwer Jansdochter, weduwe Jan Jansz, des voorn. Maritgen Jans'zuster, en Jacob Jansz moolenaer (1624-03-26, 1626-09-14, 1640-06-27), voor hemzelf, verkopen aan Anna Jansdochter weduwe Claes Symonsz van Hillegom, voor ½, en aan Aris Jansz moolenaer (1620-03-29, 1624-07-12, 1624-08-15), onse buerluyden opte Hoeve, voor die wederhelft, een huijs staende op die Hoeve, daer die coopers in wonen, en de meelmolen zijn gebruickende, sulcks [?] dat het erve van t voors. huys mette molenwerve ende steen blyft ende toebehoort aan de heerlycheijt van Egmont. Waer vooren, als oock voor de uitrit (?) de coopers jaerlyks betalen ter somme van 36 Kar gld

Pieter Saijen, schout, Dierck Pietersz en Cornelis Diercksz, schepenen

1528-03-03 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 30-32

Jaartallenindex

Pieter heer van Pendrecht en van Roden oorkondt dat hij op verzoek van Jan van Barry ende om sonderlinge dienste die hij lange jaren gedaen heeft, denselve ngetransporteert heeft "t gedeelte van mijne Pendrechtse en Rodensche gront", in te noorden ter helfte van de sluysvliet van t Nieuwlant, dan voortsstreckende van de sluyse ter helfte van den Nieulantse dyxsloot en Karnisse toe in t oost ende zuytoost aen Karnisse, streckende van de Nieuwlantse dijksloot tot dat kerchof van Pendrecht toe. Exeluyd [!] in t west beginnende ter helfte van de sluisvliet op te reede hier voortyts gethogen by en myn vader als tussen Pendrecht ende Carnisse rayende op de kercktoren van Heynitersoort lynrecht de lengte van 275 Puttense roeden, sonder meer op t zuyteynde van welke 200 te welck onder houden sullen ende in t zuyden ook lynrecht streckende van den voors. steenen pael tot het kerkhof van Pendrecht toe, om deselve gront met syn aencleven boven de voors. reede van Henneoort gelegen binnen de voors. .... nae ende tot Carnisse toe als vooren te ontfangen en te leen te houden van de Kon. Maj. Ten eeuwigen dage heb ik aen mij gereserveert het kerkhof van Pendrecht als wesende myn ... met t myne gront ende aenwassen soo die nu is en werden mach besuyden t selfde kerkhof ende besuyden de stenen pael, staende op raye van den toren van Henytersoort ende voort besuyden de reeden beginnende aen die stenen pael ende gaende aen de kerkhof van Pendrecht als wesene myn limite met myn gront en aenwassen als vooren (vgl 1528-09-28)

Adriaen van Dorp en Aernt Adriaensz van Diemen, leenmannen

[zeer corrupt]

1574-09-18 | Velsen

R.A.H. O.R.A. 954 fol 21

Jaartallenindex

schout en schepenen in Velsen hebben een rentebrief gesegelt over Jan Baertsz als voocht van de kinderen van Maitham vooren genoemt van een lijfrente van 3 gld per jaar, aan het convent van de Barvoetensusteren binnen Haarlem besproken is van Yde Jacobsdochter, falijbagyn op de Groote Hof te Haerlem, te betalen 3 november alle jaren op dubbelde rente tot een recurarde (?) als sij susteren haer vleys op setten sullen etc, onderpand: ½, onderdeelt, van 4 morgen land in Velserbroeck, oost: Jan Vechtersz, zuid: Claes Thamesz, west: Gerlof Claesz, noord: Jan Louwerisz. In margine: gesegelt over Jan Baertsz scheepmaker, als voogd van Arian Maitham ende Heynderick Mait Ham als Jacob Ariaensz ende Marytgen Heyndricsdochter

Pieter Jansz, schout, Cornelis Cornelisz, Cornelis Willemsz, schepenen