6 resultaten

Westphalinc | 1326-10-02

Van Mieris II p 404
Achternamenindex

Jan Westvalinc verklaart dat "ic wel gheweten hebbe ende hebbe horen segghen ouden luden, dat die van Sinte Gheerdenberghe dicke goit gherailt ende ghepant hebben op dien wildert, maer ic en wiste niet, noch en hoirde segghen, dat die van Brabant jof die van Breda ye goid hadden op die wildert, jof panden voerscreven souden tesen jare. Voirt hebbe ic oic luden horen segghen, dat die van den Berghe immer seyden, dat die wildert ende die strate hoir ware ter heyningen toe"

Haestrecht, van | 1438-11-14

Inv Arch Nassau Domeinraad regest 1384, 1394
Achternamenindex

schepenen in Dordrecht oorkonden dat Willem van Haestrecht heeft verkocht aan Damaes Jansz alle moeren en wildert achter Driemilen gelegen, die hij geerfd heeft van zijn moeder, jvr Godelt Jansdochter van Driemilen; 1439-04-15: Damaeus Jansz heeft de moeren en wildert afgekondigd en dat Willem van Haestrecht er met een vredeban uit, en hij erin gebannen is

Drimmelen, van | 1336-05-05

Reg Hann p 237
Achternamenindex

Willem van Drimmelen huurt van graaf Willem voor 10 £ per jaar al onse wildert ende onse moer leggende tegen dat ambacht van Drienmilen

Venedau | 1326-10-02

Van Mieris II p 403
Achternamenindex

Jan Vemdau oorkondt: "dat ic gheweten hebbe, ende minen vader, ende anders ouden luden hebbe horen segghen, dat die van Sinte Gheerdenberghe dicke up die wildert goet ghenomen ende ghepant hebben, maer nie en wiste ic, noch en conde ghevreisken van minen ouderen, dat die van Brabant, of die van Breda enich goid hailden jof panden opdie wildert sonder nu tesen jare"; het land waar het huis op staat i s gekocht van Coppaerde de Schoute en van zijn vader

Daniel van der Merwede, ridder

Wieldrecht, van | 1313

Van Mieris II p 138
Achternamenindex

graaf Willem beleent Gerard van Wieldrecht met "alle die wildert, die gheleghen es jeghens den ambocht van Ramsdunc, tusken Tielman ver Beliensoensmoer, ende twysken Tryselbroec buten den dyc, die 't ghemene lant daer helt toterer Duncga toe" en de wilderd "jeghens 't ambocht van Twintichhoeven, tuysken den ambochte van der Wede en van Dubbelmonde"

Dalem, van | 1360-02-16

Arch Nassau Domeinraad regest 587/schepenakte van Breda no 588
Achternamenindex

Jan van Pollanen doet uitspraak tussen Willem van Oesterhout en Roelof van Dalem: Roelof krijgt tbv zijn kinderen de heerlijkheid Donghen met wat daartoe behoort te Donghen en te Ghilse; inwoners van Donghen mogen de wildert van Oesterhout gebruiken tot Pasen over een jaar, binnen welke termijn Roelof de bewijzen moet overleggen dat zij daar recht op hebben. Over het leenheerschap van de 30 bunder, die aan Jan de bastaard behoorden zal later beslist worden. Roelof zal de heer van Oesterhout een hoeve land in het land van Altena opdragen, waarna zijn zoon Willem ermee beleend zal worden. Heer Willem doet afstand van het leenheerschap van het huis van Dongen. Roelof zal aan Willem 350 Brugse schilden betalen; 1362-04-12: heer Willem verklaart deze 350 schilden van Roelof ontvangen te hebben