Reystaert | 1304~

R.G.P. Grote Serie 171 Rek Dom Putten II p 266

Achternamenindex

leen van Putten in Zeeland: Symon Reystaertsz: - ⅙ van de 4 geersen met landtienden en visserijen, - ⅙ van de westtiende van Spikenisse van de corentiende

1501-01-03 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 71

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat Vranck Pietersz overdraagt tbv Dirck Ghijsen ½ van 1 ½ lynen en 20 roeden 8 duimen in Stollaertsdyck den Zuythoeck ende in de westtiende tot Spyckenisse. Dirck Ghysen wordt hier vervolgens mede beleend. Leen van Putten tot een recht erfleen

1509-06-01 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 26v

Jaartallenindex

Karel beleent Heinrick Cornelisz na dode van zijn vader Cornelis Henricksz met ⅓ deel van 5 lynen en ⅓ van ⅔ van een lyn in Stollaertsdyck en in die Westtiende van Spyckenisse. Daar Heinrick onmondig is, doet Jacob Henricksz als zijn oom en voogd de eed

present: Dirck van Boneem, Heinrick Smout, Reinier Willemsz, Jan de Houwer

1502-07-07 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 90v

Jaartallenindex

Philips beleent heer Frans Jan Wandelsz, priester, na dode van zijn moeder jvr Else Cornelis Jacobszdochter met ⅓ deel van 5 lynen en ⅓ deel van een tweedeel van ½ lyn in Stollaertsdyk en in die westtiende van Spykenisse. Leen van Putten. Pieter Pluymeon doet als zijn gecoren voogd de eed voor hem

present: Dirck van Boneem, Hendrik Smout, cleene Jan Bruin

1533-08-02 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 93

Jaartallenindex

Karel beleent Hendrik Govertsz, secretaris der stede van Brouwershaven, na dode van zijn broeder mr Jan Govertsz met ⅓ deel van 5 lynen en ⅓ deel van 1 lyn in Stollaertsdyck, in de Zuijtoort ende in de westtiende van Spykenisse. Leen van Putten. Tot een onversterfelijk erfleen, zoals mr Govert Jansz te houden placht

Cornelis Barthout Jansz, Jan Gans, leenmannen

1543-10-27 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 203, 204 (205 ?)

Jaartallenindex

Betsman Antheunisz wordt na dode van zijn vader Antheunis Bettez beleend met ⅓ deel van 5 lynen en ⅓ deel van ⅔ deel van een lyne in Stollaertsdyk en in de westtiende van Spyckenisse, leen van Putten. Daar Betzman onmondig is, doet Cornelis Jacobsz de leeneed [als hoedanig ?]. Op 1551-05-12 doet Betsman Antheunisz de eed in handen van heer Gerrit van Assendelft

leenmannen: Cornelis Barthouts, Jan van der Woort, Antonne Lebucq, , Nicolaes Barthouts; 1551: Cornelis Barthouts, Willem Jansz Schout

1544-10-17 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 256, 255

Jaartallenindex

leenmannen van de heerlijkheid van Putten oorkonden dat Jan Pietersz in de Corendyk, opdroeg tbv Jan Franchois, ¼ deel van 5 lynen en ⅓ deel van ½ lyn in de gorssen van Stollaertsdyk en in de westtiende van Spykenisse, leen van Putten, onversterfelijk erfleen. Op 1545-06-09 beleent Karel, na opdracht door Jan Pietersz, wonende in den Corendyk, Jan Franchois, Frans myns heren zone, met het voors. leen, als leen van Putten

leenmannen: Adriaen Ysbrantsz Starck, Aert Cornelisz, waarbij Adriaen ook voor Aert zegelt; 1545: Jan Hanneman, Raad en rentmeester-generaal van N.H. en Cornelis Barthouds

1507-08-11 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 13

Jaartallenindex

Karel oorkondt "alsoo Jaquemine Jansdochter met Pancras Pietersz, haar man en voogd" hem opgedragen heeft tbv Pieter Lourisz, priester ende pastoor in Dreisschier, ⅓ deel van 5 lynen en van 1 lyn in Stollaertsdyck in den Zuijoirt ende in die westtiende van Spykenisse, zo wordt heer Pieter Lourisz voors. hiermede beleend als leen van Putten, tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor hem mr Floris Zeeman alias van Brouwershaven

present: Tielman van Dullekum, Crispyn van Boshuyzen, Dirk van Boneem

1470-12-20 |

R.A.H. Coll Aanw 105 Caput Arkel, Putten etc fol 28v (fol 8v)

Jaartallenindex

hertog Karel oorkondt dat heer Jan Pietersz van Barwairde, priester, met Ewout Pietersz, zijn gecoren voogd in dezen, hem heeft opgedragen tbv jvr Lijsbeth Willemsdochter uyten Hage Jans wijf van den Woude, eerst de helft van 3 lijnen lants gelegen in Stollairtsdijc, met alle toebehoren, en de helft van 3 lynen van der westtiende in Spikenisse, die denselven Heeren Jan aenbestorven sij bij dode van synre dochter Lijsbeth Jan Pape Moudinsdochter, ende hij van der heerlijkheid van Putten in leen hield. Item noch de helft van 3 lijnen lants in Stollairtsdyck met alle toebehooren en de helft van 3 lijnen van der westtiende in Spykenisse, die den voors. Heer Jan aanbestorven waren van zijn broeder Claes Pietersz, eveneens leen van Putten, welke Stollairtsdyck met toebehoren en tienden men pleecht te deylen na costuymen ende ghewoenten elcx in 30½ lijne. De hertog beleent jvr Lysbeth hier vervolgens mede tot een onversterfelijk erfleen, na haar dood te komen op haar oudste zoon (en bij gebreke daarvan op haar oudste dochter) zoolang er nog wittachtig levende geboorte of blijft. Ende dair en tenden te comen op ten outsten dochters lijve, gewonnen bij Florens van Bushuysen wijlen eer haar geechte man, des voirs. jvr Lysbeths moeder, jongere man vóór oudere vrouw

1503-09-11 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 123v

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat heer Frans Wandel, priester, met Jorden van Raamsdonk als zijn gecoren voogd, om sonderlinge liefde ende gunste die hij draagt tot zynre zuster jvr Margriete Wandels ende andere redene in synder conscientie hem daertoe porrende, tbv haar heeft opgedragen ⅓ deel van 5 lynen ende ⅓ deel van een tweedeel van eenre halve lyne in Stollaertsdycke ende die westtiende [ende] van Spykenisse. En dat hij vervolgens mvr Margriete hiermede heeft beleend. Heer Frans behoudt dit leen in lijftocht zijn leven lang. Haar man Reynier Willemsz doet de leeneed voor haar

present: Tielman van Dullekum, Dirck van Boneem, Gysbrecht van den Polle, cleene Jan Bruyn