9 resultaten

Michiel Pietersz | 1448-01-16

Commiss Bourg fol 148v, fol 266
Voornamenindex

bevelinge aangaande de costerij en het schoolambt te Westzaanden op heer Michiel Pietersz, priester

1539-04-03 |

Besondere Privileges etc Westzaanden en Crommenie p 92-94
Jaartallenindex

Claes Baertsz, schout van Westzaanden en Crommenie, oorkondt dat Ysbrant Nannisz met Nan Jansz als zijn gecoren voogd, en Adriaen Gerritsz en heer Ysbrant voors. bij consent van sijn voogd, belijde en bekende dat hij aan het H. Cruisautaer tot Westzaanden in der kercke, gemaakt heeft na zijn dood een eeuwige rente van 12 Kar gld sjaars, om daarmede een priester te benoemen die het altaar bedienen zal en gehouden zal zijn alle weken 2 misssen te doen voor heer Ysbrant Nannisz ziel; 6 gld zullen staan op een stuk land in de ban van Westzaanden (tot een pacht en ter lossing) after Pieter Jan Willem Garbrantsz uijt over die Watering genaamd "Alyden ven", belend noord: Vrerick Aeriaensz, zuid: Claes Dircksz Kijmans. De rente en eventuele kosten mag de houder des briefs winnen met recht op dit land voors, op Adriaen Gerritsz kosten. Deze belooft zich heertegen noch met geestelyk noch met wereldlyk recht te zullen verweren. Adriaen Gerritsz mag deze rente aflossen met 100 Kar gld. De andere 6 gld sjaars zullen staan op de Ven after Jan Gerrit Jannisz huys ofte worf in die Middel. Jan zal dit land in erfhuur houden

getuigen: Claes Dircksz, Hendrick Pietersz, Jacob Gerrisz

1500-04-30 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 316/3 sub E
Haarlem Algemeen

schuldbekentenis van Gerrit Claesz [van Westzaanden] aan gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis, terzake van 40 R gld van 40 gr, te betalen voor een prebende, die hij voor zijn neef Gerrit Symonsz had gekocht (vgl 1497-09-07, 1505-01-24, 1520-1529)

1471-04-24 | Westzaan

G.A. Haarlem Cartul Carmelieten Haarlem fol 49
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Aernt Willemsz erkende schuldig te wezen aan den clooster en convente van OVr broeders te Haarlem [Carmelieten] 32 Witte Philippus Bourgonse stuver als ewige pacht op twee maden lands in de ban van Westzaanden in Brechtenweer, zuid: Aernt Willemsz voors, noord: Claes Symonsz. Bezegeld door leenmannen "ende omme der meerre sekerheijt soe hebbe ick Aernt Willemsz voers. oock als leenman desen brief mede bezegeld"

Aelbrecht van Raephorst en Ysbrant van Schoten, leenmannen

1499-11-16 | Westzaan

R.A.H. Coll Aanw Caput Kennemerland fol 29/Reg Archidux fol 6
Jaartallenindex

hertog Philips beleent Jan Claasz na dode van zijn vader Claes Reynersz met 3 maden lands gelegen in den ban van Westzaanden, buitendijks, daar dat een madt of gelegen is in gemengder veur in 14 maden lants mit Heeren Coenen erf van Oisterwijk, dat ander mat gemengder veure gelegen in 12 maden lants daar heeren Coenen erfgenamen oock de helft of toebehoort. Ende dat derde mat af gelegen is in Symon Yenmens [Ymmen] Oirt, tot een erfleen. Daar hij onmondig is, doet Crispyn Jansz [van Boschuysen] hulde voor hem. In margine staat: nota dat de eerste opdracht van desen leene geregistreert staat int boek van fyffe fol II C XCIII (vgl 1494-09-12, 1519-05-10)

