20 resultaten
Woerden, van | 1278-08-14
v.d. Bergh II no 367
Achternamenindex
de Utrechtse prelaten verwijten de bisschop dat hij tegen de kerkelijke weeten, de goederen in Myland en Kustwijk aan Herman van Woerden in erfpacht heeft gegeven en vorderen, dat hij die aan de kerk zal terugbrengen
1564-06-15 |
Arch Abdij Egmond Inv no 377
Jaartallenindex
Rutghers, prijor van den convent van Egmont binnen erkent ontvangen te hebben van Breur [?] Symon van die pastoorlanden van Heyloe ende van dat angecoft lant van Dirck van Teylinge, die somme van 68 gld 10st ende dat tot voldoninghe van alle ontfange te weeten vant jaar 1560, 1561, 1562, 1563
in presentie van: Johannes Campen, pastoor in Heylo, heer Reynerus//Schermeer, vicecureyt van Heylo, F. Rutgerus, prior, de schout van Baccum, Jan Jansz en Claes Claesz
Vlodorp, van | 1399
Quellen Stift Xanten p 303, 305
Achternamenindex
uitgaven bursa Xantensis: Arnoldo misso ad dominum de Moerse cum littera capituli de stando juri coram eo inter capitulum et Rutgerum de Vlodorp, 2 sol 6d; nuntio somini de Moers misso Xantis, 3 so; Arnoldo misso cum littera capituli ad Henricum de Joekraem ut non procederet coram judicio temporali in bonis in Weeten arrestatis ad instantiam Rutgeri de Vlodorp
1547-07-28 |
Cartul Assumburg no 88/Arch Marquette 1106
Jaartallenindex
de luyden van de Reeckeninge in den Hage, namens den keizer als graaf van Hollants, komen overeen met heer Gherrit heere van Assendelft, van Eemskerck, ridder, 1e Raad van de Keizer in Holland, dat hij pachten zal "zijn Maj. recht van de helft te weeten die oostzyde van de visscherie in de wateringe genoempt de Twisk, twelck dat scheyt die heerlicheyt van Assendelft van Wessanen", voor den tijd van 25 jaren, met toestemming om in de dijk van deze watering een kleine sluis te leggen, tegen betaling van 2 Kar gld sjaars
1518-02-08 |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 312
Jaartallenindex
Jan van Cattendijck, schout van Scoerl, oorkondt dat Jan Willemsz heeft verkocht aan heer Gherit van Assendelft, ridder ende Raedtsheer, "een stucke landts mit else geplant groot wesende I morgen landts of daeromtrent, te weeten vrij lant ende vrij erf, behalve dijck, duyn ende ...., gelegen binnen den (?) van Scoerl, ende heeft belegen mit eygen ende mit erve", west: heer Gherit voorn, zuid: Gerbrant Gheritsz op Huesse Boyart, oost: Willem Jan Romerszoen, noord: Gerbrants laen. Jan Willemsz verzoekt den schout voor hem te zegelen waaraan deze, in presentie van schepenen voldoet
Poelgeest, van | 1583-09-14
R.A.H. O.R.A. 4877 fol 35/Schepenregister Enkhuizen
Achternamenindex
"Alijt Cornelis Dolsdochter ende mr Willem Cornelysz als procuratie hebbende van de voochde heurder kinderen contra Jonckheer Jasper Poelgeest, gearresteerde, concludeert tot restitutie van alsulcken gouden tantstoelkel als Egbert van Heussen haar zal. man heeft achtergelaten ende onder desen gedaechde es berustende, mitsgaders tot restitutie van alsulke geweren als deselve Heussen achtergeltan ende dese gedaechde heeft ontfangen, als te weeten een harnays, twee lange roers, twee corte roers, twee vlesk[enen?] ofte andersints tot betalinge van de juste estimatie van dien cum expensis..."
