Bedoelde u soms?
vrees | vrese | vries | vriese | vriesen | vrieze | vroede | vryesen | vryesse

11 resultaten

1470-07-26 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters no 66 p 495 regest 152/Carthuizers bij Delft
Jaartallenindex

schepenen ther Tholen oorkonden dat Willem en heer Jan van Oistende transporteren aan Claijs die Vryese 5 ½ gemet en 110 roeden land in Mosselhouck (1472-05-02)

1508-04-14 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Heusden, Arkel etc fol 5v
Jaartallenindex

Karel beleent Jacob die Vryese na dode van zijn vader Jan de Vriese met 1/12 deel van de grote thiende gelegen in den lande van Altena achter Woudrichem en achter Slewijck, onderdeelt en gemeen met de proost van Oudemunster te Utrecht. Leen van Arckel

Joost Cornelisz van Cleiburch, onse rentmeester van Voorne, Pieter Hanneman, cleen Jan Bruin

1378-05-25 | Maasland

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 68/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

ick Vryese van der Hove, scout in den ambacht van Maeslant, oorkond dat voer mij en t gerecht quam Arnt Jan Jacobsz.z opgaf Willem Naghel tbv het Chartreusen bij St Geerdenberge 10 morgen tot een vrij eyghen, die belegen zijn aen die west gaech in die woninge die Berwout mombersz plach te wesen, an die oost en west zijde: die Duytsche heren, ende nu ter tyt op woont en in huerwaer heeft Henrick Florisz. Ende want Arnt voirs. dit voirs. lant aldus gegeven heeft puerlicken om Godswille ende in rechter aelmisse, heb ick, Vryese, bezegeld met myn zegel anno 1378 op St Urbaensdach. Onder staat: Dese 10 morgen bruyct Willem Jan Aelwynsz om 2 Ph. gld elke morgen gedurende 10 j. lanck t jaer 15 [? bedoeld 1415 ?] dat eerste. Boven staat: den brief van 10 morgen lants quam habimus mr Arnt pro suum testamentum

1462-09-14 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 70v/Reg Charolais fol 36v
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz beleent Jacob die Vryese Jansz met dat 1/12 deel van de grote tiende ghelegen in den lande van Altena, after Woudrichem ende after Slewyck, onderdeelt en gemeen met de proost van Oudmunster te Utrecht. Die hij van de heerlijkheid Arkel in leen hield, volgens de leenbrief die hij van mijn heer van Bourgondië grave van Holland als heer van Arkel ontvangen had

present: Symon Vrederick, leenman van Charolais, Jan Dedel, leenman van Holland

Emmichoven, van | 1580-04-18

Ned Leeuw jg 1928 p 280
Achternamenindex

schepenregister Gorinchem: Hendrik Peters de Vryese, Dirck de Burchgreef Jansz en Aelken Robbrechtsdochter, ook uit naam van mr Henrick van Thil als man en voogd van Elisabeth Jan de Burchgraefsdochter, Cornelis van Emmechoven Woutersz, Pieter Jansz als man en voogd van Jenneken van Emmechoven Woutersdochter, en Betsman Jacob Betsmansz voor zichzelf en uit naam van zijn broers en zusterskinderen, doen afstand van hun aanspraken op de roerende goederen van wijlen hun moei Margaretha Burchgreefs

Vriese, de | 1430

Thesauriersrekening Haarlem
Achternamenindex

Jacob de Vriese Jansz en Hildegond Barthoudsdochter, vrouw van Willem Witman, Dordrecht: rente op Haarlem ½ jaar 7 £ 3sc 4d (184 fol 88v); 1440: (195 fol 61) Hildegond weduwe van Willem Witman met Jacob voornoemd, ½ jaar rente 17 £ 3sc 9d 1 mite; 1428-1429: (fol 39v) zij kopen deze lijfrente van 10 Keurv. R gld op Haarlem op 17 september 1428 voor 540£; 1431-1432: (fol 42) Jacob die Vryese Jansz zijn rente 7£ 13sc 4d; 1434: (fol 21v) 8£ 10 sc met Hilgont Bartoutsdochter vrouw van Willem Witman; 1437-1438: (fol 39v) Hildegond Willem Witmansz weduwe en Jacob de Vriese Jansz, rente 16£ 9sc 4d

1464-04-13 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 94/Reg Charolais fol 47
Jaartallenindex

Gheryt van Nyevelt beleent q.q. Gheryt die Burchgrave Jansz met ½ weer lants van 4 morgen, gelegen op Scheydewyck, aen die westerzyde van der heelre weer voirs. onghedeylt, west: Dirck van Dobben van Huesden, oost: Andryes Jacobsz, voir die wateringe, ende over die wateringe: Gillis erfgenamen van Malsen, streckende voir van den heerweghe tot der achterster Scheydewycker wateringe toe. Hem aanbestorven bij dode van zijn vader Jan de Burchgrave, te houden als leen van Arkel tot een recht erfleen

Claes die Vryese, Aelbrecht van Raephorst, leenmannen van Holland, bij gebreke van leenmannen van Arkel

