2 resultaten
1533-03-26 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland fol 32
Jaartallenindex
Karel beleent Claes Claesz Cuijper na dode van zijn broeder jonge Jan Claesz Cuyper met 3 maden land gelegen in den banne van Westsamen, buitendycs: a) dat ene mat gelegen gemengder vuere in 14 maden lands, mit heren Coenen erfgenamen van Oisterwyck, b) dat ander mat gelegen gemengder vuere in 12 maden daer heren Coenen erfgenamen ook ½ of toebehoort, c) dat derde mat gelegen in Symon Yements oirt. Te houden tot een erfleen. Daar Claes onmondig is, doet zijn oom Jan Claesz de eed voor hem
mr Joost Sasbout, onse Raad ord, mr Reinier Brunt, Raad en procureur generaal, Dirck Cornelis Barthout Jansz, Jan Plumeon, leenmannen
1547-08-22 |
Cartul Assumburg no 209/Arch Marquette 1106
Jaartallenindex
daar er zekere kwestien en geschillen gerezen zijn tusschen heere Geryt heere van Assendelft etc, die van de Keiz. Maj. in pacht heeft die helft van de visscherie van een weteringe genoempt de Twisch, scheydende die heerlicheyden van Assendelft ende van Wessanen, waarvan de wederhelft van deze visscherij eveneens den heer van Assendelft toebehoort, eenerzijds, ende die van den dorpe van Westsanen ter andere zijde, opt leggen van een sluysken van 5 voeten uijt dat die selve van Westsanen in meeninge waeren te leggen in hueren dyck een luttel westwaerts op van der voorn. weteringe, ende van t sluysken van den heere van Assendelft leggende tegens die selve weteringe, twelck die here van Assendelft sustineerde te wesen in prejuditie van zijn sluysken ende visscherij van den weteringe van den Twisch ende die pacht van de visscherij. Bij tusschenspreken van Adriaen Stalpart, rentmeester van Kennemerland, wordt tusschen den heer van Assendelft en Gerryt Jansz, Claes Claes Aertsz en Symon Jacobsz, nu ter tijt schepenen van Westsanen, met Willem Symonsz, oudt schepen aldaer, als daer toe bij die van Westsanen gedeputeerd, een overeenkomst getroffen, n.l. dat de heer van Assendelft volgens de pacht van de ½ visscherij van de Twisch leggen zal in den dyck jegens die selve Twisch zijn vischsluysken van Nouwernae, en dat hij de Twisch zal bevisschen benevens dit sluisken, en dat die van Westsamen in hun dijk een sluisje van ongeveer 5 voet zullen mogen leggen, ongeveer bij het huis van Willem Dircsz, ter lozing van het water, echter daar noch in de wetering zullen mogen visschen
bezegeld door heer Gerijt en door Pieter Hugesz, schout