1503-12-19 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 192v

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat Mariken Simon Claeszdochter, weduwe van Claes Jansz,met haar zoon Symon Claesz als voogd, hem opdroeg tbv Alewyn Claesz ½ van 44 morgen lands liggende tot Dykshoren op die Harnassche, tussen den Hof van Delft ende heeren Willem van den Coulster, wijleneer domproost te Utrecht. En dat hij vervolgens Alewyn Claesz hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen

present: here Dirck van Swieten, ridder, Bertoult van Assendelft, Dirck van Boneem, cleine Jan Bruyn

1484-08-18 |

R.A.H. Coll Aanw 109 Caput N.H. fol 62v/Reg Max. Philips fol 19

Jaartallenindex

Max. en Philips oorkonden dat jvr Adriana Ghysbrecht Claeszoonsdochter met haar man en voogd Jan van Egmond hun heeft opgedragen tbv Otto van Egmont van Kenenburch 44 morgen lands die zij liggende hadde optie Harnassche tot Dycshoirn, tusschen den Hof van Delf ende Heeren Willems van der Coulster, wijleneer domproest tot Uytrecht lande was. De hertogen belenen Otto er vervolgens mede tot een onversterfelijk erfleen

1568-06-30 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Heukelom etc fol 48

Jaartallenindex

koning Philips beleent Vrederick de Voicht van Rynevelt na dode van zijn vader Laurens de Voicht van Rynevelt met 8 morgen lands gelegen in Bulwijck in onsen lande van Woirden ende wijleneer belegen plagen te hebben oost: Beuckel van der Haer, west: Herman Jansz en Arent van der Meije. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Daar Vrederick onmondig is, doet Joost Claesz, wonende in den Hage, als zijn gecoren voogd in deze zake, de eed voor hem. Op 1593-08-23 doet Frederick zelf de eed

mr Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Jan Beuckevoort Jansz, leenmannen; 1593-08-23: Jacob van Reijgersberch, Laurens van der Goes, Joseph. van Meerhout, leenmannen van Holland

1511-09-11 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 37v

Jaartallenindex

Max. en Karel belenen jvr Lysbeth Arent Bootsdochter, weduwe van Aerndt Goudt, na dode van haar zoon mr Jacob Gout met die geheele huisinge ende erve staende alhier in den Haghe, op die plaetse wijleneer genoemt St Joris daer deselve Lysbeth nu in woont. Leen van Arkel. Tot een onversterfelijk en ongesplitten erfleen. Te verheergewaden met 1 £ goets gelts. Ende behouden ons etc heren en vrouwe van Arkel den 10e penning, soo wanneer dese voors. huizinge ende erve verkocht zal worden. Voor jvr Lysbeth doet hulde haer neve Claes Cuebel, rentmeester generaal van Zuid Holland

present: mr Anthonis van Bronchorst, Pieter Plumion, Jorden van Raemsdonck, Jan van Steenbeke, Reinier Willemsz

1526-03-16 |

Ms Opstraeten dl III fol 1412/Gaasbeek

Jaartallenindex

Johan van Doornick na dode synre dochter Elysabeth, wijleneer Sweders wijff van Braeckel: t goet in de Melckwijck, gelegen voor 42 morgen en 2 hont lants aen alrehande stukken in het gerecht van Wijck, met sulcke rechten ende toeseggen als Jan van Lymbeke dat voor ende Willem van Doornick na te houden plach. Op den selven tijt heeft Jan van Doornick voorn. sijn dochter Willem ende dat bij consent syns soons Johans, die naehant gemaeckt aen die voors. 42 morgen en 2 hont, te ontfangen ende te hebben nae synre doot soo verre hij die after laet

get: Lubbert van Groenenwoude, Thonis de Rode

1470-05-20 |

Arch Abdij Egmond Inv no 354

Jaartallenindex

Cornelis Jacob Heijenzoon oorkondt dat de abt van Egmond "mijn lieve heer" hem bevolen heeft te bewaren ende te bewonen zijn huijs mitter huijsrade en zyn duijne tot Harogen [Hargen] volgens de geinsereerde opdracht luidende: Here Gerrit van Poelgeest, abt van Egmond, oorkondt dat hij bevolen heeft aan Cornelis Jacob Heijen voors. onsen ghetruuen dienaer zyn huis etc te Harogon voor 12 R gld sjaars en tevens de bruicwaar van een stuk land dat Hargoym tevoren in het bezit van Martyn Gherytsz wijleneer onse dienaar, en de ½ profyten van de duinen, 18 jaar lang, anno 1470-04-17

daar Cornelis zelf geen zegel heeft, verzoekt hij Heynrick van …., scoute van …, voor hem te zegelen; Heynrick Claesz (zegel met randschrift: een molenrad)