1460-06-13 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 35/Reg Charolais fol 18v
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz, Raad van de hertog en gemachtigde van de graaf van Charolais, oorkondt dat mr Henrick van der Mije opdroeg tbv Jan Duyck Gillisz, een huis en hofstad in den Haghe an der Plaetse, tussen twee heerstraten, voir ende achter, met al zijn toebehoren, en nu belegen hebben met huysingen en erven, west: Dirck Potter Gherytsz, oost: Jan Gheryt Dircksz.z, leen van Arkel. Vervolgens wordt Jan Duyclk Gillisz beleend tot een onversterfelijk erfleen

present: Gheryt van Assendelft, Jan Ruychrock, Claes die Vryese, Gijsbrecht van der Mije, leenmannen van Holland

1448-1449 (2) |

G.A. Haarlem Thesauriersrekening I no 201
Haarlem Algemeen

(vervolg) (fol 82) Gerrit van Noertich bleef als zesse van t jaer '42 der stede schuldig 10 £, Pieter Gerritsz van Bennebroec als zesse van t jaer '42, 7 £ 12sc; (fol 93) Jan Huijsheersz, burgemr en Gheryt Adamsz doen betalingen; (fol 94) Claes Jansz van Hillegom, Wisse Pietersz, Claes die Vryese en Bertelmeus Godevaertsz, thesoriers van 1447-10-01 - 1448-05-02, ontvangen alsnog 234£ 17sc 6d; (fol 114v) op 9 Juni reisden Claes v. Yperen met een knecht Everardus [secretarius], Claes Florijsz ende des heren knecht van Yselsteyn van Hairlem in den Hage, op 15 Juni Pieter Jordensz en Claes Jansz van Hillegom als burgemeesters naar den Hage; (fol 115) op 26 Juni Claes Jansz v. Hillegom als burgemr, Jan van Adrichem als schepen, met Jan van Barrij als knecht naar de stadhouder; (fol 116) 1448-08-06 reizen Pieter Jordensz als burgemr en Claes van Yperen en Jacob van Neck naar den Haghe, 3 Sept wordt Thomas van Rietvelt door de burgemeesters naar den Hage gesent om Geertruid Dirc Claesz weduwe, onse poirteresse, voir den Rade te verantwoorden, 30 sc 8d; (fol 117) 12 Sept twee burgemrs, een schepen en Claes Gheryt als clerc naar Leiden, met de gedeputeerden van Delft om Jan van Zwietens kenninge te horen van der grafelichede lyfpensien; (fol 118) op 19 Nov. Pieter Jordensz als burgemr en Lottyn Gherijtsz der stede bode naar Ryswijc om van der stede wegen t beste recht te vervoegen op Claes van Warder; (fol 118v) twee burgemeesters naar den Hage op verzoek v.d. heer v. Egmonde, also Jan van Alcmade den heer v. Egmonde aldaer te recht getogen hadde an die Schyve voor den heren van den Rade, daer die heer v. Egmonde off meende also hi ende Jan van Alcmade beide poirteren waren tot Haerlem dat sij niet scoudich en waren aldaer te recht te staen maer totten recht der stede van Haerlem staen zouden; (fol 119) op 16 Dec. Pieter Jordensz als burgemr met Thamas van Hogendorp naar den Hage over de tollen te Geervliet en ter Goude, Pieter ontvangt 15st sdages en Thomas 10 st sdaags, 5£ 17sc 4d. Enigen van het gerecht naar de Raad in den Hage met Jan Claesz Raet om aldaer te verantwoerden van den drien taerningen lakens die Jan Claesz voirs. becommert hadde den burgeren van Hamburg toebehorende

1455-11-20 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 41v, 39v, 43/Reg Charolais fol 20v
Jaartallenindex

Jacob heer van Gaesbeek, Abcoude, Putten en Stryen oorkondt: dat Jan Meynfroijt, na dode van zijn oom mr Henrick ut den Hove, ons versocht heeft in leen te ontvangen 53 ½ morgen lants leggende in den polre die wylen die here van Moerkerken dede bedyken ende daerof dat die ambachtsheerlijkheid Vranke heer van Moerkerken en van der Merwede toebehoort. Welcke 53½ morgen lands wijlen mr Hendrick uyt den Hove van ons in leen ontfangen had en houdende is. Vervolgens wordt Jan Meynfroyt ermee beleend, te houden als leen van Putten, tot een goed onversterfelijk erfleen. Behoudelick alsulcke gifte en makinge van 25 morgen lants als wijlen mr Henrick uyt de 53½ morgen gemaakt heeft zijn bastaardzoon Heynen, welk gift en makinge wij met onse brieven geapprobeert en geconfirmeert hebben (vgl 1452-01-16); 1459-07-16: de heer van Charolais approbeert en confirmeert de geinsereerde brieven van belening op Jan Meynfroit en de gift aan Heynen. Op 1460-07-14 heeft Jan Meynfroyt de leeneed gedaan

onse mannen van leen: Willem Cuyser van Boschuysen, Beijen Doedynsz, Claes Goudtsz; 1459 present: mr Henrick van der Mye, Claes die Vryese, Gysbrecht van der Mije, leenmannen van Holland