20 resultaten
1538-08-12 |
R.A.H. Coll Aanw 247 (467 ?) fol 443/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
op 1537-05-29 was Florys heer tot Wyngaerden gestelt tot curateur van zijn broer Goidtscalck van Wyngaerden, en was geauthoriseerd om zijn goederen te belasten met renten om daarmede "die haestelicke sculden te reeden", hetgeen de curator gedaan heeft. Gebleven zijn dus nu de renten, die een grote last vormen. Aangezien Goitscalck een huis bezit dat meer kost aan onderhoud dan het aan huur opbrengt, verzoekt hij dit huis te mogen verkopen om de renten af te lossen. Het Hof keurt dit goed
1543-07-21 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 274-276
Jaartallenindex
de erfgenamen van wijlen mr Aernt Sandelijn, Raad Ord in den Hove van Holland, hebben van hun vader geerfd o.a. die visscherie van West-Barendrecht, onversterfelijk erfleen, verheven door zijn zoon mr Adriaen Sandelyn. Daar mr Adriaen Sandelyn reizen naar Vrankrijk heeft, en om zekerheid voor het geval hij in het buitenland zou overlijden, heeft hij zijn drie zusters elk met ¼ deel van de visserij beleend, daar de clausule ontbreekt dat indien de delen van lenen weer tesamen komen zij één ongesplitst leen zullen vormen, toen de 3 zuster nog onbejaard waren, verzoeken de erfgenamen thans herstel van deze omissie, aldus gedaan
heer Gerrit van Assendelft, stadhouder van de lenen, mr Joost Sasbout, Cornelis Zuijs, Gelayn Zegers, Raden van denselven Hove
1505-03-06 (1504) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 59
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Jacob abt van St Michiel opdroeg tbv de Edele Heere heere Jan heere tot Bergen op ten Zoom, Walheyn etc ½ van ⅙ deel van den alingen lande, heerlijkheden, ambochten en tienden des lands van Vosmaer, zoals abt heer Jan de Wairt voormaals van Helmich van Doorninck gecocht heeft. Met het verzoek om heer Jan hiermede te belenen. Op 1505-05-05 beleent Philips Jan heer van Bergen opten Zoom et dit 1/12e deel van Vosmaer. Komt dit deel weer bij het andere 1/12e deel terug, dan zullen deze beide delen tesamen één ongesplitst leen vormen. Pieter Ydenz doet als gemachtigde van de heer van Bergen de leeneed
Jacob, abt van St Michiel te Antwerpen, mr Gillis Bosschaert, Pieter Ydenz, leenmannen; 1505-05-05: Dirck van Boneem, Jordin van Raamsdonc, Reyner Willemsz, cleyne Jan Bruyn
Brederode, van | 1310-01-07
Reg Rotterdam en Schieland no 202
Achternamenindex
Florens van der Dortoghe verklaart, in overleg met Dirc van Brederode, Daniel van der Marwede, van hemzelf als voogd over jvr Biatrice dochter van wijlen Dirc van der Dortoghe, zijn broer, alsmede van heer Nyclaes van Putthe en Striene, van heer Willaem van Naeldwyc, ridders, en van Jan Baertouds van Scoten, knape, die te zamen de vier vierendelen vormen van het geslacht van Beatrice, verkocht te hebben aan heer Gheryt scholaster te Haarlem, 10 £ Holl jaarlijkse renten, staande op 10 morgen vrij eigen kleiland, liggende op de hoghen Ort bij Dortoghe
1530-08-26 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Woerden fol 13, 14v
Jaartallenindex
(doorgehaald) leenmannen van Holland oorkonden dat Jan van Rutenburch erkende verkocht te hebben aan Vincent Cornelisz, meester v.d. reckeninge in den Hage, een eeuwige erfelijke rente van 60 gouden Koerv. gld per jaar, gehypothequeert op zijn heerlijkheid van Cabau, in hoge en lage tienden etc. Hij verzoekt de keizer om Vincent Cornelisz hiermede te belenen. Komt de rente weer terug aan de heerlijkheid dan zal deze weer één opgesplitst leen vormen. "Alsoe dese rente gecomen is bij coope van mynen heer den tresorier generaal des keizers mr Vincent Cornelisz, soo is deselve alhier deurgeslagen ende deselve rentebrieve tot zynen versoucke gecasseert op ten 24 Juli 1535". Eodem die beleent Karel Vincent Cornelis met deze rente. Ook deze akte is doorgehaald
Claes van Essche, Raad des keizers en rekenmeester, Jacob Coppier, Cornelis Barthouts, leenmannen
1534-04-25 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 358v, 360v
Jaartallenindex
compareerden voor ons leenmannen van Holland en Jan van Noorde, notaris publiek, jvr Adriana Jansdochter van Berendrecht met haar vader als voogd, en droeg op tbv haar zuster jvr Pieter Jansdochter van Berendrecht ½ van 12 morgen land in Haeghambacht. Welke gehele 12 morgen toe te behoren plagen heer Wollewyn van Sassenheim. Gelyck jvr Adriana die bij opdracht en overgifte van haar oom Jan Claesz verlijt en verleend zijn. Met het verzoek om jvr Pieter hiermede te willen belenen; 1535-04-15: beleent Karel jvr Pieter Jansdochter van Berendrecht hiermee, te houden tot een erfleen. Komen de twee helften weer in één hand, dan zullen zij samen weer één leen vormen. Haar vader Jan van Berendrecht doet de eed voor haar. Op 1539-12-18 doet Cornelis van Beest Dircsz als man en voogd van jvr Petronella van Berendrecht de eed