1546-12-01 |
Arch Marquette 1076 fol 79v/Afschrift dd 1660-03-02
Jaartallenindex
wij Jan Dircksz, als gekoren arbiter ende segsman, gekoren van de schepenen van den jaer 1546, met de 4 goede mannen, uyt elck vierendeel een, daertoe verdaeght te weeten Symon Heyndriksz, Jan Claesz, Havick Jansz ende de voirs. Jan Dircksz; ende Allert Maertsz als arbiter ende segsman gecoren van Jan Jansz Roen, Heyndrick Jansz Roen en Claes Willem Philipsz, als welgeboren luyden tot Assendelft, ende als macht hebbende van haer mede welboren luyden voirs, ende hebben gekoren an beyde zijden Heyndrick Gerritsz, schout van Assendelft, als een overman gekoren, en hebben aen ons arbiters gebleven, aengaende het geschil dat sij tusschen malkanderen hadden. Arbiters bepalen dat de welgeborenen voortaan niet de 3e penning, maar de 4e penning van het schot, zowel buren- als keizerschot door schepenen zal worden uitbetaald
Symon Maertsz, Jan Duyvisz, Roelof Baertsz, Jan Symonsz, Jacob Jacobsz, schepenen
Huessen, van | 1583-09-14
R.A.H. O.R.Arch 4877 fol 35
Achternamenindex
schepenregister Enkhuizen: "Alijt Cornelis Dolsdochter ende mr Willem Cornelijsz als procuratie hebbende van de voochde heurder kinderen contra jonckheer Jasper Poelgeest, gearresteerde, concludeert tot restitutie van alsulcken gouden tantstoelkel als Egbert van Heussen, haar zal man, heeft achtergelaten ende onder desen gedaechde es berustende, mitsgaders tot restitutie van alsulcke geweren als deselve Huessen achtergelaten ende dese gedaechde heeft ontfangen, alst te weeten een harnaijs, twee lange roers, twee corte roers, twee vlesk (enen ?) ofte anders ints tot betalinge van de j ? uste estimatie van dien cum expensis, ofte andersins tot alsulcke fijne als mijn heeren bevinden zullen d'arrestanten oirbaerlijcxt te zijn"
1554-04-04 |
Ms Opstraeten III fol 1149
Jaartallenindex
Willem die Ridder, Wijnolt van Delen, Hermen Hermensz en Claes Holl, van wege Beerte van de Poll, weduwe van Johan die Ridder. Ende Hermen van Leeuwen, Claes die Ridder, Beernt Grauwert ende Olijphier van Leeuwen, van wegen wijlen Anthonis die Ridder, voorsoon van Johan die Ridder, hebben een erfmaaggescheid gemaakt tussen Berta en Anthonis die Ridder voorn, mit voorwaerden dat Anthonis voor sijns vaders versterf te weeten van reede en onreede vordel, cleynodien, gout ende silver, gemunt ende ongemunt etc behouden sal alsulcke 7 morgen lants ofte alsulcke erfpacht als daervan als geerfpacht sijn van de Domheren te Utrecht, te weten 4 morgen te Goije wert ende 3 tot Rijnwert. Verder moet Bertha aan Anthonis voor de 75 Keijser gld die hem toegededynckt waren, 50 gld betalen in 2 termijnen binnen ruim een jaar. Wil Berta het huis verkopen, dat zal zij dit eerst aan Atnhonis moeten aanbieden
1551-03-02 | Heemskerk
Cartul Assumburg no 28, 27/Arch Marquette no 1106
Jaartallenindex
broeder Heynrick van Zwol, commandeur van de St Jansorde binnen Haerlem, verklaart mede uit naam van het convent, ontvangen te hebben van heer Gherrit heere van Assendelft, van Eemskerck etc, ridder, de som van 54 ponden van 40 grooten Vls het stuk, te weten 22 ponden 10 schellingen in lossing van 15 stuivers sjaars en 31 ponden 10 schellingen, ter betaling van 2 jaar achterstallige renten, alles volgens de overeenkomst van 1551-02-14 j.l. Hij verklaart dat hij afstand doet van het recht op de hypotheken door wijlen Barthout heer van Assendelft op St Symon en Judendach 1412 gesteld, te weeten van twee stukken lants dat een geheten de groote Aeck, ende dat ander den cleynen Aeck, beyde gelegen binnen den ambacht van Eemskerck, belegen mette banwateringe geheeten die Hecksloot, ende anders heeft de voors. heere van Assendelft voorsz twee stucken lants selver belent