1641~ |

Besondere Privileges Westzaan 1661 p 225-241
Jaartallenindex

(economische toestand) Oostzaanden, Westzaanden, Saerdam, Wormer, Jisp, Assendelft, Rijp, Graft, Uitgeest, Schermer, Schermerhorn, Oosthuysen, Crommenie, Crommenierdijk, Opmeer, Hooghtwoud, Spanbroek c.s. alle dorpen in Kennemerland en Noorder quartier, mitsgaders de 6 hoofddorpen van Waterland, beklagen zich bij de Staten dat zij door de steden steeds meer in hun vrijheid van viering, ambacht en handel tekort gedaan worden, niettegenstaande hun oude privilegien. Dat de ridderschap geacht wordt de belangen van het platteland te behartigen, maar dat daarvan geen sprake is. De dorpen van Utgeest, Akersloot, Wormer e.a. ontvingen reeds in 1276 van graaf Floris tolvrijheid. In 1393 trachtte Dordrecht zijn stapelrecht in te voeren. In 1476 beloofde gravin Maria de dorpen in hun neringen te handhaven. Hertog Albrecht gaf aan Westzaanden en Crommenie tolvrijheid ten eeuwigen dage. Hertog Philips ontdekte dat de landen door de landbouwerij en weyderyen niet konden gevoed en onderhouden worden, maar dat de welvaert bestondt in de trafyeegne neeringhe ende hanteringe. Hij voerde een beleid dat tot welvaart leidde. De steden richtten de brouwerijen ten platte landen ten gronde en sloegen de ketels stuk. Zij vernietigden de bescuitbackerijen te Wormer, die naar het Sticht trokken. Zij bestreden de vyand door het maken van schansen op Crabbedam, Schooreldam, het Kalf, Wormer, Cnollendam en elders. In de genoemde dorpen zijn 5200 huizen en er liggen 7900 morgen land. Om met een gezin van te leven zou ieder huis 10 morgen moeten hebben. Iedere oliemolen breekt jaarlijks 80 lasten zaad. Aan Waterland is door hertog Albrecht vrijdom van wind verleend. De nering van oliemolens is uit Brabant, Vlaanderen en Zeeland in Holland gebracht. Het aantal in 25 jaar zeer toegenomen. Het zaat wordt uit deze landen aangebracht en als koeken weer terug gezonden. Men tracht ook de zaagmolens van het platteland te weren, die ten platten lande geinventeerd zijn en met octroy geplaatst, en die eerste moolen noch tot Saerdam staat. Deze kunnen ook aan de Vecht geplaatst worden en dan zal het hout uit het Sticht in Holland geimporteerd worden. Ook de houthandel is hiervan afhankelijk. Ook de scheepmakerij exporteert schepen naar de Fransen, Engelsen, Schotten, Sweeden, Deenen, Hamburg, Bremen, Italianen en andere landen. In de scheepsbouw zijn vele quade jaren geweest ende in den voorleden jare 1640, daarmede over de 80000 gld is verloren

Colterman | 1601-05-18

Besondere Privileges van Westzaan 1661 p 160-165
Achternamenindex

schepenen en regeerders van Akersloot, Limmen, Castricum, Heyloo, Utgeest, Eemskerck, Wormer, Gisp, Westzaanden, Crommenie, Oostzaanden en Aelsmeer, alle dorpen van Kennemerland, klagen bij de Staten over het optreden van David Colterman, baljuw, in zake het handhaven van de zondags- en biddagsrust. Zijn dienaren persen de inwoners geld af met bekeuringen. Tal van feiten worden gememoreerd. De Staten beslissen dat er op zon- en biddagen niet gewerkt mag worden, geen bezwaar bestaat er tegen huishoudelijk werk. Voor noodzakelijk werk moet de schout consent geven voor bjv drogen, het malen van meel in de molens en het arbeiden in de oogst en in het hop

Put | 1464-1465

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Dirck Put, schout van Oostzaanden, pacht de waag van Westzaanden voor 10 jaar, ingaande 1455-11-01 voor 4 ¼ nobel per jaar, 20 £ 1sc 6d (895 fol 12); 1465-1466 en 1466-1467: idem van idem 21 £ 5sc (896 fol 17 en 897 fol 16); 1467-1468: (898 fol 15v) hij pacht deze waag weer voor 10 jaar, ingaande 1465-11-01, tegen 21£ 5sc; 1469-1470: (901 fol 14) van idem 21£ 5sc en (fol 23v): hij biedt op het schoutambacht van Oostzaan bij de verpachting, doch wordt geen pachter; 1470-1471: (902 fol 14v) pacht de waag te Oostzaan, Westzaan en Crommenierdijk, 10 jaar, ingaande 1465, 21£ 5sc

Pieter Maartsz | 1702

Soeteboom fol 41, 60, 61
Voornamenindex

kasteel Zaanden: dese plaats waar dit stamhuys gestaen heeft, wordt van de ouden noch getoont in een landstreecke eertyts toebehorende de erfgenamen van Pieter Maartsz, doch is nu aan een ander verkogt, ende wordt voor seecker gehouden, dat het oude ende geruineerde huys van Zaenden is geweest, zynde in het veldt bij Zaanredam, aan de zyde naa Westzaanden, waarlangs als noch een visryck waterken heenen is streckende, tegenwoordigh niet anders als des Herenwatering noemt en waarvan men seyt dat het is geweest de vyver van des Heeren hof, na de moord op graaf FLoris V geheel verwoest, hoewel niet veel jaren geleden onse voorouders noch mochten sien een hooge grondt ende fondament van het voornoemde stamhuys van Zaenden etc