1479-03-05 |

R.A.H. 106 Caput N.H. fol 29v/Reg Maria Max. fol 14

Jaartallenindex

hertog Max. oorkondt dat Jan van Assendelft, zijn getrouwe Raad en rentmeester van Noordholland, hem te kennen gegeven heeft dat bij sententie van het Hof van Holland hem toegedecreteerd zijn zekere percelen van leengoeden ende eygen goeden, toebehorende wijleneer Aelbrecht van Raephorst Dircxzoon, o.a. een huysinge ende een hofstadt, alsoo groot ende clein als die werff begrepen heeft binnen zijnen graven, gelegen in den Poeldijck, binnen den ambocht van Monster, met alle vrijheden, tevoren gehouden van de grafelijkheid. De hertog beleent hem er vervolgens mee tot een recht erfleen, niet te versterven, 5 Maert 1478 sec. Curs. Curiae

1497-07-19 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 28v

Jaartallenindex

Philips oorkondt dat jvr Margriete van Buschuijsen Brunincxdochter met haar man Godschalc Oom van Wyngaerden opdroeg tbv onse lieve en getrouwe mr Jacob van Barry, onse secretaris ordinaris, een woninge ende huysinge mitter hofstad en 33 morgen land gelegen in den ambacht van Ryswyk, daar wijlen Jan van Hodenpijl op woonde, oost: die woninge toebehorende der papelijke provenien van der kerk tot Ryswyk, west: een woninge die wijleneer toebehoort heeft Gerrit van Poelgeest, met 12 morgen land, zuid: die Vlietwech, noord: Haagambacht. En dat hij vervolgens Jacob van Barry hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen, gelijk jvr Margriete, wijlen Jan van Hodenpijl en haar voorzaten die gehouden hebben

present: Floris, enich soon tot Yselsteyn, here van St Martensdijk, Jan van den Werve, Jan van Sevender, Dirck van Boneem, Pieter van Neck, Jacob Adriaensz

1450-02-14 |

G.A. Amsterdam Lade Oude Kerk Amsterdam

Jaartallenindex

wij Jan Egghert Hartgherszoon en zijn echte wijf Wendelmoet oorkonden dat wij ter eren Goeds en voor de zaligheid van hun ziel, op begeerte van Jan Egghert Willemsz, ons biddende als hij noch heer van Purmerende was ende wij alle beijde mit hem woenden ....... ende gheven mit desen brieven alle ons goeden die wij te Purmerende ende dairbij hebben (zie de doorgestoken brief van denzelfden datum) tot een kerkelijke officie voor een overpriester die 4 priesters mag kiezen om de getijden te zingen in de Oude of de Nieuwe Kerk te Amsterdam, die Willem Eggert wijleneer heer van Purmerende des voirn. Jan Eggherts vader, ghefundeert heeft. Indien dat mr Jan Eggert, onse zoen, priester werden wil ende den last annemen van opperpriester te wesen ende rectoer van den anderen priesteren ende clerken die hij tot hem kiesen sel, ende anders niet etc [akte sterk afgesleten]

1506-12-25 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 7, 8v

Jaartallenindex

Karel etc oorkondt dat jvr Janne van Naeltwijck Jansdochter met haar gecoren voogd mr Willem van Berendrecht, Raad ordinaris van Holland, te kennen geeft dat haer als oudste zuster van haar broeder Willem van Naeldwijck Jansz, onlancx deser werelt overleden, aengecomen is 200£ Holl tot 30 gr Vls t pond, uit alle de leengoeden als deselve Willem van Naeldwijk ontfangende was uijt alle leengoeden die wijleneer toebehoord hebben jvr Willemene van der Wateringe, des voors. Willem van Naeltwijcks oudemoeder, gehouden van de grafelijkheid van Holland, dat sij minlycke overeengekomen is met jvr Catheryne van Naeltwyck, haer jongere zuster, jegenwoordige huisvrouw van onsen lieven en getrouwen Raedt ordinaris in Holland mr Jan Boudynsz, consenterende uyt liefte ende gunste die zij tot haar voors. suster dragende is, dat men haar zuster belene met de voors. 200£ Holl. Karel stemt met deze overdracht in en beleent jvr Catherina er mee, tot een onversterfelijk erfleen. Mr Jan Boudynsz doet de eed voor zijn vrouw. Eodem die maakt jvr Catharina 100£ van deze rente tot lijftocht voor haar oudste zuster jvr Janna, haar leven lang

present: mr Jan van Duvoirde, Godschalk Oom van Wingaerden, Willem van Ruyven, Dirck van Boneem, cleine Jan Bruyn