Johan van Duyvenvoorde, Willem van Alckemade, ridders, Gerrit van Poelgeest heer van Hoogmade, Crispyn Jansz van Buschuysen, leenmannen van Holland; 1535-04-15: Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, Anthonne le Bucq; 1539-12-18: Zeger van Alveringen, heer tot Hofwegen, ridder, Raad en rentmeester v.d. prins van Orange, Cornelis Barthout, Willem Criep, Anthonnen le Bucq
1541-08-10 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 201, 200v
Jaartallenindex
jvr Heindrick van Egmont wordt na dode van haar moeder jvr Anna van Foreest beleend met ½ van 19 maden lands liggende te Saanderdam, buitendijks. Te houden tot een erfleen. Komen beide helften weer bij elkaar dan zullen zij opnieuw een ongesplitst leen vormen. Haar gecoren voogd Lambert Pauwelsz, dyckgrave van Woerden, doet de leeneed voor haar. Vooraf gaat: Extract getogen uyten testament wylen Aelbrechts van Egmont ende jvr Anna van Foreest, in dato december 1526: aan jvr Heindrick, myn jongste dochter maack ick ½ van 19 maden lands, daer Floris Bollen erfgenamen die ander helft of toebehoort, ende is van mijnder huysvrou goet. Ende is gelegen tot Saardam ende gelt nu jaerlicx 26 gld vry gelts en 5st, leit aldaar buiten dyks, ende men houtet te liene van die grafelijkheid ende moet versoght sijn na mijn doot mitter lediger hand ende een man geset, die een eed doet voor mijn huisvrouw
leenmannen: Cornelis Barthouts, Jan van den Woert
1541-08-10 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 202, 202v
Jaartallenindex
vrouwe Maria van Egmont, huisvrouw heren Johans van Huchtenbroeck, ridders, beleend met ⅓ deel van een der corentiende ende smaltiende gelegen bij Delft, daar heer Philips van Polanen en Jan Heerman die andere ⅔ delen of toe te behoren plagen. Ende dat bij dode en makinge van haar moeder jvr Anna van Foreest, te houden tot een erfleen. Haar man doet de leeneed voor haar. Komen de 3 delen te eniger tijt weer bij elkaar, dan zullen zij wederom een ongesplitst leen vormen. Onder staat: "extract getogen uyter huw. voorw. gemaeckt tussen heer Jan van Huchtenbroeck, ridder, en vrouwe Maria van Egmont: Ende Aelbert van Egmont geeft in rechter hylixer voorwaarden en medegaven mit juffr. Maria sijn dochter voors. dese nabescreven goeden, erven en renten. In den eersten dat rechte ⅓ deel van een corentiende gelegen bij Delft op t Wout, daar den joncker van Arenberch ook ⅓ deel of toebehoort, ende men van de grafelijkheid van Holland in leen houdt" (ongedateerd)
1499-03-15 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 37
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Hendrik Cnobbout opdroeg tbv Bertoult Diericxz 17 morgen lands uyt al sulcke 28 morgen lands als Hendrik voors. van ons te leen hield in t lange Nyeuvelt in den lande van Arkel. Welke 17 morgen lants gelegen zijn in drie campen binnen dezen merken, noord: Hendrik Cnobbout zelve, zuid: t klooster van Arckelle c.s, oost: die Achter wateringe, west: de dyk. Vervolgens wordt Bertoult Dircsz ermede beleen als leen van Arkel, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Dit voors. land tiendevrij te blijven van alre schattinge, heergewaden, coggengelde en ongelden. Ende niet metten buren te gelden in enigerwys. Ende mitten dagelyke gerecht daar op te hebben. Te verheergewaden met een paar wapenhandschoenen of een oude schilt daarvoor. Welverstaande dat wanneer deze 17 morgen bij coope of anders wederom komen aen die ander 11 morgen lants wesende die rest van den voors. 11 morgen lands, deze beide delen dan weer tesamen één ongesplitst leen zullen vormen
present: mr Gerrit van der Mye, Jacob van Wyngaerden, dierick van Boneem, Jan van Rijn
Houscilt | 1327-08-08
Cartul Marienweerd no 284
Achternamenindex
voor schepenen in Santbomel verkoopt Alardus van Haeften aan de abdij Marienweerd: - land in Haeften, belend tussen Henricus zoon van Celiis en Hugo de Goudriaen; - land in Haeften tussen de erven van Johannis de Ceps en Christina de Ceps aan Wilhelmus Houscilt; Allardus ontvangt dit land weer van Wilhelmus in erfpacht tegen 8 £ per jaar, echter niet te betalen aan Wilhelmus maar 30 sol aan Marienweerd, 20 sol aan jvr Gentfloers, non in Zennewijnen (Allard schijnt een erfpacht voor zielheil van zijn moeder op zijn eigen land te vestigen en daarbij Willem Houscilt als tussenpersoon en 100 £ als denkbeeldige koopsom te bezigen, teneinde de erfpacht te doen vestigen volgens geldende vormen; hij komt later niet meer erin voor)