1 resultaten

1567-12-22 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 35/R.A.H. Coll Aanw 141 fol 506/Reg Nassau fol 298v
Jaartallenindex

koning Philips oorkondt dat Sebastiaen van Craanhals, baluw van Bergen in Kennemerland, gecommitteerde dijkgrave van den Hondsborg [= Hontsbos] en opperdykgrave van de Uitwaterende sluisen in den lande van Kennemerland en West Friesland, hem heeft opgedragen een stuk land genaamd Berger Haag, groot 4 morgen, daar hem de eigendom van toebehoort, gelegen in de ban van Bergen, west: de weduwe Gerrit Vrederiks, zuid: die gemene weg, noord: het Westerdorpskerkenpad. Sebastiaen wordt hiermede beleend tot een erfleen. De koning geeft vervolgens ten vrijen eigen aan Sebastiaen twee parceelkens van kleine lenen, hierna volgende: 1) een stuk land in de heerlijkheid Bergen, groot 3 koeweiden, oost: Claes Symonsz erfgenamen met eigen erve, west: Dirk Allertsz, noord: Willem Jansz, zuid: die bandyck, 2) een kroft land gelegen tot Bergen bij de kerk, groot 500 roeden, oost: Andries Dirksz, west: Maryken Jansdochter, zuid: Symon Gerritsz (Aernt die Wilden kinderen ?), noord: Willem Eeskens, Dirk Pieters en Arend de Wilden kinderen. Die Sebastiaen tot een onversterfelijk erfleen placht te houden; 1567-12-22: request van Sebastiaen Craenhals om deze 2 lenen in eigendom te ontvangen, en hiervoor draagt hij op een stuk land genaamd Bergherhaech, groot 4 morgen, geldende jaarlijks in pacht 24£; vervolgens wordt hij beleend met de Bergerhaech en krijgt hij de 2 percelen(3 coeweyden en een croft bij de kerk) in eigendom (vgl 1579-06-01)

mr Cornelis Oem, Pieter van der Houve Cornelisz en Jan Beukevoort Jansz, leenmannen