2 resultaten
1456-11-06 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/30/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
scepene in Haerlem oorkonden dat Jacob Garbrantsz die hoedemaker en zijn vrouw Oede Jansdochter met haar man als haar voogd, erkennen zij dat zij om zaligheid van hun zielen besproken hebben aan de kerkmeesters totter prochij kercken behoef den gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuys tot des gasthuys behoef, den convente van OVr broederen ende den convente van den minrebroeders van den observantie, allen binnen Haerlem, tezamen, na hun dood, die huysinge mitten erve gelegen in Jan Beecken steghe twischen mr Huijge van Assendelf, priester, an die ene zijde, Jan van Berkenroed ende Symon die stillegancmaker an die ander zijde, afterwaerts streckende an Jelis Pietersz ende an Adriaen Coppijn die zangerszoen. Belast met 3£ Holl sjaars. Des zo zijn voorwairde dat die Goedshuysen voirs. sullen doen betymmeren an denselven goedshuysen elck in den zynen alle zulke gelden alze comen zullen van den huyse ende erve voorscr.
Garbrant Claes Pellegrimsz.z (zegel: een zwaan, rechts boven vergezeld van een St Andrieskruisje) en Geryt van Noirtich (3 meerbladen, 2,1), schepenen
1562-05-26 |
R.A.H. Coll Aanw 133/I fol 13v
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Holland jhr Heijndrick van Raephorst en verzoekt willige condemnatie op het geinsereerde accoord dd 1559-07-27, waarbij Christoffel van Roerda voor hemzelf en vanwege zijn moeder jvr Jel van Roorda voor haar en van wege hare kinderen bij wijlen Schelte van Roerda geprocreert, daarvoor de rato caverende, ter ener zijde, ende Heyndrik van Raephorst en zijn vrouw jvr Juijck van Roerda, zijn zwager en suster, ter andere zijde, accorderen ende door t rechte van desen dat seeckere hilixe voorwairde in dato 1553-10-11 bij den voors. jvr Jel van Roorda van wege de voors. Juijch van Roorda, echte huisvrouw van Heyndrick van Raephorst er eenre-, ende de voors Henrick van Raephorst gemaect, dood en teniet zullen zijn mits dat Christoffel van Roorda in der voors. qualiteit uijt zyn eygen goed den voors. Heyndrick van Raephorst en zijn vrouw Juijch betalen zal alsulke 3000 gld die in de huwelijksvoorwaarden beloofd waren. Hendrik en zijn vrouw doen dan afstand van de erfenis van haar vader en de toekomstige erfenis van haar moeder. Hij zal daaruit het kind of kinderen bij de jvr Juijch geprocreert, moeten alimenteren, ende na zyn dood goed te erfenisse elx te laten also vele als hij zijn voordochter bij jvr Clara van Renes geprocreert, te erfenis laten zal. Jvr Juych zal haar man uit haar goed moeten maken een duarie van 25 Kar gld per jaar. Het Hof van Holland verleent willige condemnatie op deze overeenkomst
mr Cornelis Suys, here van Ryswyk, president, Maerten van Naerden, Quiryn Weytsz, Adriaen v.d. Hoef, Nicolaes v.d. Laen, Reynier Moens; borgen: voor Christoffel van Roorda is Tjaling Riemersma borg, op verzoek van Hendrik en Juijck mede bezegeld door de eersame Anthonis van Egmont en Dielof Adriaensz, schout van Eslikerwoude, gedaen op 27 juli 1559